Wouter De Vriendt (Groen)

‘Vandeput plaveit de weg voor kernwapens en breed inzetbaar leger’

Wouter De Vriendt (Groen) Volksvertegenwoordiger (Groen)

Groen heeft bedenkingen bij het eerste hoofdstuk van de langverwachte strategienota van minister van Defensie Steven Vandeput. ‘Voor het eerst zegt de regering nadrukkelijk dat ook op lange termijn, in 2030, kernwapens aanvaardbaar en zelf nodig zullen zijn.’

De ‘Belgische veiligheidsomgeving tot 2030’ is het eerste hoofdstuk van de langverwachte en achterstallige strategienota van minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA). Het is voorlopig het enige hoofdstuk van de plannen van de minister waar de regeringspartners wel mee akkoord gaan. Het moet de bedreigingen op onze veiligheid tot 2030 analyseren en aangeven welk antwoord Defensie daarop moet geven. In die zin is het een voorzet op wat zal volgen.

Minister Vandeput heeft het goedgekeurde hoofdstuk in alle stilte op zijn website gepubliceerd. Hij wilde wellicht het zoveelste lek bij Defensie te snel af zijn. De analyse geeft al een zekere richting aan waar de federale regering wil landen met Defensie. Dit hoofdstuk moet straks de keuzes verantwoorden die de regering nu aan het afkloppen is: welke componenten (marine, land, lucht, medische component) ze behoudt, hoe risicovol de opdrachten mogen zijn (gevechten of humanitair) en in welk duur materiaal- ondanks de besparingen – de volgende regeringen daarvoor decennialang moeten investeren.

Groen is tevreden met een aantal klemtonen in de nota: de aandacht voor de gevolgen van klimaatverandering, de aandacht voor cyberdefensie, de multilaterale rol van de VN en OVSE, de beveiliging van internationale handel (o.a. maritieme routes), de rol van Defensie in eigen land (natuurrampen, genie, logistieke ondersteuning).

Maar bij deze tekst moeten we ook tussen de lijntjes lezen en elk woord wikken en wegen. Alvast enkele opvallende vaststellingen:

“Het enorme Russische nucleaire arsenaal maakt dat de Europese NAVO-landen ook blijvend een belangrijke rol zien weggelegd voor de Alliantie inzake nucleaire afschrikking.” (p. 4)

Voor het eerst zegt de regering nadrukkelijk dat ook op lange termijn, in 2030, kernwapens aanvaardbaar en zelf nodig zullen zijn.

Dat N-VA, Open VLD en CD&V de Amerikaanse kernwapens in Kleine Brogel vandaag nog niet weg willen, is geen nieuws. Maar voor het eerst zeggen ze nadrukkelijk dat ook op lange termijn, in 2030, kernwapens aanvaardbaar en zelf nodig zullen zijn. De Regering wijst op belang van nucleaire afschrikking door de NAVO en cruciale rol die België in de NAVO moet spelen. Ze legt alle argumenten in deze nota om kernwapens tot 2030 in België te houden en gaat daarmee dus in tegen de resolutie die het Vlaams Parlement kamerbreed aannam en de meerderheid van de publieke opinie, wars van alle debatten die hierover al in de Kamer gevoerd zijn.

“In Libië daarentegen, is een succesvolle militaire actie van de Europese landen niet opgevolgd door een even doortastende civiel-militaire stabilisatiefase. Door dit gebrek werd niet enkel Libië, maar de gehele regio (waaronder Mali) gedestabiliseerd.” (p. 3)

Nergens in haar nota erkent en expliciteert de regering dat om onze veiligheid te garanderen ze meer middelen zal moet steken in diplomatie, conflictpreventie en ontwikkelingssamenwerking.

De zet voor het eerst zwart op wit dat Libië een failed state is geworden door gebrek aan stabilisatie-inspanningen (dus civiel/diplomatiek) na de militaire fase (de inzet van onze F-16’s). Hoewel de regering zich blijkens deze analyse bewust is dat het militaire instrument geen duurzame oplossing biedt, geeft ze er geen gevolg aan. Nergens in haar nota erkent en expliciteert de regering dat om onze veiligheid te garanderen ze meer middelen zal moet steken in diplomatie, conflictpreventie en ontwikkelingssamenwerking. Nochtans riepen de experten tijdens de hoorzittingen in de kamer daartoe op.

“Het valt te voorzien dat de Russische overheid blijvend deze negatieve versie van de comprehensive approach zal toepassen om landen in Oost-Europa, die voor hun toekomst naar het Westen kijken, te destabiliseren. Het valt dan ook te verwachten dat de Oost-Europese landen de andere NAVO-lidstaten – dus ook België – zullen vragen om hun militaire aanwezigheid in het oosten op te voeren en een voldoende hoge bijdrage aan te houden in de burden en risk sharing voor militaire afschrikking.” (p. 3)

Vladimir Poetin
Vladimir Poetin© Getty Images

Als je enige instrument een hamer is, dan is elk probleem een nagel. Rusland wordt als militaire dreiging gezien en na de NAVO moet nu zelfs de EU moet via militaire middelen Oost-Europa bijstaan. Maar nergens herneemt dit document de oproep tot de-escalatie en nieuw partnership met Rusland. Nochtans was exact dat een van de aanbevelingen van de parlementsleden van de meerderheid in hun resolutie met aanbevelingen voor deze strategische visie op Defensie (paar weken geleden goedgekeurd). Een van de oproepen aan de regering is om werk te maken van partnership met Rusland.

“Het is noodzakelijk om de nodige aandacht te geven aan het feit dat de opkomende machten ook sterk investeren in militaire macht. Terwijl de Europese defensie-inspanning de voorbije jaren sterk daalde, steeg deze van de BRIC (Brazilië, Rusland, India en China)-landen tussen 2004 en 2013 met 45 tot 170%.” (p. 7)

“De toekomst blijft altijd onzeker. Wat opmerkelijk is, is de bijzonder snel toenemende complexiteit van de wereld. (…) De vormgeving van de Belgische Defensie dient de mogelijkheid te bieden om zich snel en flexibel aan te passen aan deze omgeving.” (p. 1)

Deze nota wil vooral verantwoorden dat België en de EU meer moeten spenderen aan Defensie.

Het klopt dat de militaire uitgaven van de BRIC-landen stijgt (flow), maar de regering verzwijgt handig dat dat EU met grote voorsprong de tweede hoogste defensie-uitgaven heeft (stock). Deze nota wil vooral verantwoorden dat België en de EU meer moeten spenderen aan Defensie in plaats van tot meer resultaat te komen via efficiëntieoefeningen zoals pooling, sharing of het afbakenen van niches of excellence. Bovendien benadrukt deze nota dat in een complexe, onvoorspelbare wereld Defensie op alles voorbereid moet zijn. We zien hierin de bevestiging dat de federale regering bij de uitwerking van deze visie in de keuze voor opdrachten, materiaal en gevechtstypes weinig moedige keuzes zal maken. Nochtans is taakverdeling tussen Europese landen, en dus specialisatie, de logica zelve in een context van dalende budgetten. We hebben de Europese integratie, waarom maken we er niet meer gebruik van? Het is onzinnig om alles dubbel op te willen blijven doen.

“De versterking van de integratie van de Belgische Defensie met deze van strategische partnerlanden kan op die wijze bottom-up bijdragen tot een meer Europese defensie-inspanning.” (p. 8)

Samenwerking mag niet vrijblijvend zijn. De politiek mag niet wachten tot de generaals samenwerkingsverbanden willen afsluiten (bottom-up). Integratie moet ook top-down opgelegd worden door ministers die gezamenlijke visie en integratie uittekenen en hun defensieplanningen coördineren. Opnieuw volgt een pleidooi in bedekte termen voor een breed leger in plaats van specialisatie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content