Toeristische borden verdwijnen niet waar er al één stond

(Belga) De zestien steden die nu al over een toeristisch bord beschikken op de autosnelweg, zullen dat bij de vernieuwing van de borden niet verliezen. “Wie er één had, mag zijn bord houden”, verzekerde Vlaams minister van Mobiliteit Hilde Crevits donderdag in het parlement. Door de nieuwe criteria worden nog zeven extra steden aangeduid. Totale prijskaartje: 566.000 euro.

De aankondiging dat de – nu nog bruine – toeristische borden vervangen zouden worden, zorgde destijds voor heel wat deining. Vooral het nieuws dat een aantal borden dreigde te verdwijnen, deed in de betrokken steden heel wat stof opwaaien. “Niemand spreekt over die borden… tot je ze weghaalt”, moest ook minister Crevits vaststellen. In samenspraak met minister van Toerisme Geert Bourgeois besloot ze dan ook geen borden te schrappen. De zestien centrumsteden en veertien toeristische regio’s – plus enkele “subregio’s” zoals het Pajottenland en de Druivenstreek – kunnen dus op beide oren slapen. De vereiste dat een attractie op maximum 7 kilometer van de snelweg mag liggen, is slechts “richtinggevend”. Voor de toekenning van een bord moet aan minstens vijf van de acht nieuwe criteria voldaan zijn, gaande van het aantal attracties tot het aantal overnachtingsplaatsen in de streek. Er komen daardoor minstens zeven borden bij: in Brussel, Genk, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout, Tongeren en Veurne. (KNS)