Sven Gatz: ‘De openbare omroep moet geen sport-en entertainmentzender zijn’

© Belga

‘Ik ben ook een voetbalfan, maar het is wat te veel van het goede aan het worden op de VRT’, zegt cultuurminister Sven Gatz in een interview met De Zondag. ‘Moet je elke avond voetbal kunnen kijken? Moet je de Ronde van Vlaanderen van minuut één uitzenden? De VRT moet keuzes maken.’

Sven Gatz is het wit konijn dat Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten vorig jaar in juli uit haar hoge hoed toverde voor een ministerpost in de Vlaamse regering. De 47-jarige Brusselaar had de politiek drie jaar eerder ingeruild voor een topfunctie bij de Belgische Brouwers. Gatz is nu als minister bevoegd voor Cultuur, Media, Jeugd en Brussel.

Wie doet zoiets, een topfunctie in de biersector laten staan voor de politiek?

(lacht) Je mag het romantische daarvan niet overschatten. Dat is meer dan bier inschenken en uitdrinken. Het was mijn taak om de belangen van de brouwers te behartigen. Al was dat wel een heel boeiende periode. Maar ik moet onderschat hebben hoezeer het politieke virus nog in me zat. Ik heb geen seconde getwijfeld toen de vraag kwam. Het gaf mij weer een intensief verlangen naar de politiek. Dat voelde wel raar aan. Het zal er ook mee te maken hebben dat Cultuur mijn bevoegdheid zou worden, iets wat me na aan het hart ligt. Voor een andere bevoegdheid zou ik sowieso wel even nagedacht hebben.

Had u niet het gevoel dat u de brouwers in de steek liet?

Nee, want ik heb op drie jaar tijd wel degelijk iets kunnen realiseren. De Brusselse Beurs wordt omgevormd tot Belgische Biertempel, onze biercultuur is kandidaat UNESCO-werelderfgoed, enzovoort. Ik hoef me niet schuldig te voelen.

Bent u als een andere politicus teruggekeerd?

Zeker, ik zou het iedereen aanraden, een intermezzo. Anders bestaat de kans dat je gedemotiveerd raakt. Ik was na 16 jaar Vlaams en Brussels parlement aan een nieuwe uitdaging toe. Ik kan nu veel beter afstand nemen van de waan van de dag. Een dag geen kranten lezen, so what. Dat verandert finaal niet veel aan je leven. Ik voel me meer onthecht. Ik heb ook geleerd om mezelf weer te bewijzen. Eens afdalen van de parlementaire omgeving naar real life is ideaal daarvoor.

Kwatongen beweren dat men u gekozen heeft voor uw progressief profiel, u hebt de kwaliteiten om de kritische cultuursector koest te houden in tijden van harde besparingen.

Als mijn persoon de onvrede wat kan temperen, dan is dat mooi meegenomen. Maar ik denk dat ik gekozen ben om op vijf jaar tijd een nieuw beleid neer te poten. Ik wil die harde besparingen ook in hun context plaatsen. Ja, we moeten besparen en nee, dat is niet leuk. Maar dat kan wel voor een nieuwe dynamiek zorgen.

Niet alle films moeten op die van Jan Verheyen lijken

Hoe ziet u als liberaal de delicate relatie tussen overheid en cultuur?

Cultuur moet een ruime basisfinanciering genieten van de overheid. Dat niveau zit goed in ons land. Wij besparen niet uit ideologische overwegingen omdat we vinden dat cultuur te veel subsidies krijgt. We besparen omdat we overal moeten besparen. Ik wil de geesten wel doen evolueren naar een meer gemengd financieringsmodel. Het niveau van de marktfinanciering moet stijgen. Dat vraagt wel een mentaliteitsverandering van de sector.

Voor de cultuurwereld is dat alsof ze haar ziel aan de duivel verkoopt.

Dat is een verkeerde houding. Het is niet omdat bedrijven zich willen associëren met cultuur, dat ze daarom inspraak vragen in de inhoud. Ten andere, de cultuurwereld is mondig genoeg om zich daartegen te wapenen. Ik ga de komende maanden in een witboek oplijsten welke fiscale maatregelen mogelijk zijn. Dat moet gebeuren in samenspraak met de federale overheid waar de voornaamste fiscale hefbomen zitten, en de Franstalige gemeenschap. Ik denk bijvoorbeeld aan een renteloze lening voor kunstkoop. Dat systeem bestaat al in Nederland. Ik wil ook zien wat mogelijk is op vlak van successierechten op kunst en hoe we crowdfunding fiscaal kunnen stimuleren.

Sven Gatz
Sven Gatz © BELGA

Filmmaker Jan Verheyen zei mij eens dat er een ondergrens moet zijn voor overheidssteun. “Als je kunst beoefent voor jezelf en wat vrienden, moet je je toch afvragen of die hobby betaald moet worden door de gemeenschap.”

De discussie die hij aanbrengt, is waardevol, maar ik ben het er niet mee eens dat je een populariteitscriterium moet invoeren voor kunst. Ik zou het bijvoorbeeld niet goed vinden

mochten alle films gelijken op die van Jan Verheyen. Cultuurbeleid mag niet eng zijn: de overheid moet ook oog hebben voor moeilijkere kunst. Ik wil de behoeder zijn van kunst in al zijn facetten.

In het regeerakkoord staat wel dat de focus zal liggen op initiatieven met impact, bereik en uitstraling.

(knikt) Begin april zal ik mijn visienota voorstellen aan het parlement. Welke sector moet meer krijgen, welke sector minder. Er zullen harde keuzes gemaakt worden. Enkele grote kunstinstellingen, zoals deSingel en de Ancienne Belgique, zullen meer armslag krijgen. Al moet daar iets tegenover staan. Zij gaan hun huizen moeten openstellen voor de middelgroten en de kleintjes. De middelgrote initiatieven ga ik stimuleren om, waar dat verstandig is, samen te werken. Maar ook de kleintjes moeten voldoende vruchtbare grond hebben. Ik zal sommige organisaties onvermijdelijk moeten ontgoochelen, maar ik hoop dat de overgrote meerderheid tevreden zal zijn.

U hebt het regeerakkoord niet mee onderhandeld. Is dat niet moeilijk werken?

Ik zie het regeerakkoord als een referentiepunt, niet als een Bijbel. Het is een dynamisch gegeven. Omstandigheden kunnen wijzigen, inzichten ook. Er is wel één regel: als je wil afwijken van het regeerakkoord, dan moet je dat doen in samenspraak met je coalitiepartners.

Ik zie het regeerakkoord als een referentiepunt, niet als een Bijbel

Media dan. In uw beleidsnota staat dat u een ‘nieuw project’ voor ogen hebt voor de openbare omroep. Hoe ziet dat eruit?

Eerst en vooral, ik vind, ook als liberaal, dat we een sterke openbare omroep nodig hebben. Máár: die mag niet marktverstorend werken. Dat is soms wel het geval vandaag. Dat wordt een belangrijk element in de nieuwe beheersovereenkomst die we dit jaar afsluiten. De werving van reclame-inkomsten is een eerste zaak. Dat moet beperkt worden: de grijze zone moet kleiner. Het digitale vraagstuk is een tweede punt. Je moet je durven afvragen of VRT op haar digitaal platform alles gratis moet blijven aanbieden. Ik vind van niet. Dat is oneerlijke concurrentie. Informatie moet wel gratis blijven. Maar behoren weekendinterviews en opiniestukken tot het informatieluik? Dat moeten we goed afbakenen. Een gezond radiolandschap is een derde punt. De VRT heeft vandaag een marktaandeel van meer dan zestig procent. Je kan je afvragen of dat gezond is.

Zou de commerciële zender MNM niet beter verkocht worden?

Ik sta open voor dat debat. Maar ik kan daar nu geen antwoord op geven.

Opvallend: entertainment en sport verdwijnen als kernopdrachten van de VRT. Dat zullen veel mensen niet graag horen.

Ik ben ook een voetbalfan, maar het is wat te veel van het goede aan het worden. Moet je elke avond voetbal kunnen kijken? Moet je de Ronde van Vlaanderen van minuut één uitzenden? De VRT moet keuzes maken, ook al door de besparingen. Het is mijn visie dat de openbare omroep geen sport- en entertainmentzender moet zijn, waartoe ze wel aan het evolueren was. De VRT moet natuurlijk ook geen nichezender worden met alleen aandacht voor de kernopdrachten informatie en cultuur. Entertainment en sport behouden een ondersteunende rol. Maar het evenwicht moet beter.

Of MNM niet beter verkocht zou worden? Ik sta open voor dat debat.

N-VA’ster Manuela Van Werde meent dat de VRT “geen constructief, maar objectief nieuws moet brengen”. Is het de taak van de politiek om te zeggen welk soort nieuws VRT moet brengen?

Nee. Mijn coalitiepartner zit daar verkeerd. Uiteraard moet de VRT neutraal en objectief zijn. Maar het zou fout zijn het debat over constructieve journalistiek af te doen als een goed-nieuws-show. Ik zou niet te licht over dat concept gaan.

Na de aanslagen in Parijs is het debat over vrijheid van meningsuiting brandend actueel. Ziet u dat als iets absoluuts?

Geen enkel recht is absoluut, al is vrijheid van meningsuiting wel één van de belangrijkste rechten in onze maatschappij. Het moet zo absoluut mogelijk gezien worden. Je mag iemand kwetsen, maar ik vind niet dat je moet kwetsen. Je bereikt daar niets mee. Maar het eindoordeel of iets wel of niet kan, laat ik over aan de individuele verantwoordelijkheid van bijvoorbeeld een cartoonist of journalist. Zelfregulering is het hoogste goed.

(De Zondag/Paul Cobbaert)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content