Bert Bultinck

‘Treinstakingen zijn als motregen: een fact of life. De vakbonden moeten eens in de spiegel kijken’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

‘De politiek, die het staatsbedrijf al jaren aan het verknoeien is, moet echter nog veel meer in de spiegel kijken’, vindt Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck. ‘Zowat alle partijen, in Vlaanderen maar zeker niet minder in Franstalig België, hebben boter op het hoofd.’

Zolang het over Catalonië gaat, hoeft het niet over vervelende dingen in eigen huis te gaan. Hypercomplexe dossiers zoals de onderfinanciering van de taxshift en de dure hervorming van de vennootschapsbelasting passeren dan nog makkelijker dan gewoonlijk, ook al dreigen ze later voor pijnlijke besparingen in de sociale zekerheid te zorgen. Of neem de inperking van het stakingsrecht. Die stak eind vorige week nog eens de kop op onder de roepnaam ‘minimale dienstverlening’, maar veel maakte de nieuwe wet niet los. Hé, daar loopt Puigdemont! Met een nieuw kapsel!

Afgelopen weekend haalde Lorin Parys (N-VA) nog de Britse omroep BBC én de Spaanse krant El Pais met een kiekje van de afgezette Catalaanse minister-president aan zijn Leuvense keukentafel. Ongeveer op hetzelfde moment werd een NMBS-dossier dat al jaren aansleept eindelijk door het parlement gesleurd. Luttele uren nadat Puigdemont zijn bordje had leeggegeten, werd de minimale dienstverlening bij het spoor een feit, bij een nachtelijke stemming in de Kamer. Vooral voor de liberalen van Open VLD en MR, die er al jaren om roepen, zou het zonder meer een reden moeten zijn om de champagne te doen knallen. En toch was er weinig rumoer.

Treinstakingen zijn als motregen: een fact of life. De vakbonden moeten eens in de spiegel kijken.

Dat ligt aan het compromis zelf. Het is een oplossing à la belge waar zowat iedereen bedenkingen bij heeft. De nieuwe wet zegt dat de werknemers bij een staking van één dag minstens drie dagen voor de stakingsdag moeten aangeven of ze meestaken of niet. Dat moet de NMBS in staat stellen om 24 uur op voorhand een alternatief vervoersplan voor te leggen aan de reiziger. Op het eerste gezicht lijkt dat geen idioot plan. Niemand zit op meer stakingen te wachten, iedereen verlangt wel een betere dienstverlening op het spoor. Door geen personeel op te vorderen maar wel een lijst te vragen van personeel dat wil staken wordt toch een vorm van proportionaliteit gerespecteerd: hoe meer stakingsbereidheid, hoe magerder het alternatieve vervoersplan zal uitvallen. Maar er zijn goede redenen voor scepsis.

De vakbonden vinden de nieuwe wet een ‘aanslag’ op het stakingsrecht: met deze regeling zou het spoor niet meer kunnen worden platgelegd. Critici aan de andere kant van het spectrum vinden dat de vakbonden nog te veel macht behouden. Mobiliteitsexperts wijzen dan weer met trillende vinger naar Frankrijk, waar een soortgelijke minimale dienstverlening alleen maar voor méér chaos heeft gezorgd. Anders dan bij de jongste stakingen bij ons blijken veel treinreizigers daar op stakingsdagen toch naar het station te trekken, met een hoopvolle blik op het alternatieve vervoersplan. Het resultaat laat zich raden: overvolle treinen, tonnen frustratie en af en toe een ongeluk.

Er valt iets voor te zeggen dat de vakbonden het zichzelf de laatste jaren zeer moeilijk hebben gemaakt: ze krijgen het al een tijd niet meer uitgelegd aan de bevolking. In het oerwoud van NMBS-regeltjes, salarisschalen en stenentijdperkafspraken kon de minste aanpassing als voetzoeker dienen, maar de reiziger had zich ondertussen aan treinstakingen aangepast als aan motregen. In Vlaanderen zijn ze een fact of life. Als de vakbonden nu over een aanslag gillen, dan moeten ze misschien ook eens in de spiegel kijken.

De vakbonden krijgen het al een tijd niet meer uitgelegd aan de bevolking

Maar de politiek, die het staatsbedrijf al jaren aan het verknoeien is, moet dat nog veel meer. De recente speech van nieuwe NMBS-baas Sophie Dutordoir raakte pijnpunten aan die op z’n zachtst gezegd niet allemaal met de vakbonden te maken hebben. ‘De NMBS gaat geen busstations meer bouwen in Jamaica’, zei ze in het parlement bij wijze van surrealistisch voorbeeld, en dan had ze het nog niet over de fabelachtige vastgoedprojecten in eigen land, met even fabelachtige prijskaartjes. Zowat alle partijen, in Vlaanderen maar zeker niet minder in Franstalig België, hebben boter op het hoofd. Het mismanagement schreit ten hemel. Ten langen leste beginnen ministers van Financiën dan maar om een privatisering te roepen – alles aan de markt overlaten, dat werkt prima, dat weten we nog van de bankencrisis.

De begroting, de staatsschuld, de kaduke compromissen: ooit waren het strijdpunten van Michel I, de ploeg waarmee alles anders zou worden. Maar steeds meer dossiers blijven gewoon hetzelfde. Zeker in dit spoordossier – een schoolvoorbeeld van Belgisch cliëntelisme, wafelijzerpolitiek en dramatisch slecht bestuur – zou deze historische regering zonder de PS een verschil moeten maken. Een paar cola zero’s en de stal is opgekuist. Of was dat niet de belofte?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content