Termont: ‘SP.A is te veel naar centrum opgeschoven’

Daniel Termont © BELGA

Terwijl de partij nationaal aan het zwalpen is, gaat het SP.A Gent voor de wind. ‘Ik wil niet pretentieus klinken, maar ik durf te stellen dat de SP.A in Gent meer voeling heeft met wat er leeft onder de mensen dan in de rest van Vlaanderen’, zegt burgemeester Daniël Termont.

Terwijl de partij nationaal aan het zwalpen is, gaat het SP.A Gent voor de wind. Als nooit tevoren. En dat heeft het vooral te danken aan Daniël Termont, onlangs verkozen tot tweede beste burgemeester ter wereld. Geen stad in Vlaanderen heeft zoveel vertrouwen in zijn bestuur, blijkt uit de nieuwe stadsmonitor.

Wat is het ‘grote geheim’ van Termont?

Daniël Termont: ‘Dat zal waarschijnlijk mijn authenticiteit zijn. Ik ben een geboren en getogen Gentenaar. Je hoort dat ook, ik kán zelfs geen Algemeen Nederlands spreken. Ik werk ook heel hard: dag en nacht, zeven op zeven. Ik ben altijd bereikbaar. En drie: ik sluit me niet op. Ik kom zoveel mogelijk onder de mensen. Al heeft dat ook een keerzijde. Ik heb geen privé meer. Als ik met mijn vrouw op restaurant ga, word ik voortdurend aangesproken. Een goeiedag zeggen stoort me niet, maar ik word lastig als de mensen net dan vragen om iets voor hen te doen.’

Vindt u het niet gevaarlijk, zo bedolven worden onder de lof? Een politicus kan snel vallen

.

Termont: ‘Ik ben me daar zeer goed van bewust. Ik zoek de belangstelling ook niet op, en zeker niet nu ik besloten heb te stoppen binnen drie jaar. Ik moet niet meer denken aan stemmen winnen. Dat maakt het wel anders werken. (denkt na) Al heb ik eigenlijk altijd mijn gedacht gezegd. Je moet als burgemeester weliswaar soms voorzichtig zijn, maar als politicus mag je wel nog altijd je mening hebben. Al is me dat niet altijd in dank afgenomen.’

Zoals toen u enkele jaren geleden de Roma schoffeerde.

Termont: 'SP.A is te veel naar centrum opgeschoven'
© iStockphoto

Termont: ‘Die uitspraken zijn uit hun context getrokken. Ik heb gezegd dat we met twaalf families problemen hebben, maar ook dat duizenden anderen geen problemen veroorzaken. Ik heb ook gezegd dat individuele hulp geen zin heeft, dat dat collectief moet gebeuren. Dat is wat anders dan de racistische taal die Bart De Wever als burgemeester van Antwerpen hanteert tegenover de berbers. Hij stigmatiseert een volledige bevolkingsgroep.’

De boel samenhouden, noemt u in alle interviews uw grootste kwaliteit. Ik ken een partij die zo iemand nodig heeft.

Termont: ‘Ik ook (lacht). Heel wat vrienden, ook vooraanstaanden van de partij, hebben mij gevraagd om me kandidaat te stellen voor het voorzitterschap. Ik heb neen gezegd. Ik word er volgende maand 62, dat is te oud. Ik ben ook niet van plan terug te komen op mijn beslissing te stoppen. En wie nu voorzitter wordt, moet in 2018 juist het boegbeeld van de partij zijn.’

In 2011 zei u ook neen tegen het partijvoorzitterschap. Ook een parlementszetel liet u meerdere keren schieten. Waarom geen nationale politiek voor u?

Ik ben radicaal tegen cumul. Eén mandaat is meer dan voldoende

Termont: ‘Ik zou in Brussel geen goede politicus zijn. Ik ben ten eerste geen intellectueel, ik heb maar A2-boekhouding gestudeerd, en ten tweede ben ik niet in de wieg gelegd voor de keiharde politique politicienne. Geef mij maar een uitvoerend mandaat in Gent. Zelfs mocht ik nog schepen zijn, had ik neen gezegd. Ik ben een gelukkig mens. Mijn hobby is mijn beroep. Waarom zou ik dan veranderen?’

Termont: ‘Ik zit in het partijbureau. Dat komt wekelijks samen. Ik kan daar onze ministers en parlementsleden de Gentse dossiers voorleggen. Ik ben trouwens radicaal tegen cumul. Eén mandaat is meer dan voldoende.’

U cumuleert nochtans meer dan tien, al dan niet betaalde, mandaten.

Termont: ‘Dat zijn allemaal mandaten die voortvloeien uit het burgemeesterschap of waar ik als energiespecialist van de partij in zetel.’

U bent opgegroeid in een woonwagen. Welke levenservaring hebt u daar opgedaan?

De leading ladies van de Antwerpse SP.A Kathleen Van Brempt, Yasmine Kherbache, Monica De Coninck en Maya Detiège met voorzitter Bruno Tobback.
De leading ladies van de Antwerpse SP.A Kathleen Van Brempt, Yasmine Kherbache, Monica De Coninck en Maya Detiège met voorzitter Bruno Tobback.© Belga

Termont: ‘Niet veel, ik was amper vier toen we alweer verhuisden. Ik heb daar weinig herinneringen van. Ik kan wel zeggen dat ik letterlijk en figuurlijk al vechtend grootgebracht ben. Ik kom niet uit een rijk milieu. Ik liep bijvoorbeeld school aan de Brugse Poort waar de sociaal zwaksten zaten. Mijn jeugd heeft mijn persoonlijkheid gevormd. Toen ik een jaar of 14 was, ging ik met een vriendinnetje naar een thé dansant van de liberale jongeren. Ik wist meteen: dat is niets voor mij.’

Allemaal dikkenekken?

Termont: ‘Dat zou ik zo niet zeggen. Maar die hadden niet de sociale reflex die ik van thuis uit heb meegekregen. Ik voelde mij veel meer op mijn gemak bij de socialistische mutualiteit waarmee ik in die tijd op vakantie ging. En toen ik op mijn 16e Marx begon te lezen, was ik verkocht.’

Welke trein heeft uw partij de laatste jaren gemist?

Termont: (blaast) ‘Ik denk dat we te lang bestuursverantwoordelijkheid gedragen hebben en zo te veel naar het centrum zijn opgeschoven. We hebben te veel compromissen moeten sluiten.’

Bewijst u in Gent niet dat het ene niet noodzakelijk het andere tot gevolg heeft?

Termont: ‘Ik wil niet pretentieus klinken, maar ik durf te stellen dat de SP.A in Gent meer voeling heeft met wat er leeft onder de mensen dan in de rest van Vlaanderen. Wij komen elke dag op straat. De partij is dat elders verleerd. Ik doe al jaren en jaren suggesties in het partijbureau, maar als de voorzitter of de meerderheid telkens neen zegt, dan stopt het. Ze horen dat niet graag in Brussel, maar wij krijgen een eilandgevoel.’

Geef eens een voorbeeld.

Termont: ‘Het hoofddoekenverbod. Dat moest en zou plots ingevoerd worden in Antwerpen. Jongens, toch. Ik ben een vrijzinnige, mij zegt dat vodje niets, maar ik heb wel respect voor de overtuiging van die mensen. En wat is uiteindelijk het resultaat geweest in Antwerpen? (zucht) Duidelijke standpunten innemen, dat is een trein die we gemist hebben. Wij laten bijvoorbeeld veiligheid en integratie al jaren over aan Vlaams Belang. Dat zijn nochtans problemen waar de bevolking wakker van ligt. En terecht. De politiek moet harder optreden tegen zij die de samenleving onveilig maken. Maar wij hebben die problemen nooit mogen benoemen. Uit angst om kiezers af te stoten. Dat is je kop in het zand steken: zo doe je niet aan politiek.’

Frustreert het u dat de partijtop niet luistert?

John Crombez
John Crombez© Belga Image

Termont: ‘Nee. Ik ben te oud geworden om me daar zenuwachtig in te maken. Men is trouwens wel zo beleefd te luisteren, maar men doet meestal niets met wat ik zeg. Ik krijg vaak het antwoord: Vlaanderen is Gent niet. Tja. De meeste beslissingen worden genomen door de inner circle van de partijtop in Brussel. Ik zit daar niet in.’

Wie moet voor u de nieuwe voorzitter worden?

Termont: ‘Ik stem voor John Crombez. Bruno Tobback is als voorzitter sowieso minstens voor een deel verantwoordelijk voor het sukkelstraatje waar we nu in zitten. Al heeft hij ook goed werk geleverd. Maar het is hem niet gelukt om de partij weer op het juiste spoor te krijgen. Nu is het aan iemand anders.’

Wat is voor een stad als Gent vandaag de grootste uitdaging?

Wij investeren veel in onze contacten met de religieuze gemeenschappen

Termont: ‘Ik zie er twee. Wonen in de stad is één. Dat wordt onbetaalbaar omdat er onvoldoende woningen zijn, vooral sociale woningen. Omgaan met toenemende diversiteit en de stijgende armoede aanpakken is twee. De migratie, voornamelijk uit Oost-Europa, onder controle houden is deel daarvan. Dat moet op Europees niveau gebeuren. Europa moet middelen vrijmaken voor de steden die kampen met grote instroom én investeren in de regio’s van herkomst. Die mensen komen niet voor hun plezier naar hier. Ze doen dat uit noodzaak. Maar wij kunnen het niet meer dragen.’

Hoe komt het dat Gent voorlopig weinig Syriëstrijders telt?

Termont: ‘Je moet daar voorzichtig mee zijn. Er zijn al twee Gentenaars vertrokken en er kunnen er nog volgen. Maar ik hoop dat ons integratiebeleid er mee te maken heeft. Wij investeren veel in onze contacten met de religieuze gemeenschappen. Het zal zeker ook te maken hebben met het feit dat we vooral Turkse en Bulgaarse gemeenschappen hebben die minder gevoelig blijken voor de radicaliseringsgedachte.’ (Paul Cobbaert)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content