Vandeurzen: ‘Alle neuzen in brede werkveld van sociaal werkers wijzen in dezelfde richting’

Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen © /

Er is grote gedragenheid voor een geïntegreerd breed onthaal. Een rapport daarover wordt donderdag voorgesteld op de Sociaalwerkconferentie, georganiseerd door Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) en het departement WVG.

‘Het is de eerste keer in Vlaanderen dat we een conferentie houden over het sociaal werk. Het stemt me dan ook uitermate tevreden dat alle neuzen in het toch wel brede werkveld van de sociaal werkers meer dan ooit in dezelfde richting wijzen’, stelt minister Jo Vandeurzen. Hij verwijst daarmee naar de vijf krachtlijnen die ‘het sociaal werk terug naar de beginselen brengt: het realiseren van mensenrechten en sociale rechtvaardigheid in de samenleving’.

Sociaal werkers zijn goed geplaatst om verbindend te werken. Mensen worden sterker door hen met elkaar, hun buurt en maatschappelijke instituties zoals de school, het werk of de juridische diensten te verbinden. Sociaal werkers zijn daarnaast ook aanwezig in de nabijheid en leefwereld van kwetsbare personen, zowel in de thuissituatie als in laagdrempelige werkingen – buurthuis, lokaal dienstencentrum, verenigingen waar armen het woord nemen.

Een andere krachtlijn is het politiserend werken: sociaal werkers organiseren mee de dialoog rond maatschappelijke ontwikkelingen, evoluties en problemen. Maar sociaal werkers werken ook generalistisch: ze gidsen de cliënt doorheen het complexe landschap van sociale voorzieningen die elk op een ander aspect van de situatie inspeelt, ze faciliteren de samenwerking tussen de verschillende voorzieningen en zien ook toe op een integraal antwoord op alle vragen en noden.

Tenslotte is sociaal werk mensenwerk en maatwerk. De uitkomst van het sociaal werk staat nooit vooraf vast; inspraak en participatie staan centraal.

Voor minister Vandeurzen is de Socialwerkconferentie geen eindpunt: ‘Op basis van het eindrapport formuleren we zestien beleidsacties die een eerste antwoord zijn op de aanbevelingen van de werkgroepen opgenomen in het eindrapport. Deze acties zullen worden aangevuld en opgevolgd vanuit een breed overleg met sociaal werkers uit alle beleidsdomeinen, gebruikers, opleidingen en onderzoekers.’

Partner Content