Stiptheid treinen blijft achteruitgaan

In het tweede trimester van dit jaar reed 86,9 procent van de treinen op tijd of met een vertraging van minder dan 6 minuten. In het eerste kwartaal bedroeg de stiptheid nog 87,1 procent.

In het tweede trimester van dit jaar reed 86,9 procentvan de treinen op tijd of met een vertraging van minder dan 6 minuten. Dat is een daling tegenover het tweede trimester 2010, toen de stiptheid 87,5 procent bedroeg. Dat blijkt uit stiptheidscijfers van infrastructuurbeheerder Infrabel.
In het eerste kwartaal bedroeg het stiptheidscijfer nog 87,1 procent. De stiptheid tijdens de ochtendspits steeg van 88 procent in het tweede kwartaal vorig jaar naar 88,2 procent dit jaar. Tijdens de avondspits was er een daling van van 80,9 naar 80,4 procent.

In de daluren daalde de stipheid van 89 naar 88,6 procent, in de weekends van 91 naar 89,1 procent. Het aantal verzekerde aansluitingen steeg van 87,5 naar 88,8 procent. Het aantal afgeschafte treinen steeg van 4.930 tot 5.298, of 1,61 procent van het totale aantal treinen.

Wat de hoofdlijnen tijdens de spits betreft, zijn er het meest minuten vertraging in de vroege ochtend (voor 8 uur) voor lijn 50A (Brussel-Oostende), lijn 94 (Brussel-Doornik) en lijn 124 (Brussel-Charleroi): gemiddeld 3,3 minuten vertraging. Tijdens de ochtendspits na 8 uur is dat het geval voor lijn 50 (Brussel-Gent): 6,3 minuten, gevolgd door 50A, 94 en 161 (Brussel-Namen): elk 6 minuten. In de avondspits is er gemiddeld 9 minuten vertraging voor lijn 96 (Brussel-Bergen).

Oorzaken

Belangrijkste oorzaken voor vertragingen in het tweede trimester waren defecten aan het rollend materieel (verantwoordelijkheid NMBS), goed voor 23,7 procent, storingen aan de seininrichtingen (Infrabel): 12,5 procent en incidenten op buitenlandse netten (11,8 procent).

Trieste evolutie

De reizigersorganisatie TreinTramBus bestempelt de evolutie als “triest”. Met een stiptheid van 86,9 procent zitten de treinen opnieuw op het niveau van 1984, aldus Kees Smilde, woordvoerder van TreinTramBus. De periode 1981-1983 was ook heel slecht op het vlak van stiptheid. Daarna ging het in stijgende lijn met de stiptheid, om begin de jaren 2000 scores van 92 tot 93 procent te halen. “Maar sinds 2004 gaat het opnieuw in dalende lijn, gemiddeld met 1 tot 1,5 procent per jaar.” De doelstelling is een stiptheid van 90 procent.

Smilde ziet achteruitgang over de hele lijn als het over stiptheid gaat. Twee assen in het bijzonder doen het slecht: Brussel-Kortijk in Vlaanderen, en Brussel-Bergen in Wallonië, met vertragingen in de avondspits van gemiddeld 8 tot 9 minuten. Aan het slechte weer kan de dalende stiptheid niet liggen. Op de laatste dagen van juni na was het heel normaal weer, merkt de reizigersvereniging op. Enig lichtpuntje, aldus Smilde, is het aantal gestegen aansluitingen. De reden voor de dalende stiptheid is gekend: materiaal dat het laat afweten. De NMBS moet daarom werk maken van “robuust” materieel, vindt TreinTramBus. (Belga/INM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content