Ceo’s verdienen steeds meer

Ewald Pironet

Het loon van een topman van een groot beursgenoteerd bedrijf steeg vorig jaar dubbel zo veel als dat van een werknemer. Loonmatiging betekent niet voor iedereen hetzelfde.

ZIJN NAAM IS DICK BOER. De Nederlander is de topman van supermarktgroep Ahold Delhaize. Geen enkele ceo van een beursgenoteerd bedrijf in Brussel verdiende vorig jaar zo veel als hij: 4,71 miljoen euro. Dat was zeven procent meer dan het jaar daarvoor. ‘Om uw loon van een jaar te evenaren, moet ik 299 jaar werken’, wierp een rekkenvuller hem een paar jaar geleden verwijtend toe tijdens een aandeelhoudersvergadering. ‘Ja, u hoort het goed, 299 jaar.’ Boer grijnsde en stuurde de jonge werknemer wandelen: ‘Vragen over lonen horen thuis op de cao-tafel.’

DE SALARISSEN VAN DE TOPLUI van beursgenoteerde bedrijven zijn publiek. De zakenkrant De Tijd lijstte ze netjes op en dat leidde tot enkele opmerkelijke conclusies. Zo verdiende de ceo van een grote, beursgenoteerde onderneming in 2016 gemiddeld 1,96 miljoen euro. Dick Boer kreeg meer dan het dubbele, de managers van de overheidsbedrijven minder dan de helft: Dominique Leroy (Proximus) ontving 840.000 euro en Koen Van Gerven (BPOST) 720.000 euro. Dat is wel meer dan het loonplafond voor beursgenoteerde overheidsbedrijven dat door de regering op 650.000 euro werd vastgelegd.

HET VASTE SALARIS vormt gemiddeld maar de helft van de totale vergoeding van een top-ceo. Dat Leroy en Van Gerven meer dan 650.000 euro verdienen, komt dankzij hun extralegale voordelen, zoals een pensioenverzekering en een bedrijfswagen. Vaak krijgt de topman een bonus die geregeld even hoog of zelfs hoger ligt dan zijn salaris. Voor bankiers zijn de bonussen na de bankencrisis aan banden gelegd, maar geen nood, daar werd een mouw aan gepast. De topman van ING kreeg met 1,66 miljoen euro het hoogste salaris en verdiende in totaal 2,56 miljoen. Dat is zes procent meer dan in 2015. De ceo van KBC kreeg een uitgesteld loon in de vorm van een storting van 511.000 euro voor zijn pensioen en verdiende vorig jaar in totaal 2,04 miljoen euro. Dat is een stijging van 42 procent.

DE TIJD BECIJFERDE dat de ceo van een groot beursgenoteerd bedrijf in 2016 gemiddeld 2,1 procent meer verdiende dan in 2015. Volgens het Planbureau steeg het loon van een gemiddelde werknemer met maar 0.9 procent. Het loonpakket van een topman steeg dus meer dan het dubbele dan dat van de gewone man. De loonmatiging werd niet op alle niveaus even goed nageleefd.

DE LOONKOSTEN in België liggen nog steeds hoger dan in onze buurlanden, zo bleek uit recente cijfers. Een uur arbeid kostte in ons land in 2016 gemiddeld 39,20 euro. In Europa lag dat alleen in Denemarken hoger. In Frankrijk kostte een uur arbeid 35,60 euro, in Nederland 33,30 euro en in Duitsland 33 euro. De gemiddelde uurloonkosten bij de buren bedroegen 34 euro. Dat is vijf euro minder dan bij ons. Werkgevers beweerden onmiddellijk dat de lonen nauwelijks mochten stijgen. Toch die van werknemers, allicht.

DE STATISTIEKEN van Eurostat houden geen rekening met de talrijke subsidies die ondernemingen krijgen, onder andere voor nachtwerk en onderzoek en ontwikkeling. In totaal worden er in ons land voor meer dan veertien miljard euro subsidies uitgekeerd aan ondernemingen, terwijl de overheid vijftien miljard euro ophaalt uit belastingen op ondernemingswinsten. De opbrengst van de belastingen op bedrijfswinsten vloeit dus bijna volledig terug naar die bedrijven in de vorm van subsidies. Wonderbaarlijk landje toch.

ALS JE WEL REKENING houdt met die subsidies, ziet het loonkostenplaatje er anders uit. Volgens cijfers van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de Nationale Bank hebben we zelfs een loonkostenvoordeel opgebouwd tegenover Frankrijk (onze loonkosten liggen vijf procent lager) en Nederland (bijna tien procent lager). Onze loonkosten liggen nog wel zeven procent hoger dan in Duitsland. Maar de Nationale Bank is duidelijk: in 2016 is de loonkostenhandicap in vergelijking met het gemiddelde van de drie buurlanden helemaal verdwenen.

HET WORDT EEN UITDAGING om de herwonnen concurrentiekracht te behouden. Onze loonkosten mogen niet sneller stijgen dan in onze buurlanden. Dat is niet zo eenvoudig, want de inflatie – de stijging van de levensduurte – klimt bij ons sneller dan bij onze buren en aangezien de lonen daar via de index aan gekoppeld zijn, zouden die ook sneller kunnen stijgen. Begin dit jaar sloten de sociale partners een interprofessioneel akkoord dat de loonstijging in toom moet houden. Er werd overeengekomen dat de maximale marge voor reële loonsverhogingen bovenop de indexering voor 2017 en 2018 samen 1,1 procent mag bedragen. Benieuwd wat het zal worden. En vooral of de topmanagers zich zullen houden aan de afspraken die voor gewone werknemers gelden.

EWALD PIRONET is senior writer van Knack.

Vaak krijgt de topman een bonus die geregeld even hoog of zelfs hoger ligt dan zijn salaris.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content