Gouverneur Luc Coene van de Nationale Bank van België (NBB) heeft het parlement gebruikt om te laten zien dat hij geen gehoor krijgt bij minister van Financiën Steven Vanackere (CD&V).
Gouverneur Luc Coene van de Nationale Bank van België (NBB) heeft het parlement gebruikt om te laten zien dat hij geen gehoor krijgt bij minister van Financiën Steven Vanackere (CD&V). Dat heeft Bruno Tuybens (sp.a) gezegd in het praatprogramma De Zevende Dag.
Eerder raakte bekend dat Coene in een parlementaire zitting achter gesloten deuren had gewaarschuwd dat de restbank van Dexia opnieuw een kapitaalverhoging dreigt nodig te hebben. “Ik vind het bijzonder vreemd dat een gouverneur van de Nationale Bank golven maakt in plaats van ze te breken. Het is jammer dat hij het parlement gebruikt om te laten zien dat hij geen ingang krijgt bij minister Vanackere”, stelde Tuybens.
“Een behoorlijk intentieproces”, zo gaf Gwendolyn Rutten (Open VLD) tegengas. “Stel je voor dat we geen informatie krijgen, dan staan we binnen twee maanden te roepen dat we niets wisten”. Ook Jan Jambon (N-VA) vindt dat de gouverneur “op een volwassen manier” met het parlement is omgegaan.
De Kamerleden waren het er wel over eens dat het lek het parlement geen goed heeft gedaan. Het lek heeft Coene, Vanackere en andere spelers “een alibi” verschaft om het parlement niet meer in te lichten, zo stelde Jambon.
Over de grond van de zaak bestond relatief grote eensgezindheid. Zowel Rutten, Tuybens als Jambon menen dat een kapitaalverhoging bekeken moet worden. Het kapseizen van Dexia zou immers de overheidsgaranties activeren en dan betaalt de belastingbetaler zeker het gelag. Volgens Rutten moet het debat opengetrokken worden naar het Europese niveau, want er is gebleken dat de situatie bij Dexia heel sterk gelinkt is aan de schuldencrisis in de eurozone. Tuybens suggereerde om ook met de Europese Centrale Bank het debat aan te gaan over de “langetermijnfinanciering”.
Jambon keek dan weer vooral naar Parijs. Hij herinnerde eraan dat ons land voor 60 procent garant staat voor Dexia, terwijl de garantie van Frankrijk slechts 40 procent bedraagt, hoewel de risico’s vooral daar zijn genomen en het landschap van de aandeelhouders intussen drastisch veranderd is. (Belga/INM)
