Ewald Pironet

Uit het pluche

De federale regering zal moediger moeten worden, als ze echt het verschil wil maken.

‘Wacht! Dan klop ik even het pluche van je kont!’, zegt Fokke tegen Sukke in een cartoon in NRC Handelsblad vorige week. In Nederland moeten de politici van de socialistische partij PvdA voortaan een kwart van hun werktijd doorbrengen onder de mensen, ver weg van het pluche.

De uitspraak van het Nederlandse stripduo is ook van toepassing op politici hier te lande. Nu ze in de oppositie zitten gaan de socialisten heftig te keer tegen de centrumrechtse regering-Michel, maar PS en SP.A waren wel tientallen jaren lang mee aan de macht – de PS zelfs meer dan een halve eeuw lang, op een kort intermezzo in de jaren tachtig na. Beide partijen zijn dus medeverantwoordelijk voor de staat waarin het land zich bevindt. Ze mogen oproepen tot straatprotest zoveel ze willen, aan hen kleeft niet weinig pluche.

Die staat van het land is in een aantal opzichten niet zo fraai. We hebben een staatsschuld van meer dan honderd procent van het bruto binnenlands product. Die torenhoge overheidsschuld is er niet gekomen door te investeren in een modern, performant staatsapparaat. Jarenlang is er nauwelijks geïnvesteerd in ons wegennet. Wat eregouverneur Fons Verplaetse enkele jaren geleden in Knack de opmerking ontlokte: ‘Als je geblinddoekt in de auto van Frankrijk, Duitsland of Nederland naar België rijdt, weet je zo wanneer je de grens oversteekt. Je vóélt het.’ Niet ideaal is als je de ambitie hebt het logistieke hart van Europa te zijn.

Of neem Justitie. Op een budget van 1,7 miljard heeft men ondertussen al 136 miljoen aan achterstallige facturen. Het bracht de minister van Justitie, Koen Geens (CD&V) in de weekendkranten tot de ontnuchterende uitspraak: ‘Als alle overheidsdiensten op hun haar moeten besparen met een kaasschaafmethode, houden de andere een schoon broske over. Ik eindig op Justitie met een afgezaagde schedel.’ Dat past niet voor een rechtsstaat.

De federale regering zal moediger moeten worden, als ze echt het verschil wil maken.

We zijn evenmin gewapend om de vergrijzingskosten op te vangen, die al sinds begin 2000 worden voorspeld. Het door Johan Vande Lanotte (SP.A) opgerichte Zilverfonds blijkt zo goed als leeg omdat de overheidsschuld onvoldoende werd afgebouwd. Dat mag geen verrassing heten. Fons Verplaetse, opnieuw hij, vergeleek het ooit met ‘het karkas van een beer: vel over been’. En om er geen misverstand over te laten bestaan, voegde hij eraan toe: ‘Er zit niets in.’ Dat minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) nu overweegt om het Zilverfonds op te doeken, is een logische beslissing die al veel eerder had moeten worden genomen.

De regering moet saneren om de overheidsuitgaven en -schuld beheersbaar te houden. Het zit daarbij niet lekker dat de aangekondigde besparingen zo eenzijdig zijn. Dat de grote vermogens niet worden aangesproken, is een gemiste kans. Daarbij komt dat het Rekenhof heel wat pertinente vragen heeft bij de eerste ontwerpbegrotingen. Zo worden er op tal van departementen te weinig inkomsten voorzien voor de geplande uitgaven. Dat doet het vertrouwen in deze regering geen goed.

Tegelijkertijd kraakt de overheid vandaag in haar voegen, omdat de voorbije regeringen er te weinig in hebben geïnvesteerd. Het wordt dus een grote uitdaging voor de regering-Michel om ervoor te zorgen dat justitie fatsoenlijk kan werken, dat de pensioenen en gezondheidskosten betaalbaar blijven. Ook meer overheidsinvesteringen zouden de economie uit het slop kunnen helpen. Op dat vlak biedt deze regering bijzonder weinig perspectief.

De regering-Michel zal de hete herfst wel overleven, maar na de jaarwisseling en zeker bij de begrotingscontrole in april zal ze moediger en duidelijker moeten zijn, als ze echt het verschil wil maken met de vorige regeringen. Ze moet komen met een toekomstproject, met hervormingen die én de efficiëntie van de overheid bevorderen én ons hoop geven op een mooie toekomst.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content