Duizenden Syriërs zijn volgens mensenrechtenorganisatie HRW in de gevangenis gefolterd en vermoord. Met behulp van foto’s werden enkele gevallen gereconstrueerd.
Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) heeft de Syrische regering beschuldigd van het folteren en mishandelen van duizenden gevangenen, zo meldt die Zeit. Het onderzoek is gebaseerd op een verzameling van ongeveer 28.000 foto’s die een Syrische fotograaf onder het pseudoniem ‘César’ in augustus 2013 uit Syrië wist te smokkelen en die in januari 2014 op het internet verspreid werden.
Zeker 117.000 mensen opgesloten
‘Wij hebben tientallen beelden minutieus getest en we zijn er zeker van dat de beelden van ‘César’ een authentiek en belastend bewijs vormen van misdaden tegen de menselijkheid’, zegt Nadim Houry van HRW. De foto’s tonen de mensen die gearresteerd werden tussen mei 2011 en augustus 2013 door de Syrische regering. Van hen werden er 7000 gemarteld, mishandeld of gedood.
HRW heeft de overledenen met behulp van interviews en aanwijzingen in de foto’s geïdentificeerd, hun doodsoorzaak bepaald en hun persoonlijk lot gereconstrueerd. HRW publiceerde foto’s van 19 van de 27 gecontroleerde slachtoffers. Sinds het uitbreken van de protesten tegen het regime van Bashar al-Assad in maart 2011 te werden minstens 117.000 mensen opgesloten.
Voor het rapport voerde de organisatie talrijke interviews met de families van slachtoffers, ex-gedetineerden en veiligheidstroepen. Slechts gezinnen van twee door HRW geïdentificeerde lichamen hadden overlijdenscertificaten ontvangen, aldus de organisatie.
Uitgehongerd, geslagen en gemarteld
Namens HRW onderzocht een deskundige foto’s van de slachtoffer en kwam tot de conclusie dat marteling, honger, wondinfecties, een stomp letsel en in één geval een schotwond aan het hoofd, de doodsoorzaken waren.
Er is geen twijfel dat de mensen in de foto’s van Caesar systematisch honger moesten lijden, werden geslagen en gemarteld, aldus HRW. ‘Deze foto’s tonen slechts een fractie van de mensen die in hechtenis zijn overleden door de Syrische regering.’
Alle leden van de ondervraagde families zei volgens HRW dat zij maanden of jaren besteed hadden aan het proberen om nieuws te vinden over hun geliefden. In veel gevallen hadden ze grote sommen betaald aan overheidsfunctionarissen voor informatie. De slachtoffers waren gewoon de gevangenis in gegaan.
Ahmad al-Musalmani
Eén van de slachtoffers is Ahmad al-Musalmani, die werd gearresteerd in 2012. Hij was nog maar 14 jaar, maar hij had een regeringkritisch lied op zijn gsm. Hij overleed later in hechtenis. Ahmad al-Dahi, de oom van Musalmani, probeerde jarenlang om zijn neef te vinden en betaalde het equivalent van 13.000 euro in steekpenningen voor zijn vermeende vrijlating. Toen hij eindelijk besefte zijn neef dood op een van de foto’s stond, was dit de “schok van zijn leven”, zei hij aan HRW.” Ik was 950 dagen op zoek naar hem. Toen zijn moeder overleed, zei ze tegen me: ‘Ik laat hem onder uw bescherming.”
Het rapport werd gepubliceerd vlak voor een nieuwe conferentie over Syrië. Een belangrijk punt van het conflict tussen de VS en Rusland is de vraag hoe het Syrische regime onderdeel kan zijn van een vredesproces. Enerzijds is er de Amerikaanse roep om een overgang, weg van de Syrische president Assad, anderzijds wil Rusland het Syrische volk laten beslissen over de toekomst van hun president. (NSK)
