Vlinks

‘Vandaag is het romantische ‘Kindeke Jezus in Vlaanderen’ overduidelijk een kind van vluchtelingen’

Vlinks Vlinks streeft naar een sociaal, rechtvaardig en inclusief Vlaanderen met maximale autonomie.

Het kerstverhaal uit de Bijbel had vandaag met zoveel woorden in de krant kunnen staan, schrijft Ludo Abicht van Vlinks.

In december 1964 zaten we met zeshonderd studenten in de grote aula van de universiteit van Tübingen. We hadden net het laatste college van dat jaar gevolgd van de filosoof Ernst Bloch, een gepassioneerd joods marxist. Plotseling stak iemand de hand op: “Herr Professor, hoe kan u, met uw achtergrond en met uw overtuiging, beweren dat Kerstmis ook voor u een van de belangrijkste dagen van het jaar is?” Na een paar minuten verbaasde stilte -want in die tijd sprak men in Duitsland een Herr Professor in geen geval persoonlijk aan- beantwoordde Bloch de vraag met een ex-cursus van ongeveer een kwartier. Beseften we dan, om te beginnen, niet hoe authentiek joods die Jezusfiguur wel was? En vonden ook wij, gepatenteerde post-christenen die we waren, het niet merkwaardig dat hier een god vereerd werd die in de ogen van de machthebbers en zijn tegenstanders “menselijk, al te menselijk” was? Iemand die, en dat was volgens Bloch uniek in de cultuur van die tijd, bang was voor het lijden en de dood? Geen Byzantijnse “Pankrator”, Heerser van keizers en koningen (en ook niet de triomferende, autoritaire, lichtjes fasciserende Christus Koning, de Leider uit de jaren dertig)?

Cultureel DNA

Vandaag is het romantische ‘Kindeke Jezus in Vlaanderen’ overduidelijk een kind van vluchtelingen.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat het uitgerekend de Franciskanen, die bescheiden en volkse “Minderbroeders”, waren die de nadruk legden op de kwetsbare baby in zijn “baksken vol met stro” en die daarmee aan de oorsprong liggen van die merkwaardige christelijke invulling van het jaarlijkse Licht- en Joelfeest dat trouwens in heel veel culturen gevierd wordt, ook in het jodendom met het toenemende licht van de negen kaarsen van de Menora.

Vlaanderen dat eerst door de missionarissen uit Rome en daarna nog eens door de iets minder vredevolle Spaanse troepen doordrenkt werd van het christendom in zijn Rooms-katholieke versie, heeft deze traditie uit het Midden-Oosten zo grondig geabsorbeerd dat iedereen, vrome gelovige of ketter, met dit kerstgebeuren vertrouwd is. Het zit in onze taal en, ondanks de luidruchtige commercialisering ervan, nog altijd in ons cultureel DNA: we spreken over “kerstekinderen” (onnozel of niet), over een als het ware vanzelfsprekende associatie van “Kerstmis ” en “vrede” (waar halen we dat?), zelfs over de schone plicht om met Kerstmis “een eenzame uit te nodigen” in de geest van het feest en zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. De oudere generatie kent vermoedelijk nog “Het kindeke Jezus in Vlaanderen”, terwijl de jonge vijftigers “Let it be” van de Beatles neuriën, wellicht zonder te beseffen dat dit de onvervalst Liverpoolse vertaling is van fiat voluntas tua, de woorden van Maria, toen ze van de engel Gabriël vernam dat ze zwanger zou worden van de Messias.

De antiklerikale scherpslijpers onder ons die bijvoorbeeld de naam “kerstvakantie” om ideologische redenen willen veranderen in “wintervakantie” zagen op die manier de poten vanonder het podium waarop ook hun seculier humanistische solidariteit ooit gebouwd werd. Als er nu iets is wat we de andersgelovige nieuwkomers kunnen en moeten aanbieden dan is het juist die menselijke kant van onze eigen traditie. Om het even of dit kerstverhaal niets anders is dan een vrome mythe uit een tijdperk waarin mythes nog volop functioneerden. Voor mij is de kern van het hele gebeuren de kwetsbaarheid van dat joodse gezin uit Bijbels Palestina dat geen plaats kreeg in de herberg en het dan maar moest doen met een beestenstal. En dat een paar maanden later opnieuw op de vlucht gedreven werd, omdat ze dachten dat het leven van hun baby in gevaar was.

Hoe actueel klinkt dit? Het had met zoveel woorden in de krant kunnen staan of in een reportage van Rudi Vranckx kunnen voorkomen: eenvoudig gezin uit het Midden-Oosten verblijft eerst dakloos in Bethlehem, waar hun kind niet eens in een shelter ter wereld komt, en vlucht daarna voor hun leven naar Egypte.

Feest van de sociale emancipatie

Hier is meer dan voldoende welvaart om ervoor te zorgen dat er nergens in dit land en bij uitbreiding in Europa en de wereld u0022kindekens in de kou moeten liggenu0022.

Tot zover de mix van mythologie en geschiedenis die we de Bijbel noemen. Onze joodse voorouders waren geschokt door de komst van deze Messias die zij toen ook als een marginaal moeten gezien hebben. En ook de gegeneerde prinsen van de rijk en machtig geworden katholieke kerk hadden het moeilijk met een goddelijk kind dat verdacht erg op een volkskind leek en dat als volwassene blijkbaar bewust het gezelschap van hoeren, vissers en zelfs belastingontvangers opzocht. Net als zij hebben wij blijkbaar moeite om de nochtans duidelijke les uit dit kerstgebeuren te trekken. Een les die inderdaad niet zonder consequenties is: vandaag is het romantische “kindeke Jezus in Vlaanderen” overduidelijk een kind van vluchtelingen, asielzoekers en immigranten uit hetzelfde Midden-Oosten en al de andere plaatsen ter wereld waar kinderen in armzalige tentjes of lean-toes (een schuilplaats gemaakt uit een stuk reclamebord of een paar planken tegen de muur) worden geboren.

Sinds de dertiende eeuw, toen de kerstkribbe overal verspreid werd, zijn we sociaal en politiek wijzer geworden en weten we dat één kerstdiner of een paar dozen spullen- en voedselhulp niet volstaan. Niet voor onze kinderen en dus ook niet voor die van de vluchtelingen. We hebben geleerd onze zorg te verankeren in opvangsystemen als de sociale zekerheid, in het waarborgen van het recht op onderwijs en jobtraining, in het weerbaar maken van mensen die deze weerbaarheid vandaag en morgen veel meer nodig hebben dan wij. Wij, die soms vergeten zijn dat er nog niet zo lang geleden een “arm Vlaanderen” (het klinkt als een vloek) bestaan heeft. Misschien is Kerstmis, de dag dat ze niet schieten (was het maar waar, Wannes), ook de dag dat we die andere traditie, die van de sociale emancipatie, doen herleven. Jozef en Myriam uit het Bijbelse verhaal hadden geen keuze: ze behoorden nu eenmaal niet tot de betere, dat wil zeggen gegoede stand. Wij hebben die keuze wel: hier is meer dan voldoende welvaart om ervoor te zorgen dat er nergens in dit land en bij uitbreiding in Europa en de wereld, maar laat ons alvast hier beginnen, “kindekens in de kou moeten liggen”. Niet met Kerstmis en ook niet al de andere dagen van het Soete Nieuwe jaar.

Ludo Abicht is kernlid van Vlinks

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content