De stiptheidscijfers van Infrabel liggen veel lager dan Infrabel doet uitschijnen, zegt consumentenorganisatie Test-Aankoop.
“Het aantal treinen dat vertraagd of helemaal niet op de bestemming aankomt, ligt minstens tien procent hoger dan de officiële cijfers van spoorwegbeheerder Infrabel”, aldus Test-aankoop. De organisatie eist “duidelijke en vooral juiste cijfers voor de reiziger, bijvoorbeeld door de cijfers ter verificatie voor te leggen aan een onafhankelijk controleorgaan”.
De consumentenorganisatie nam via RailTime, een website en applicatie van Infrabel, bijna 42.000 treinritten van en naar Brussel onder de loep. Daaruit leert Test-Aankoop dat zes op de tien treinen stipt rijdt. Daarmee wordt bedoeld: op tijd of met minder dan vijf minuten vertraging. Drie op de tien komen tot een kwartier te laat aan, en een tiende is nog later of wordt afgeschaft. De organisatie is evenmin te spreken over “het achterpoortje van de commerciële reistijden”, omdat de NMBS “de reistijden soms verlengt zodat bepaalde trajecten een extra tijdsmarge krijgen ingebouwd en minder snel vertraging oplopen”.
Spitsuren
Voor haar metingen volgde Test-Aankoop van januari tot en met mei 2013 elke werkdag 489 treinen die tijdens de piekuren (van 6 tot 10 uur ’s morgens en 15 tot 19 uur ’s avonds) van en naar Brussel Centraal reden. Test-Aankoop meent dat enkel treinen in de spitsuren onderzoeken het verschil met de officiële cijfers slechts deels kan verklaren. Op de lijn tussen Brussel en Namen is de hinder het grootst. In de ochtendspits rijdt op dat traject een derde van de treinen met vertraging, in de avondspits is het de helft. Om duidelijke en juiste cijfers te verkrijgen, wil Test-Aankoop dat ze ter verificatie voorgelegd worden aan een onafhankelijk controleorgaan.
Infrabel: ‘Onderzoek is onwetenschappelijk’
Het onderzoek naar de stiptheid op het spoor van Test-Aankoop werd op een twijfelachtige en onwetenschappelijke manier uitgevoerd”, reageert Infrabel.
“Onze cijfers gaan terug op 3.500 treinen, op het hele netwerk”, zegt woordvoerder Arnaud Reymann. “Test-Aankoop baseert zich op enkele lijnen”, zegt Reymann. “Op basis van die gegevens extrapoleert ze de stiptheid van het spoorverkeer in heel België. En het slaat ook nergens op om enkel te meten in Brussel-Centraal, het zwarte punt van de noord-zuidverbinding. Ons beheerscontract legt ons op om de stiptheid te berekenen bij aankomst op de eindbestemming.”
Reymann voegde eraan toe dat stiptheid een prioriteit is voor Infrabel. Het onderzoek was voor Test-Aankoop ook de aanleiding om een onafhankelijk controleorgaan te vragen dat de stiptheidscijfers kan verifiëren. Reymann laat weten dat vier keer per jaar vergaderingen worden georganiseerd met reizigersverenigingen. “Hoewel Test-Aankoop daarop ook uitgenodigd. (Belga/AVE)
