Turkse premier Erdogan geeft niet toe aan betogers

© Reuters
Simon Demeulemeester

De Turkse premier Recep Tayyip Erdogan steekt allesbehalve de hand uit naar de betogers in zijn land. Een opvallend contrast met de taal van de president en de vicepremier.

Turks premier Recep Tayyip Erdogan kelderde nog in Tunesië, op de laatste dag van zijn vierdaagse reis door Noord-Afrika, de hoop op een uitgestoken hand naar de betogers in zijn land. Aangezien de afgelopen dagen vooral de Turkse president Abdullah Gül (AKP) en de vicepremier Bülent Arinç verklaringen aflegden, werd uitgekeken naar de reactie van Turkijes sterke man.

Vicepremier Bülent Arinç bood zijn verontschuldigingen aan aan de demonstranten die hard waren aangepakt door de politie. Hij ging met hen in gesprek en zei zelfs dat zij die tegen de uitbouw van een winkelcentrum op de plaats van een park zijn, aanvankelijk gerechtvaardigde eisen hadden. President Abdullah Gül nam zelfs afstand van Erdogan, zo schrijft De Volkskrant. Hij verklaarde dat ‘democratie meer is dan verkiezingen.’ Gül: ‘Wij leven in een open maatschappij en mensen moeten uiteenlopende meningen kunnen uiten, als dat maar met wederzijds respect gebeurt.’

Ook de plaatsvervangende partijleider van AKP, Huseyin Celik, sloeg een mildere toon aan. Volgens hem staat de regering open voor de zorgen van de seculiere Turken en is ze ‘bereid stappen te nemen om hun zorgen weg te nemen’. Hij riep de basis ook op niet massaal op straat te komen voor de terugkomst van Erdogan.

Erdogan: ‘We aanvaarden niet dat de meerderheid onderdrukt wordt’

Dat staat in schril contrast met enerzijds de reactie en anderzijds de leiderschapsstijl van Erdogan. Zijn reactie bestond eerder deze week in het bedaren van zijn aanhangers en de mededeling dat de politie zou blijven optreden tegen de betogers op het Taksimplein. Hij gaf die demonstranten ook een eigenzinnige les in democratie mee. Dat zijn AKP, en die van Gül overigens, al drie verkiezigen won, betekent dat het het volk achter zich heeft. ‘Als ze iemand die een dienaar van het volk is, een dictator noemen, heb ik niets meer te zeggen.’

Ook op de persconferentie in Tunis bleef hij die lijn volgen: ‘We zijn tegen het onderdrukken van de minderheid, maar we aanvaarden evenmin de onderdrukking van de meerderheid.’

Turks leidersschap

Daarmee ligt meteen de reden voor dit conflict tussen de betogers en hun overheid bloot. Journalist Jelle Henneman zei reeds aan Knack.be dat het conflict gaat om het Turkse leiderschap. ‘Premier Erdogan meent dat wie tegen hem is, tegen de democratie is. Daarmee doet hij in feite niets anders dan de kemalisten voor hem. De eigen machtsbasis wordt gezien als het argument om de rest van de bevolking te koeioneren. Onder Kemal Atatürk was de islam kop van jut, nu zijn de islamisten van de AKP aan de macht.’ Bewijs van Erdogans autoritaire leidersschap is dat hij ook nu nog zegt dat de bouw van het winkelcentrum gewoon doorgaat. Het protest kwam er volgens hem omdat het van de AKP uitging. Tegelijk beschuldigde hij opnieuw ‘linkse extremisten’ en
’terroristen’ (lees: de Koerdische partij PKK) ervan, achter het protest te steken.

‘Turken hebben het gevoel dat ze vervreemden van politiek’

Dat de strijdbare retoriek van Erdogan contrasteert met die van Gül, doet vermoeden dat de partijgenoten een andere visie hebben op de crisis. Dat uitte zich concreet na de verklaring van Erdogan dat de politie zou blijven optreden in istanbul. Turkse media schreven dat Gül daarop belde naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en de gouverneur van de provincie. Gevolg: de politie trok terug en tienduizenden demonstranten namen hun plaats in op het plein.

Volgens Bram Vermeuelen, NRC-correspondent in Turkije, geeft de houding van Erdogan veel Turken steeds meer het gevoel dat ze vervreemden van het politiek proces. ‘Het enige wat Erdogan moest doen, was luisteren naar de demonstranten, maar hij doet precies het tegenovergestelde.’

Vier doden

De demonstraties hebben ondertussen al aan vier mensen, waaronder twee politieagenten, het leven gekost. Het dodental is naar vier gestegen nadat in Adana een politieman bij een inzet tegen demonstranten van een brug is gevallen en dit met de dood heeft moeten bekopen. De Turkse Human Rights Foundation schat het aantal gewonden op 4.300 mensen. Tientallen politieagenten zitten volgens de regering in hetzelfde schuitje.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content