Tom Boon: ‘Als ik hockey, denk ik niet na’

Tom Boon © Belga

Tom Boon was tegen Maleisië (6-2 winst) met vier doelpunten dé man van de match bij de Red Lions. In de openingswedstrijd tegen India was hij daarentegen nagenoeg onzichtbaar.

‘Als ik hockey, denk ik niet na. Doe ik dat wel, dan blokkeert het. Dan slaat de twijfel toe,’ zegt Boon. ‘Het is inderdaad instinct. De Indiërs gaven me geen centimeter. Je zag me niet, maar ik heb wel meegespeeld hoor.’

Topschutter

Tom Boon staat op 155 caps en voert na drie WK-dagen met vier goals de topscorerslijst aan. Met twee overwinningen en de wedstrijden tegen Australië, Spanje en Engeland voor de boeg, hebben de Belgische hockeymannen een riant vooruitzicht op een plaats in de halve finale.

Boon: ‘Ik weet dat ik constanter moet worden, zodat ik in een toernooi zeven topwedstrijden kan spelen. De komende twee, drie jaar gaan mijn beste jaren worden. Daarom blijf ik voorlopig bij (de Nederlandse topclub, nvdr.) Bloemendaal.’

Het betekent dat Boon in 2016, als er in Rio om olympische medailles wordt gespeeld, op zijn best verwacht te zijn.

Waarschijnlijk waagt hij daarna een uitstapje naar India, waar in de Europese winter een slordige 50.000 euro met hockey te verdienen valt.

Strafcorner

Specialiteit van Boon is zijn strafcorner. Hij heeft dat altijd een ‘prachtig aspect’ van het spel gevonden.

‘Je moet sterk zijn. Dat ben ik geworden door altijd maar te slaan. Nu hebben we twee, drie keer per week krachttraining. Ik ben niet zo sterk als de Nederlander Mink van der Weerden. Die heeft de beste strafcorner van de wereld. Hij schiet een paar kilometertjes harder dan ik. Daarnaast schiet niemand zo zuiver als hij. Verkijk je niet op de strafcorner. Het is niet alleen de man die de klap geeft. Het gaat over drie soms meer stationnetjes. De aangever en de stopper hebben een cruciale rol. Als die hun werk niet goed doen, kan ik wel inpakken.’ (Belga/KVDA)

Partner Content