Sven Gatz: ‘Op het einde van de legislatuur zal er weer méér geld naar cultuur gaan dan in 2014’

Sven Gatz © Dieter Telemans
Peter Casteels

Kurt Van Eeghem was vorige week in Knack hard voor cultuurminister Sven Gatz (Open VLD): geen eigen beleid, geen visie, geen verbeelding. Sven Gatz is het daar vurig mee oneens.

Sven Gatz: ‘Er zijn blijkbaar mensen die denken dat ik drie jaar geleden heb bespaard op cultuur en daarna de tijd heb stilgezet. Dat is natuurlijk niet zo. Op het einde van de legislatuur zal er weer méér geld naar cultuur gaan dan in 2014. In de erfgoedsector beginnen we volgend jaar aan een inhaaloperatie, en ook een mediafonds en gamingfonds krijgen nieuwe middelen. In tegenstelling tot wat sommigen denken, ben ik niet alleen minister van de podiumkunsten.’

Feit blijft dat u een regeerakkoord uitvoert waarover u zelf niet hebt onderhandeld.

Gatz: Alsof ik de handpop zou zijn van mijn coalitiepartner! Ik heb ondertussen al een resem aan nieuwe initiatieven genomen. Maar denkt u echt dat er met de liberalen aan de onderhandelingstafel niet was bespaard op cultuur? En dat wij het gat in de begroting hadden vergroot? Er moest gewoon bespaard worden: willen of niet.

Ik ben niet enkel de minister van podiumkunsten

U gaf gemeenten drie jaar geleden de vrijheid om hun budgetten voor bibliotheken en culturele centra aan iets anders uit te geven. In de cultuursector was daar veel ongerustheid over: wat is er ondertussen veranderd?

Gatz: Bij mijn weten niets. Er is enkel hier en daar wat afgepitst op het personeelsbudget. De onheilsprofeten hebben tot dusver ongelijk gekregen. Wij worden trouwens binnenkort bevoegd voor het regionale bibliotheekbeleid, en zullen middelen vrijmaken om hen beter te ondersteunen. Bibliotheken zijn op zoek naar een nieuwe rol, en dat geldt ook voor culturele centra. Zij zijn al iets breder gaan programmeren, ook comedyshows bijvoorbeeld.

Enkele theatermakers hadden daar de voorbije weken kritiek op. ‘Ik ben ook de minister van publiek’, reageerde u daarop.

Gatz: Gesubsidieerde theatermakers hadden het gevoel dat zij minder gevraagd werden door programmatoren van culturele centra. Uit onze cijfers blijkt dat die verschuivingen niet zo groot zijn. Ik heb best begrip voor hun positie, maar moet ik dat altijd oplossen door middelen bij te geven? Was het maar zo simpel. We zullen echt andere wegen moeten bewandelen om een publiek te bereiken dat nu niet wordt aangesproken. Op het Theaterfestival speelde de voorstelling Chasse Patate in een bos in Grimbergen. Dat vind ik prikkelend. Dertig procent van de Vlamingen gaat regelmatig naar het theater, twintig procent nooit en vijftig procent één of twee keer per jaar. Als we hen meer willen aanspreken, moeten we echt anders gaan denken.

Past daar ook het laatste voorstel van u in dat hier en daar op hoongelach werd onthaald? U wilt dat theaterhuizen een budget vrijmaken om gewone mensen mee te laten doen.

Gatz: Dat kwam uit het burgerkabinet dat ik heb georganiseerd. Ik laat geen burgers samenkomen om te discussiëren over grote thema’s en vervolgens helemaal niets met hun voorstellen te doen. Ik besef dat het misschien wat populistisch kan overkomen, maar elk idee dat een nieuw publiek kan aanspreken wil ik ernstig onderzoeken. Het cynisme waar dat dan soms op onthaald wordt, laat ik aan mij voorbijgaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content