Herman Matthijs (UGent, VUB)

‘Tien lessen over de Vlaamse begroting’

De Vlaamse deelstaat is later dan de federale overheid van start gegaan met zijn begrotingsopmaak 2017, maar is veel sneller geland met zijn budgettair werk. De Vlaamse ambitie om een evenwichtige begroting te hebben, zal nu voor het eerst in deze legislatuur worden gerealiseerd. Want we zijn nu halfweg de regeerperiode en het aangekondigde evenwicht is theoretisch bereikt. Desalniettemin blijven er enorme uitdagingen bestaan ten aanzien van de Vlaamse openbare financiën gedurende de volgende jaren.

Welk zijn de uitdagingen en de mogelijke oplossingen ? Hierna volgt een overzicht op basis van een budgettaire hitparade .

1. De financiering van de Vlaamse begroting gebeurt grotendeels op basis van dotaties en dit berekend op delen van de personenbelasting en de BTW. Inderdaad deze middelen uit de BFW ( Bijzondere Financierings Wet ) zijn zowat goed voor 31 van de 40 miljard euro aan inkomsten. De belangrijkste eigen te innen ontvangsten zijn de gewestelijke belastingen ( vb. erfenisrechten ) met 6,2 miljard euro. De ‘jojo’ bewegingen in het kader van de BFW zijn wel een probleem omdat deze een ernstig raming alsook opmaak van de begroting in de weg staan.

2. In navolging van het vorige punt lijkt het een wijze aanbeveling om deze BFW aan te passen tot een transparanter, logischer en werkbaarder geheel. Hieromtrent moet wel de opmerking worden gemaakt dat een dergelijke wijziging van de BFW wel een bijzondere meerderheid vereist in de Kamer van Volksvertegenwoordigers alsook in de Senaat. Maar de kiemen voor een zevende staatshervorming zitten ook in de huidige uit te voeren zesde staatshervorming en dit omwille van de vele heterogene bevoegdheidspakketten. Deze laatsten zijn per definitie duur door de vele dubbele administraties en zijn een rem op een homogeen transparant beleid.

3. Naast de vermelde ‘jojo’ bewegingen in de BFW ten aanzien van de over te hevelen middelen naar de deelstaten , zal de Vlaamse begroting de volgende jaren ook rekening moeten houden met andere tegenvallers met betrekking tot de BFW. Meer bepaald is er de zogenaamde ‘autonomiefactor’ die in 2018 zowat 800 miljoen gaat kosten. Daarnaast zijn er nog de budgettaire lijken van de overheveling met betrekking tot de financiering van de ziekenhuizen.

4. Vlaanderen heeft tot heden meestal gewerkt met de zogenaamde kaasschaafmethode om zijn begroting budgettair zeewaardig te houden. Maar daardoor is de discussie van structurele keuzen niet gemaakt en/of uitgesteld. Men had beter bij het begin van deze legislatuur de moeilijke budgettaire keuzen gemaakt, dat is altijd politiek gemakkelijker dan halfweg de regeerperiode tot de conclusie te moeten komen dat een evenwicht misschien een ‘mission impossible ‘ zou kunnen worden. In de hiernavolgende punten worden ook een aantal punten aangekaart, die relevant zijn voor de Vlaamse welvaart.

De energievoorziening, de prijzen en het beleid daaromtrent gaan zeker niet verbeteren als men de Chinezen laat binnentreden bij Eandis.

5. De hoge energieprijzen zijn ook niet aantrekkelijk om investeringen aan te trekken. Al jaren wordt er aangekondigd dat de politiek daar iets aan gaat doen. Maar de factuur leert iedereen dat die desbetreffende prijzen stijgen .Een cijfermatige analyse van die energiefacturen leert ons ook dat meer dan de helft van dat bedrag niets van doen heeft met de energieproductie. Ten aanzien van al die energietaksen zouden de regeringen eens kunnen ingrijpen. De energievoorziening, de prijzen en het beleid daaromtrent gaan zeker niet verbeteren als men de Chinezen laat binnentreden bij Eandis. De macht over het energiebeleid moet in eigen handen blijven en als de Vlaamse gemeenten dat willen verkopen, dan moet de Vlaamse regering maar ingrijpen. In ieder geval is de liberalisering van de energiesector mislukt en hebben de burgers daar weinig positiefs aan gehad. Maar Vlaanderen heeft ook een probleem door de versnippering van het energiebeleid als een heterogeen pakket met de federale overheid.

6. Een ander feit dat ons parten speelt is de gebrekkige link tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Er is te weinig praktijk in de meeste opleidingen. Bovendien wordt er te weinig geïnvesteerd in de richtingen die de markt vraagt en omgekeerd. Met een Vlaamse onderwijsbegroting van 11 miljard euro kan geld geen probleem zijn om die hervormingen door te voeren. Maar een kernprobleem in het onderwijs is dat, gedurende deze eeuw , bijzonder veel geld wordt gestoken in een exploderende administratieve en pedagogische omkadering rond het onderwijs.

7. Ook de problemen ten aanzien van de mobiliteit en de constante fileproblematiek geeft geen positief imago in het buitenland. Er moet dringend werk worden gemaakt van investeringen in het kader van de wegen. Om aan de mobiliteitsvragen van de snel groeiende bevolking en de leefbaarheid van de economie / industrie te voldoen moet er dringend meer geld worden uitgetrokken voor de verkeersinfrastructuur. Gezien de belangrijkheid van de Vlaamse havens van Antwerpen en Brugge zijn dergelijke investeringen van het allergrootste belang om investeringen aan te trekken.

Er moet dringend werk worden gemaakt van investeringen in het kader van de wegen.

8. Daarmede komen we bij de problematiek van de te lage overheidsinvesteringen . Hierop is gemakkelijkheidshalve te veel bespaard in het verleden en dat speelt ons nu serieuze negatieve parten. Bovendien hebben de deelstaten veel meer dan de federale overheid de desbetreffende bevoegdheden in handen. Er moet hier wel gewezen worden op het feit dat de EU- ESER regels hier een heel negatieve invloed spelen. Die regels zijn dringend aan een zeer grondige hervorming toe. Zou het niet beter zijn om terug over te stappen naar het oude systeem van een evenwichtige gewone” begroting en dit naast een buitengewone begroting die enkel voor de investeringen dient ?

9. Ook Vlaanderen kent schulden ( 25,7 miljard geconsolideerde schuld ) en tel daar nog de schulden bij van de lokale besturen . De gemeenten en de OCMW ’s zijn goed voor zowat 10 miljard euro schulden. Vooral de slechte budgettaire situatie van ongeveer een derde van de gemeenten, vereist dat de Vlaamse overheid opnieuw een budgettair administratief toezicht moet invoeren met betrekking tot zijn lokale besturen. Ook een doorgedreven interne staatshervorming moet kunnen leiden tot een besparing en een efficiënter bestuur.

10. Is er iets te besparen in de Vlaamse begroting ? Wel als men deze begroting van 40 miljard euro eens analyseert, dan komt men toch tot de conclusie dat er hier nog vet op de soep zit. Zodoende is een evenwicht in Vlaanderen best ook haalbaar over de volgende jaren. en dit zonder de investeringen aan te tasten. Ook een doorgedreven anti- Kafka beleid tegen de overregulering, die economisch dodelijke is voor Vlaanderen, kan alleen maar budgettaire winnaars opleveren.

Een evenwichtige Vlaamse begroting is een voorbeeld van goed bestuur en verlicht daarmee ook budgettaire lasten voor de volgende jaren. Daarnaast positioneert Vlaanderen zich ook sterker tegenover de andere bestuursentiteiten van dit land. Blijkbaar kunnen de drie Vlaamse regeringspartijen wel op Vlaams niveau iets budgettair in orde brengen en dat is wel een contrast met de federale budgettaire situatie. Want door deze evenwichtige begroting is Vlaanderen het enige bestuursniveau met een dergelijke budgettaire situatie.

In ieder geval is dit laatste een politiek statement voor de andere besturen in dit land. Door de snelle opmaak van de begroting 2017 heeft de Vlaamse regering iedereen verrast in dit late ‘indian summer’-weekend.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content