Volgens Defensieminister Steven Vandeput (N-VA) zullen militairen erkend worden als werknemers met een zwaar beroep.
Minister van Defensie Steven Vandeput is ervan overtuigd dat militairen zullen erkend worden als werknemers met een zwaar beroep. Dat verklaarde hij dinsdag in De Ochtend op Radio 1 in een reactie op de kritiek van de legervakbonden. Die vinden dat de pensioenleeftijd voor militairen te bruusk verhoogd wordt.
In 2018 gaat de minimumpensioenleeftijd in het leger van 56 naar 57 jaar. Vervolgens wordt die jaarlijks met 6 maanden opgetrokken. In 2030 zullen militairen tot 63 jaar moeten werken en zal een loopbaan ook minimaal 42 jaar moeten duren.
Gemakkelijker overstappen
Volgens de minister vallen de militairen zeker onder de vier criteria om in aanmerking te komen voor een zwaar beroep: de job is fysiek zwaar, het veiligheidsrisico is groot, de mentale druk ligt hoog en de werkorganisatie is belastend, onder andere door nachtwerk. Dat kan de pensioenregeling beïnvloeden. Maar in welke mate dat zal zijn, komt toe aan de pensioencommissie, zei Vandeput.
Vandeput is ook bevoegd voor Ambtenarenzaken en wees er ook op dat hij werkt aan een versoepeling van de horizontale mobiliteit in de overheidsdiensten. Dat betekent dat ambtenaren makkelijker van de ene dienst naar de andere kunnen overstappen. Dat is belangrijk voor oudere militairen die gemakkelijker aan de slag zouden kunnen in andere overheidsdepartementen. ‘De regeling zal wellicht sneller in voege treden dan de verhoging van de pensioenleeftijd bij Defensie’, zei Vandeput. (BELGA/JVL)
