Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Subsidiëring is sinterklaaspolitiek, levert geen meerwaarde aan onze economie’

‘Stop de subsidiëring van bedrijven’, schrijft Jean-Marie Dedecker. ‘Bedrijven moeten geen subsidies krijgen, maar beloond worden met een faire aanslagvoet. Belonen gebeurt na de prestatie.’

Baron Albert Frère gaat op pensioen. Hij zal er geen Cheval Blanc minder om drinken op zijn kasteel in Pomerol. De patrimoniumopbouw van de Carolingse euromiljardair vertoont veel gelijkenissen met dit van de Russische oligarchen. Alleen was die hold-up op de Belgische schatkist beschaafder en beter verpakt. Dankzij minister van economische zaken Willy Claes (SP), de Waalse socialist André Cools en de toenmalige premier Paul Vanden Boeynants nam de staat in 1970 de waardeloze staatsaandelen over van de holdings Frère-Bourgeois (Hainaut-Sambre) en van de Generale Maatschappij (Cockerill). De zaak was georkestreerd door banken uit dezelfde holdings (BBL en Generale Bank) die zware kredieten hadden open staan in samenspraak met de FGTB, de vakbond van de Luikse metallo’s.

Big Labour en Big Money. In plaats van een failliete schroothandelaar, werd Albert op slag een schatrijke staalbaron. Voor de verkoop van 49% van zijn waardeloze aandelen in Frère Bourgeois Commerciële (FBC) kreeg hij van de Belgische belastingbetaler 735 miljoen frank en een monopolie van 30 jaar op de verkoop van Waals staal. Hij bedong ook nog dat hij blijvend gefinancierd werd met staatswaarborg. Il faut le faire. In 1983 volgde nog 925 miljoen voor de overige 51% van FBC. Albert Frère stak zijn centen in de holdings Pargesa en GBL en de rest is geschiedenis.

Fenomenale staatsschuld

Onze fenomenale staatsschuld is vooral ontstaan door de financiering van de staalsector in de jaren zeventig, om het Franstalig establishment te redden en de vakbonden te kalmeren. De werkelijke staatshervorming, die in dit land heeft plaatsgevonden is de uitverkoop van onze industriële kroonjuwelen aan Frankrijk (Tractebel, Glaverbel, Petrofina, RTL, Royale Belge, ….) Albert Frère is daar een actieve handelaar in geweest. De verkoop van Electrabel aan Suez en van Fortis aan BNP Parisbas is later eveneens het gevolg van gespin in zijn machtig web. We werden lijfeigenen van onze eigen bedrijven. Gans onze industriële nomenklatoera is een wereldje van ons-kent-ons en kan verzameld worden in één serre van het Lakense paleis. Ze worden steevast beloond met een lintje voor bewezen diensten.

Alhoewel. In juni 2007 ,vlak na de verkiezingen, werd ik gesommeerd naar het Paleis. De koning vertrouwde mij toe dat hij zich toch één verheffing in de adelstand betreurde, die van Albert Frère in 1994, die hij onder druk van de socialistische politici tot baron “geridderd” had. Kroonjuwelen verpats je niet. Ik weet dat ik hiermee de kroon ontbloot, maar ik heb al lang gezien dat onze monarch, net als de keizer, geen kleren aan heeft. Het colloque singulier is het biechtgeheim van de monarchie, maar aan de Lakense absolutie heb ik nooit behoefte gehad.

Overheidsinmenging meer regel dan uitzondering

Vandaag is er in principe weinig veranderd. Integendeel. Het is alleen subtieler geworden en de leegroof is nu fiscaal geregulariseerd. Met Luxleaks bleek dat nagenoeg alle beursgenoteerde ondernemingen op de Bel-20 een overeenkomst hebben met de fiscus om hun winsten belastingvrij te versassen, met medeplichtigheid van alle regeringspartijen van de afgelopen jaren. Sommige oligarchen, zoals de adellijke familie de Spoelberch, stortten hun dividenden van AB Inbev dan nog door naar HSBC in het Koekoeksland, maar dat is een ander verhaal. De adel, een incestueus informeel machtsbastion, is zelden edel.

Naast de aderlating met belastingconstructies is er nog een tweede circuit dat de zakken van de belastingbetaler leegrooft, dat van de subsidies aan bedrijven. Economische overheidsinmenging is meer regel dan uitzondering. Niet alleen met doorgeschoten regelneverij maar ook door het morsen van overheidsgeld. Op 10 jaar tijd is de subsidiering aan bedrijven gestegen van 3.6 miljard naar 10 miljard euro per jaar, daarin is ook wel de dotatie voor de NMBS vervat (3 à 4 miljard per jaar). De opbrengst van de vennootschapsbelasting in ons land daarentegen is amper 12 miljard euro per jaar. Dus, als we de NMBS verkopen en de subsidies aan bedrijven stopzetten is het verschil tussen ontvangsten en uitgaven nog amper twee miljard euro. Het spoorbedrijf ten gelde maken en privatiseren zou deze verkwistingsmachine niet alleen stipt doen rijden maar ook op de rails houden. Met een bedrijf als de NMBS kan je zelfs niet ten strijde trekken. Dit blijkt uit Churchills biografie van de Vlaamse historica Ingrid Baraitre (pagina 148).

Even terug in de tijd. Op 16 mei 1940 besloot Churchill naar Parijs te sporen, op elke vraag die hij stelde antwoordde de Franse legertop met een vertwijfelend schouderophalen. Hij vernam dat de Fransen een terugtrekking wensten op de lijn Namen – Waver. Bovendien was er in België een staking van de spoorarbeiders aan de gang. Dat bemoeilijkte het transport van de strijdkrachten. Waarop Churchill zei: “Schiet de stakers neer”. Dat was er ver over van Winston, maar na 75 jaar dendert het treinstakingsvirus nog even hardnekkig voort. Privatiseren, die ijzerwinkel van schrootbeleid.

Wallonië is subsidieland bij uitstek

Vraag is of ondernemingen überhaupt door de overheid moeten gesubsidieerd worden. Voor multinationale ondernemingen is de overheid een dwerg met zakgeld en zeventig jaar subsidiebeleid aan de KMO’s heeft alleen maar de concurrentie scheef getrokken tussen degenen die al of niet aan de kassa mochten passeren. Subsidiëring is sinterklaaspolitiek maar levert geen enkele efficiënte meerwaarde aan onze economie. Wallonië is het subsidieland bij uitstek. Wie er een investeringswindje laat, oogst een storm aan overheidsgeld. Noem het, en er staan een resem politieke benoemde ambtenaren klaar om een subsidiëringsweg uit te dokteren.

Subsidies als cocaïne voor een industriële elite verdoven eerder de concurrentie dan ze aan te zwengelen . Wie er aan verslaafd geraakt, wordt minder performant. Subsidies zijn niet zelden ook het product van een achterhoedegevecht om iets kunstmatigs in leven te houden. Ze zijn dikwijls een baxter om ziekte patiënten kunstmatig te voeden. Politici pronken graag met subsidies. Minister-president Kris Peeters liep met zijn bongobons naar Opel en Ford, zijn opvolger Geert Bourgeois loopt de drempel plat bij Volvo. Als ze op het gaspedaal duwen vertrekken ze met de noorderzon.

Bedrijven moeten geen subsidies krijgen, maar beloond worden met een faire aanslagvoet. Een vlaktaks van maximum 21 % en iedereen gelijk behandeld. Belonen gebeurt na de prestatie. Medailles en prijzengeld moeten uitgereikt worden aan de meet. Startgeld vervalst de wedstrijd. Subsidies zijn het slaapmiddel van de creativiteit… Had Mozart subsidies gekregen dan had hij ze waarschijnlijk verbrast vooraleer zijn genialiteit op notenbalken stond. Vandaag brengt één pagina handgeschreven partituur van Wolfgang één miljoen euro op bij Sotheby’s. Indien ons nationaal kunstpatrimonium vandaag over Mozarts verzamelde werken zou beschikken dan kon ons landje met de opbrengst het gat in de begroting dichtrijden.

Partner Content