Jan Cornillie (SP.A)

‘Twee mogelijke pistes om de Europese chaos en de zelfverklaarde eurorealisten het hoofd te bieden’

Jan Cornillie (SP.A) Voormalig directeur van de studiedienst van SP.A en kandidaat voor de partij in 2019

‘Zonder een nieuw, europrogressief, akkoord, zullen zelfverklaarde eurorealisten en andere exiteers andere slagen thuis halen’, schrijft Jan Cornillie (SP.A). ‘En dan dreigt de Europese Unie verder te krimpen.’

‘Never has so much been put at risk for so many by so few for so little.’ Zo parafraseerde Robert Jenkins, een Britse bankier, de beroemde quote van Winston Churchill naar aanleiding van het Brexit referendum. Het niet-meer-zo-Verenigd Koninkrijk heeft intussen het Europese huis verlaten. En terwijl de Brexit omslaat in regret, verschuift de aandacht stilaan naar de gevolgen voor zij die in de Europese Unie blijven. Sommigen hopen nog dat het VK terug komt, andere willen de plaats maar al te graag innemen. De strijd binnen het Europees huis is nu die tussen Eurorealisten en Europrogressisten.

‘Twee mogelijke pistes om de Europese chaos en de zelfverklaarde eurorealisten aan te pakken’

De zelfverklaarde eurorealisten, van N-VA tot de Hongaarse premier Viktor Orban, claimen de overwinning. Volgens hen is de Brexit immers een signaal tegen de Europese superstaat en ongelimiteerde Europese integratie. Zij vinden dat lidstaten opnieuw een grotere rol moeten krijgen. Het is precies dat discours waarmee de Britse conservatieven de voorbije 30 jaar het Verenigd Koninkrijk op de weg naar Brexit hebben geleid. Al in 1988 fulmineerde Margareth Thatcher tegen de Europese superstaat in haar beruchte ‘Bruges-speech’. De conclusie is duidelijk: Eurorealisme leidt finaal tot exit. Bovendien is het gevaarlijk, want het destabiliseert de Unie zonder concept voor nieuwe orde.

‘Want zolang Orban dat doet, kan staatssecretaris Theo Francken laagterecords op vlak van asielzoekers tweeten zonder zelf de Conventie van Genève te overtreden.’

De eurorealisten weigeren Europese oplossingen te zien voor problemen en uitdagingen waar nationale oplossingen tekortkomen. Erger nog, ze rekenen zelfs op de nationale aanpak van landen zoals Hongarije om hun politieke agenda rond asiel en migratie kracht bij te zetten. Hongarije mag de grenzen sluiten, het asielrecht ontkennen, vluchtelingen criminaliseren, de rechtstaat miskennen.

Maar geen vuiltje aan de lucht blijkbaar. Want zolang Orban dat doet, kan staatssecretaris Theo Francken laagterecords op vlak van asielzoekers tweeten zonder zelf de Conventie van Genève te overtreden. Kortom, de eurorealisten hebben geen zin om de Europese realiteit te veranderen. Ze fulmineren liever over het gebrek aan democratie in Europa dan via Europa het gebrek aan democratie en rechtstaat in het oosten aan te pakken.

In essentie zijn er twee mogelijke reacties op de huidige Europese chaos en dat Eurorealisme. De eerste is een volwaardige federatie uit te bouwen en het Europese federale parlement écht te laten beslissen over beleid, meerderheid tegen minderheid. Dat euro-idealisme van Guy Verhofstadt is uiteraard aanstekelijk, maar dat is meer door de persoon van Guy Verhofstadt dan door de politieke relevantie van het idee. De laatste poging tot Europese grondwet resulteerde na een kleine 10 jaar in het Verdrag van Lissabon. We weten intussen hoe dat eindigde: de inkt was amper droog of het verdrag bleek totaal irrelevant in het licht van de eurozonecrisis en de vluchtelingencrisis.

Groot politiek akkoord

De tweede mogelijkheid – en die heeft mijn voorkeur – is om een groot politiek akkoord te maken die de Unie stabiliseert en perspectief op vooruitgang geeft: in noord én in zuid, in oost én in west. Ik noem dat europrogressisme. Het vertrekt van het idee dat de combinatie welvaartsstaat-democratische rechtstaat de Europese beschavingsvorm is die we willen beschermen en willen versterken door een stuk soevereiniteit te delen. Ik besef dat zo’n akkoord aartsmoeilijk is, maar veel andere opties blijven er niet over. Als ieder op zijn visie blijft kamperen dreigt de Unie immers helemaal ten onder te gaan aan de populistische opmars, verkiezing na verkiezing.

Zo’n politiek akkoord moet eerst en vooral de eurozone hervormen zodat economische efficiëntie gepaard gaat met sociale rechtvaardigheid. Te rigide begrotingsregels worden vervangen door bindende afspraken over lange termijn sociaaleconomisch beleid én een gezamenlijke verzekering tegen crisissen. Ten tweede moet zo’n akkoord het vrij verkeer van personen binnen de Unie opnieuw kaderen binnen een opwaartse sociale spiraal in plaats van een neerwaartse, zoals we nu met het instrument van sociale dumping zien.

En tot slot moet het akkoord werk maken van duidelijke en strenge buitengrenzen in combinatie met het herstel van het internationaal asielrecht, Europese regels over migratie en een Marshalplan voor stabilisering en ontwikkeling in de buurregio’s.

Zonder zo’n Europrogressief akkoord zullen eurorealisten en andere exiteers andere slagen thuis halen. Ook Europees links, op dit moment de steunpilaar van de EU, zal zich dan afkeren. En dan zal de Unie verder krimpen, verwateren en finaal – misschien – gewoonweg verdwijnen.

Partner Content