‘Studierichtingen in secundair minstens halveren’

Het Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs heeft een eigen visie op de hervorming van het secundair onderwijs.

Het Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs (VVKSO) is klaar met een blauwdruk over de toekomst van het secundair onderwijs. Het is geen reactie op de oriëntatienota van Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A). Blikvanger in die nota is de opheffing van de huidige vormen in het secundair onderwijs: algemeen, technisch, kunst- en beroepsonderwijs (ASO, TSO, KSO en BSO).

‘Onze blauwdruk verwoordt een eigen visie. Met een aandeel van 75 procent en 650 aangesloten secundaire scholen zijn we dat aan onszelf verplicht’, aldus secretaris-generaal Chris Smits van het VVKSO.

Meer doelmatige studiekeuze
Het VVKSO wil komen tot een meer doelmatige studiekeuze van de leerlingen. Die komen nu vaak te laat of helemaal niet terecht in richtingen volgens hun interesses en mogelijkheden. Het VVSKO streeft daarom twee grote doelstellingen na. Op dit ogenblik zijn er, verspreid over 30 studiegebieden, meer dan 150 studierichtingen in de laatste twee jaar van het secundair onderwijs. Dat aanbod moet kleiner en overzichtelijker worden. Daarnaast moet er veel meer oog zijn voor de ‘profielen’ van de leerlingen.

Smits: ‘Minister Smet wekt soms de indruk dat alle leerlingen gelijk en kneedbaar zijn. Maar leerlingen hebben verschillende talenten, interesses en leermogelijkheden. Het VVKSO vindt wel dat ze gelijkwaardig in hun ontwikkeling moeten worden benaderd.’

Beheersniveaus

In de eerste graad van het secundair onderwijs (eerste en tweede jaar) mikt het VVKSO op een algemene vorming. Smits: ‘De eerste graad mag geen voorafname zijn op een studierichting in de tweede (derde en vierde jaar) en derde graad (vijfde en zesde jaar). We leggen de klemtoon op een ruime basisvorming om te observeren en goed te oriënteren. Om leerlingen uit te dagen werken we met beheersingsniveaus. Sommige leerlingen zijn meer gericht op de concrete toepassing van de leerstof. Andere leerlingen hebben door een hoger abstractievermogen meer behoefte aan verdieping.’

Vijf studiedomeinen

In de tweede en derde graad ruilt het VVKSO de opdeling in ASO, TSO, KSO en BSO voor vijf studiedomeinen: economie en maatschappij, kunst en creatie, taal en cultuur, welzijn en maatschappij, wetenschappen en techniek. In elk domein is er een continuüm van studierichtingen. Van algemeen en abstract, tot specifiek, concreet en met leerstof die praktisch toepasbaar is.

Smits: ‘De opbouw van het secundair onderwijs wordt steeds fijnmaziger. Dat maakt een getrapte studiekeuze mogelijk.’ Die keuze wordt ook vergemakkelijkt door het huidige aantal studierichtingen in de derde graad ‘minstens te halveren’. Daartoe heeft het VVKSO al die richtingen gescreend en getoetst aan zijn nieuwe visie.

Hoe een ideale secundaire school er volgens Smits uitziet? ‘Ze biedt een brede eerste graad aan, en daarna een of meer studiedomeinen in de volle breedte. Ze hoeft niet per se een volledig studieaanbod te geven. Daar kan in een stad of regio een groep van scholen of een scholengemeenschap voor zorgen.’

(PAM)
Een ruimere bijdrage over de nieuwe VVKSO-visie op het secundair onderwijs vindt u in de Knack van deze week.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content