Vrije Tribune

‘U mag opgewekt en warmhartig zijn, maar niet grenzeloos’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Line De Vlamynck, psycholoog gespecialiseerd in zedenfeiten, schrijft deze open brief aan Pol Van Den Driessche naar aanleiding van zijn interview in het jongste nummer van Knack. ‘U koos met uw daden ervoor een nieuwsitem te worden, de slachtoffers niet.’

Men moet geen goede katholiek zijn om te weten dat vergiffenis pas na biecht en boete komt. Dat geldt niet enkel voor vertrouwen, de tweede kans, de ethiek of ons rechtvaardigheidsgevoel, ook de rechtspraak is zo opgebouwd. Wie schuldig pleit en zijn straf ondergaat of spijt betuigt, krijgt een lichtere straf dan wie dat niet doet. Biecht en boete. In het interview in Knack hoor ik u voor het eerst over biecht en boete spreken. En dat deed mij deugd. Maar het lijkt of u vindt dat het durven praten over wat er gebeurd is, het doorbreken van de gruwelijke stilte die eigen is aan trauma – het spreken van uw slachtoffers – u eigenlijk tot het grootste slachtoffer maakte.

Pol Van Den Driessche, u mag opgewekt en warmhartig zijn, maar niet grenzeloos.

Want u heeft toch zo afgezien, geeft u herhaaldelijk aan. U heeft daarmee moeten leren leven. U bent op het publieke schavot gezet. Door de publieke opinie, aangezien iedereen plots wist wat u zou gedaan hebben. Door uw eigen gedrag dus.

Maar dat lag in uw handen, meneer de senator, niet in die van de lezers, de media of de slachtoffers. U heeft dat beslist. Als u misdrijven pleegt, zijn die als bekend persoon niet enkel van u, maar ook publiek goed. U koos met uw daden ervoor een nieuwsitem te worden, de slachtoffers niet. U wil vandaag iets terug. U wil een democratisch mandaat en daar heeft u stemmen voor nodig. Dus u vertelt de kiezer hoe moeilijk het voor u was. Uw vrouw deed dat al een klein jaar eerder, eigenlijk als aankondiging dat u terug op de kieslijsten terecht zou komen.

Let op, ik geloof dat het moeilijk voor u was, laat dat duidelijk zijn. Maar ook geloof ik dat u dat enkel aan uzelf te danken heeft. De confrontatie met onszelf kan soms hard zijn; de spiegel liegt niet. U bent een politicus en wil een vertegenwoordiger van het volk zijn in de schoot van de democratie. Dan verwachten wij van u, in uw symboolfunctie, correct gedrag.

U laat in het interview enkele dingen optekenen over de feiten waarvan u reeds jaren beschuldigd wordt. En u geeft ze toe, een beetje. Ten eerste stelt u dat u soms wel wat te vrijpostig was bij sommige vrouwen. Maar onmiddellijk voegt u toe dat u gewoon zo bent – ergo, dat u daar niet aan kan doen. Dat u warmhartig en lichamelijk bent. Dat klinkt als een argument van wie weigert de kracht van de eigen verandering te omarmen.

Ook klinkt dat als het minimaliseren van uw daden. Zeg niet ‘aanranding’ of ‘seksueel grensoverschrijdend gedrag’ maar ’te vrijpostig’. Of u Bourgondisch, warm en lichamelijk mag zijn? Absoluut. Zeer gezellig, zelfs. Maar daarom hoeft u dat niet grenzeloos te zijn. Daarom hoeft u niet over andermans grenzen te gaan. Ziet u niet dat u voor de slachtoffers enkel natrapt?

U laat optekenen dat het niet uw bedoeling was iemand te schaden. Die hoop deel ik stellig met u. Het verontrustende is dat het lijkt alsof u niet weet dat het echt niet ok is niet te weten waar de grens van de ander ligt.

Tot slot stelt u dat als u iemand schade berokkende, dat u dan spijt. Enerzijds ben ik uiteraard blij dat het u dan spijt. Anderzijds stuit net die uitspraak mij het hardst tegen de borst, meneer Van Den Driessche. Die “als”. Wat de slachtoffers willen, is dat u beseft dat wat u deed niet kan. Dát het schade berokkent, niet als. Ik wil u helpen, meneer Van Den Driessche. Ik wil u proberen uitleggen wat u die meisjes aandeed tijdens en nadat u hen vernederde, hen probeerde van hun integriteit te beroven. Ik wil u vertellen wat ze voelden en dachten, hoe ze zo snel mogelijk weg wilden, hoe geschokt en geïmmobiliseerd ze waren, hoeveel moed het kostte om u uiteindelijk toch te durven ontmaskeren als dader.

U wil vergiffenis, u wil weer vertrouwd worden. Wat vertrouwen geeft, is iemand die leert uit zijn fouten.

Ik wil u uitleggen wat zo’n slachtoffer allemaal kan denken en voelen wanneer de dader alles ontkent. Wanneer hij naar de rechtbank trekt om zijn ex-collega journalisten te proberen laten vervolgen voor het berichten over zijn misdaden. Wanneer hij verliest. Wanneer hij alles blijft minimaliseren en zichzelf blijft deculpabiliseren. Wanneer hij niet “wat ik deed, kan eigenlijk niet” zegt, maar “ik ben wie ik ben”. Samen met de vele slachtoffers van aanranding en verkrachting, was ik jaren hoopvol dat het u op een dag echt ging spijten. Dat u het ging vatten. Want u heeft leren leven met de vlek die op u kleeft – fijn voor u – maar daarom geldt dat nog niet voor de slachtoffers. U haalt aan beticht te worden van dingen die u niet deed. Waarom verheldert u dan voor ons niet wat u wel spijt? De slachtoffers mag u chronologisch of alfabetisch meegeven, kiest u zelf maar.

Ik las dat u het er niet meer over wil hebben, maar u wil wel een verkozen leider zijn, een voorbeeld. U wil vergiffenis, u wil weer vertrouwd worden. Wat vertrouwen geeft, is iemand die leert uit zijn fouten.

Om dat te doen is het belangrijk inzicht te krijgen in welke gevolgen gedrag allemaal kan hebben. Neen, niet de gevolgen voor u – ik ben geen rechter -, de gevolgen voor hen. Zij kregen geen coververhaal meer, weet u. Ik hoor elke dag de verhalen van slachtoffers als de uwe – en erger. Want het kan absoluut veel gruwelijker dan wat u deed, begrijp mij niet verkeerd, maar zouden we dat ooit over frauderende politici durven zeggen? Vergeet u niet hoe het gaat met onrecht: Wie de vuist in zijn gezicht krijgt, heeft recht op erkenning – de dader hoort te zwijgen over hoeveel pijn zijn hand wel doet. Ook als die veel pijn doet. Ook als die gevoelige handen heeft. De schade die u berokkend heeft bij anderen telt, niet die die u zichzelf ook over de hals haalde.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content