Het omstreden Hongaarse referendum over het Europees spreidingsplan voor vluchtelingen is ‘een illustratie van een Europese Unie die op haar limieten zit’, zegt staatsecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA).
Francken kijkt met een dubbel gevoel naar het Hongaarse referendum, zo zei hij in De zevende dag op Één. ‘Enerzijds is het niet echt kosjer wat men doet. Er is afgesproken en gestemd met een brede meerderheid – ook door België – voor een Europees spreidingsplan’, beklemtoont hij. Dat Boedapest dit vervolgens weigert uit te voeren, noemt hij ‘een rare interpretatie van democratie’.
Anderzijds is het onder meer Hongarije dat volgens Francken ‘het vuile werk opknapt’ aan de buitengrenzen van de Schengenzone. Het zijn immers landen als Hongarije, Servië en Macedonië die ervoor zorgen dat niet iedereen zomaar binnen kan. Altijd maar schieten op premier Viktor Orban en Hongarije vindt de N-VA’er dus net zo goed ‘hypocriet’.
Voor Francken bewijst het Hongaarse referendum vooral dat de Europese Unie te snel gegroeid is en op haar limieten botst. Hongarije neemt immers wel volop Europese subsidies aan, maar wil vervolgens geen inspanning doen als het om de opvang van vluchtelingen gaat. ‘Solidariteit in één richting werkt niet’, besloot hij. (Belga)
