Vande Lanotte vs. Tommelein: ‘Onder Tommelein wordt alles duurder’ – ‘Jij wilt altijd maar weggeven’

Johan Vande Lanotte en Bart Tommelein © Jonas Lampens

Iedereen tegen Johan Vande Lanotte, dat vat de verkiezingscampagne in Oostende zo’n beetje samen. Zijn grootste uitdager, Bart Tommelein, komt zelfs uit zijn eigen coalitie. ‘De hoogste tijd dat er een eind wordt gemaakt aan het cliëntelisme en het electoralisme in onze stad’, zegt de kandidaat-burgemeester.

De burgemeester heeft er geen zin in. ‘Toen ik uit de Kamer vertrok, heb ik me voorgenomen om niet meer over de nationale politiek te praten’, zegt Johan Vande Lanotte (SP.A) zodra hij de lobby van het Oostendse Upstairs Hotel binnenstapt. ‘Ik hou me alleen nog met mijn stad bezig, en dat bevalt me prima. Maar nu de gemeenteraadsverkiezingen dichterbij komen, stellen journalisten me weer de hele tijd vragen over Vlaamse en federale bevoegdheden. Ontzettend vervelend.’

Dat de nationale pers dezer dagen zo veel belangstelling heeft voor de Oostendse campagne komt natuurlijk doordat oud-minister Vande Lanotte er door een andere nationale bekendheid wordt uitgedaagd. Vlaams viceminister-president Bart Tommelein (Open VLD), die blaakt van zelfvertrouwen, zet alles op alles om de volgende burgemeester van Oostende te worden. Geen sinecure, want met 13,4 procent van de stemmen is de Open VLD een pak kleiner dan de SP.A, die bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen nog 32 procent behaalde.

Dat er meer werklozen en leefloners zijn, ligt niet aan een te laks beleid

Johan Vande Lanotte, Stadslijst

Waarom wilt u de burgemeester zo graag van de troon stoten nadat jullie zes jaar lang relatief eensgezind hebben bestuurd?

Bart Tommelein: Omdat Johans partij hier ondertussen 24 jaar onafgebroken aan de macht is. Wij zijn er pas sinds 2006 bij. Als ‘junior partner’ dan nog, want met 15 van de 41 zetels is de SP.A de leidende partij en levert ze ook de belangrijkste schepenen. Is het dan niet logisch dat ik wil proberen om die macht te breken en zelf de leiding te nemen?

Zijn er naast die persoonlijke ambities ook inhoudelijke redenen waarom u burgemeester wilt worden?

Tommelein: De voorbije jaren zijn er soms beslissingen genomen waar ik het niet mee eens was, en omgekeerd heeft Johan een stokje gestoken voor dingen die ik wilde realiseren. Er zijn dus wel degelijk verschillen tussen ons.

Johan Vande Lanotte: Zal ik je een beetje helpen, Bart? Een dossier dat die verschillen het best illustreert, is de kinderopvang. Mijn partij wil aan alle Oostendse gezinnen de helft van hun kosten voor kinderopvang terugbetalen, maar de Open VLD vindt dat alleen mensen die werken daar recht op hebben.

Tommelein: Logisch toch?

Vande Lanotte: Helemaal niet. Met goedkope kinderopvang overtuigen we jonge gezinnen om in onze stad te komen wonen en hun kinderen naar de kinderopvang te brengen, én stimuleren we werklozen om een job te zoeken.

Tommelein: En ondertussen delen we geld uit aan mensen die het niet nodig hebben! Hetzelfde met de kleuterturnlessen die de stad organiseert. 2 euro per uur kosten die. Hoe kunnen private turnclubs daarmee concurreren? Ik zou er geen enkel probleem mee hebben als het aanbod alleen zou gelden voor mensen die zich anders geen lessen kunnen veroorloven. Maar in Oostende betaalt iederéén die belachelijk lage prijs. De kinderopvang tijdens de vakantie is nog zo’n voorbeeld: 4 euro per dag, inclusief warme maaltijd en wekelijkse uitstap.

Vande Lanotte: Je bedoelt de Speelcompagnie? Die doet het fantastisch.

Tommelein: Natuurlijk! Omdat die opvang spotgoedkoop is! Van mij mag je mensen met financiële problemen goedkope vakantieopvang aanbieden, maar het slaat nergens op dat ook een rijke bankier zijn kinderen er voor 4 euro per dag naartoe kan sturen. We kunnen het geld evengoed op straat uitdelen.

Vande Lanotte: Zoveel kost dat niet. Ouders moeten de prijs van de maaltijd betalen, en voor de opvang werken we met jobstudenten. Bovendien krijgen we er ontzettend veel voor terug.

Tommelein: Wat dan?

Vande Lanotte: Sociale cohesie. In de Speelcompagnie creëren we een samenhorigheidsgevoel tussen kinderen met een verschillende achtergrond en origine, die elkaar anders misschien nooit zouden leren kennen.

Johan Vande Lanotte en Bart Tommelein
Johan Vande Lanotte en Bart Tommelein© Jonas Lampens

Tommelein: Allemaal electoralisme! Dit is het soort cliëntelisme dat decennialang kon gedijen in steden van PS-signatuur. Jij wilt altijd maar uitdelen, weggeven en subsidiëren. Totaal inefficiënt. We zouden veel meer bereiken door gerichter te werken, maar dat willen de socialisten niet. Jullie blijven maar vasthouden aan het ideaal van de gratis bussen. Zelfs letterlijk. Het is geen toeval dat Oostende als laatste Vlaamse stad het gratis openbaar vervoer voor álle 60-plussers heeft afgeschaft. En dan nog alleen omdat mijn partij daar zo op aandrong. Ook vandaag nog rijden er ’s nachts lege bussen rond omdat jullie daar niet van af willen stappen.

Vande Lanotte: Ik neem aan dat je de weekendbussen voor jongeren bedoelt? Het klopt dat sommige lijnen een succes zijn en andere wat minder. Maar het blijft een belangrijk initiatief.

Tommelein: Het grootste probleem is dat zulke initiatieven nooit worden geëvalueerd of bijgestuurd. Laat staan dat ze weer worden afgeschaft.

Vande Lanotte: Ik onthoud dat tweeverdieners onder burgemeester Tommelein veel meer zullen moeten betalen voor van alles en nog wat. Bij ons niet.

Tommelein: Het heeft gewoon geen zin om geld te blijven uitdelen aan álle Oostendenaars in plaats van ons op de echte kansarmen te richten. De armoede blijft maar stijgen.

Vande Lanotte: Iedereen weet toch dat het beleid dat een stad voert zo goed als geen impact op de armoedecijfers heeft? In Antwerpen, waar de N-VA’ers toch een heel ander beleid voeren dan wij, is het resultaat net hetzelfde: ook daar kwamen er veel vluchtelingen bij en neemt de armoede toe. Als stadsbestuur kunnen we dus alleen proberen om mensen in armoede en hun kinderen zo goed mogelijk bij te staan. Aan de harde cijfers kunnen we niets veranderen.

Tommelein: Zou je dat ook zeggen als het armoedecijfers daalde?

Vande Lanotte: Natuurlijk. Onlangs vertelde mijn partijgenoot Philippe De Coene, die schepen is in Kortrijk, dat de armoedecijfers in zijn stad zijn afgenomen. Ik heb hem meteen de raad gegeven om zijn eigen rol daarin niet te veel in de verf te zetten. Wat zou hij dan moeten zeggen als de armoede straks weer begint te stijgen?

Meneer Tommelein zei in De Morgen dat nog te veel mensen denken dat ze in hun hangmat kunnen blijven liggen en ondertussen een uitkering opstrijken.

Vande Lanotte: Zulke mensen zullen er altijd zijn, maar het klopt niet dat wij daar niets tegen doen. Het aantal werkzoekenden is nu zelfs weer aan het dalen. Wie in deze stad weigert te werken, wordt door ons Economisch Huis kordaat opgevolgd en begeleid. Soms vindt de VDAB zelfs dat we te streng zijn. Dat er de voorbije jaren werklozen en leefloners zijn bijgekomen, ligt dus niet aan een te laks beleid.

Waaraan dan wel?

Vande Lanotte: Aan de vluchtelingencrisis.

Ik word geen schepen onder een socialistische burgemeester

Bart Tommelein, Open VLD

Nu klinkt u net als de Antwerpse N-VA’ers Bart De Wever en Fons Duchateau.

Vande Lanotte: Het is gewoon een waarheid als een koe. Vroeger waren er in Oostende 300 werkloze vreemdelingen, op het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis waren het er 1300. Een groot verschil, niet?

Tommelein: Je verschuilt je achter de vluchtelingencrisis. Dat we zo slecht scoren op het vlak van werkgelegenheid is echt niet de schuld van Theo Francken (N-VA). Ook de werkzaamheidsgraad van mensen die al lang in Oostende wonen, is veel te laag. Er zijn simpelweg te veel Oostendenaars die niet willen werken.

Is dat niet de verantwoordelijkheid van uw regering, die bevoegd is voor werkgelegenheid?

Tommelein: De huidige Vlaamse regering is de eerste die echt iets tegen die misbruiken probeert te doen. De vorige regeringen waren veel te tolerant voor profiteurs. Alleen duurt het even voor de resultaten van ons beleid zichtbaar worden in de statistieken.

Trekt Oostende van oudsher niet veel mensen aan die niet meer weten van welk hout pijlen te maken?

Tommelein: We hebben inderdaad nog altijd de reputatie een stad te zijn voor mensen op de dool. Daar moeten we van af.

Vande Lanotte: De belangrijkste reden waarom zij hier terechtkomen, is het grote aanbod van kleine, goedkope appartementen. Ideaal voor wie dringend een dak boven zijn hoofd nodig heeft.

Tommelein: Weer een reden om mensen aan te moedigen om een woning te kopen. In de Vlaamse regering ben ik erin geslaagd om de registratierechten te verlagen. Voor een stad als Oostende is dat een ongelooflijk goede zaak. Daarnaast moeten we ervoor zorgen dat er voor alle categorieën mensen genoeg woningen zijn. Ook voor singles, bijvoorbeeld, want die groep wordt steeds groter.

Vande Lanotte: Dat is toch precies wat we met dit bestuur probeerden te doen?

Tommelein: Natuurlijk. Mijn partij zit niet voor niets in de coalitie. Maar ik ben ervan overtuigd dat het nog beter kan als een liberale burgemeester het beleid uitvoert. (glundert)

Geldt dat ook voor het mobiliteitsbeleid? Op dat vlak hinkt Oostende duidelijk achterop ten opzichte van de meeste andere centrumsteden.

Vande Lanotte: Jaren geleden al hebben we in het college afgesproken om de binnenstad verkeersvrij te maken, maar door allerlei technische uitdagingen is dat nog niet gebeurd. Op korte termijn is het de bedoeling dat alleen bewoners, leveranciers, hotelgasten en hulpdiensten nog door de binnenstad mogen rijden.

Johan Vande Lanotte

– 1955 geboren in Poperinge

Opleiding licentiaat pol & soc, doctor in de rechten

Universiteit hoogleraar grondwettelijk recht en mensenrechten (UGent)

– Sinds 1995 gemeenteraadslid in Oostende

– 1994-1998 minister van Binnenlandse Zaken

– 1999-2003 vicepremier en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie

– 2003-2005 vicepremier en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

– 2005-2007 voorzitter SP.A

– 2011-2014 minister van Economie, Consumentenzaken en Noordzee

– Sinds 2015 burgemeester van Oostende

Tommelein: Daarvoor zouden we hetzelfde flexibele systeem kunnen gebruiken als mijn goede collega Bart Somers (Open VLD) in Mechelen. Door camerabewaking in te zetten, kunnen we ervoor zorgen dat bepaalde wagens op specifieke tijdstippen, zoals piekmomenten tijdens het toeristische seizoen, uit de stad worden geweerd. Met behulp van herkenningscamera’s voor nummerplaten kunnen we perfect weten wie de stad in- en uitrijdt. Dat is zowel handig voor het veiligheidsbeleid als om de verkeersstromen in kaart te brengen. Vroeger had ik het nochtans niet zo voor camera’s…

Vande Lanotte: Dat herinner ik me nog levendig. (lacht)

Tommelein: Ik ben van mening veranderd toen ik staatssecretaris voor Privacy was. Nu weet ik dat het niet zozeer van belang is óf er ergens camera’s staan, maar wel dat er een sluitende controle is op het gebruik ervan. Er is dus niets mis mee om ze in te zetten bij de organisatie van een autoluwe binnenstad. Bewoners kunnen dan hun nummerplaat maar ook die van hun bezoekers, huisarts of thuisverpleegkundige doorgeven zodat zij ongehinderd door de stad kunnen rijden. Al het andere autoverkeer moet naar randparkings worden geleid.

Alleen moet u die eerst nog aanleggen?

Tommelein: Ik pleit al jaren voor bijkomende parkings aan de rand van de stad. Daar is grote behoefte aan.

Vande Lanotte: Ik was graag al een paar jaar geleden met de aanleg begonnen, maar eerst moesten er nog andere werken worden uitgevoerd. Hoe dan ook komen er uiterlijk over drie jaar 2000 extra plaatsen in randparkings. Het is de bedoeling dat je dan van een afstand een parkeerplaats kunt reserveren. Vandaag zorgt zoekgedrag voor grote verkeershinder: bezoekers rijden tergend langzaam door de binnenstad terwijl ze een parkeerplaats zoeken. Daar willen we iets aan doen door een digitaal reservatiesysteem op te zetten, waarmee je een parkeerplaats in Oostende kunt reserveren voor je uit pakweg Brussel of Gent vertrekt.

Tommelein: De Open VLD wil met Infrabel de mogelijkheid bekijken om het oude station van Zandvoorde, dat vlak bij de afrit van de E40 ligt, weer te gebruiken. Dan zouden bezoekers hun auto daar kunnen achterlaten en met de trein naar het centrum gaan.

Wie van uw beiden ook burgemeester wordt, de Oostendenaars moeten straks een ingrijpend mobiliteitsplan verteren?

Vande Lanotte: Alle partijen hebben zo’n plan in hun verkiezingsprogramma staan. Wij niet alleen.

Tommelein: De groenen willen de binnenstad zelfs helemaal autovrij maken, maar ik ben voor een flexibeler systeem.

Vande Lanotte: Het volgende stadsbestuur zal dus een nieuw mobiliteitsplan uittekenen. Welke partijen daar ook deel van uitmaken.

Tommelein: Met een resem kleine ingrepen zullen we er niet komen. We moeten van bij de start van de nieuwe bestuursperiode werk maken van één groot, coherent plan.

Het Gentse circulatieplan indachtig mag de volgende burgemeester veel tegenwind verwachten.

Vande Lanotte: Niet noodzakelijk. Als we er op tijd over communiceren zodat de mensen aan het idee kunnen wennen, hoeft de invoering van zo’n circulatiesysteem geen grote problemen te geven. Zolang alles maar in overleg met de bewoners en handelaars gebeurt.

Tommelein: We moeten de mensen ook zo veel mogelijk motiveren om te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer naar de stad te komen. Tijdens de zomermaanden lukt dat al aardig. In mijn ogen zijn elektrische fietsen, die bij ouderen steeds populairder worden, een belangrijk deel van de oplossing.

Werkelijk? U gelooft dat de Oostendenaars een ingrijpend mobiliteitsplan zullen slikken omdat ze ook met de elektrische fiets naar de stad kunnen rijden?

Tommelein: Het succes van de elektrische fiets speelt ons in elk geval in de kaart om van Oostende een fietsstad te maken, en dat is uiteindelijk de bedoeling.

Een andere kluif voor het volgende stadsbestuur is de eventuele nieuwe ferrylijn naar Ramsgate, die hoogst waarschijnlijk veel transmigranten zal aantrekken.

Vande Lanotte: Tot de laatste ferrylijn in 2013 uit de stad verdween, zorgden transmigranten die de oversteek naar Groot-Brittannië wilden wagen hier voor heel wat overlast. We willen natuurlijk vermijden dat dit weer gebeurt als er straks een nieuwe ferrylijn van start gaat.

Tommelein: Als het zover komt. Natuurlijk moet een havenstad als Oostende er alles aan doen om meer trafiek binnen te halen. Maar er is wel nog een heel belangrijke voorwaarde waaraan eerst moet worden voldaan: de ferrylijn moet stabiel en economisch rendabel zijn. Het is niet de bedoeling dat we een ferrydienst openen die eerst een hele resem problemen met zich meebrengt en dan toch niet stabiel blijkt te zijn.

Vande Lanotte: Zodra we definitief beslissen om de lijn te openen, hebben we nog drie maanden voor het eerste schip uitvaart. Tegen die tijd moeten we er klaar voor zijn. Daarom hebben we al een een paar gesprekken gehad op het kabinet van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA).

Bart Tommelein

– 1962: geboren in Oostende

Opleiding gegradueerde toegepaste communicatie

– 1989-1990 en sinds 2001 gemeenteraadslid in Oostende

– 1998-2000 distributiedirecteur bij Anhyp/AXA

– 2003-2009 Kamerlid – 2009-2013 fractievoorzitter in de Senaat

– 2009-2014 fractievoorzitter in het Vlaams Parlement

– 2013-2014 eerste schepen Oostende

– 2014-2016 staatssecretaris voor Bestrijding van de Sociale Fraude, Privacy en Noordzee

– Sinds 2016 Vlaams viceminister-president en minister van Begroting, Financiën en Energie

Een van de voorstellen die u daar op tafel hebt gelegd, is de oprichting van een ‘afhandelcentrum’ voor transmigranten in Jabbeke. Had u daar geen minder aanstootgevende naam voor kunnen verzinnen?

Vande Lanotte:(zucht) Toen het migratiecentrum in Veurne zo werd genoemd, kraaide er geen haan naar. Maar nu ligt die term blijkbaar heel gevoelig. Daarom zullen we het vanaf nu over het ‘provinciaal commissariaat migratie’ hebben.

Tommelein: Commissariaat? Dat klinkt niet veel sympathieker.

Vande Lanotte: Als het maar voor een efficiëntere en humanere aanpak zorgt, want dat is uiteindelijk de bedoeling. Niemand wordt er beter van als elke gemeente zich apart, vaak zonder specifieke kennis van zaken, met transmigranten bezighoudt. In zo’n provinciaal commissariaat werken alle betrokken diensten samen, waardoor ze sneller patronen en verbanden tussen mensensmokkelaars kunnen ontdekken.

Tommelein: Het lijkt me in elk geval evident dat de federale overheid daarbij een belangrijke rol te spelen heeft. Het probleem van de transmigranten is de verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris voor Asiel en Migratie. Niet alleen in Antwerpen, maar ook in West-Vlaanderen.

Volgens staatssecretaris Theo Francken (N-VA) heeft het weinig zin om transmigranten op te pakken omdat ze binnen de kortste keren toch weer moeten worden vrijgelaten. Daar verandert zo’n commissariaat niets aan.

Vande Lanotte: Wat verwacht u van mij? Dat ik het fundamentele probleem waar heel Europa mee worstelt hier in Oostende oplos? Zolang mensen die naar Groot-Brittannië gaan daar relatief makkelijk in een informeel circuit kunnen werken, zullen we hier met transmigranten blijven zitten. Het enige wat ik als burgemeester kan doen, is maatregelen nemen om zo goed mogelijk met die situatie om te gaan.

Tommelein: Als Theo Francken dat inderdaad heeft gezegd, vind ik dat niet kunnen. Blijkbaar is het op een paar weken van de gemeenteraadsverkiezingen onmogelijk om nog een sereen debat over dit dossier te voeren.

Is het nadat jullie elkaar maandenlang hebben bekampt nog een optie om weer samen in het stadsbestuur te gaan zitten?

Tommelein: Ik ben kandidaat-burgemeester, ik ben niet van plan om na de verkiezingen schepen te worden onder een socialistische burgemeester. Omgekeerd denk ik niet dat Johan veel zin heeft om in het college te gaan zitten als ik de sjerp krijg. Maar dat betekent niet dat een coalitie van Open VLD en de Stadslijst, zoals de socialisten zich dit keer noemen, onmogelijk is.

Als u er zo van overtuigd bent dat de socialisten te lang aan de macht zijn, zou u de Stadslijst dan niet beter uitsluiten als potentiële coalitiepartner?

Tommelein: Waarom zou ik dat doen? Het enige wat ik bij voorbaat uitsluit, is een coalitie naar Gents model met de SP.A en Groen, want zij zitten op Vlaams niveau allebei in de oppositie.

U zou al een voorakkoord met de N-VA op zak hebben.

Tommelein: Onzin. Ik heb al met álle partijen gepraat, en dat hebben zij onderling ook gedaan. Nu is het wachten op het oordeel van de kiezer.

Vande Lanotte: De Open VLD wil duidelijk iets anders dan wat er vandaag is. Hoe je het ook wendt of keert, daarvoor zal Barts partij de N-VA nodig hebben. Wij kunnen dat scenario alleen proberen te voorkomen door zo goed mogelijk te scoren. Al de rest is fictie.

In het voorjaar zei Bart Tommelein in Knack dat landschappen met windmolens hem emotioneel kunnen raken. Herkent u dat gevoel, meneer Vande Lanotte?

Vande Lanotte: Het zal u niet verbazen dat ik niet zo snel emotioneel word – toch niet in de politiek. Wel geeft het me een goed gevoel dat heel Europa vandaag naar onze Noordzee kijkt om te zien hoe windmolens het best worden gebouwd. Daar heb ik als minister van de Noordzee meer dan een steentje toe bijgedragen.

Tommelein: Ja, maar in jouw tijd waren de mensen er nog van overtuigd dat de windmolens daar alleen stonden om subsidies te vangen. Het is mijn verdienste dat ik heb uitgelegd wat hun échte bestaansreden is.

Vande Lanotte: Kan wel zijn, maar ik heb ze daar toch maar mooi gezet. (grijnst)

Partner Content