Stijgende brandstofprijzen maken hybride bussen tot voordeligste optie voor De Lijn

(Belga) De brandstofprijzen zijn de jongste tijd zodanig opgelopen dat het voor De Lijn intussen voordeliger is om met hybride bussen rond te rijden dan met gewone bussen. Dat heeft Vlaams mobiliteitsminister Hilde Crevits in het Vlaams parlement laten verstaan. De eerste testen van de vervoersmaatschappij wijzen uit dat hybride bussen ongeveer een vijfde minder verbruiken. “Toch al de moeite dus”, oordeelde Crevits.

De Lijn heeft momenteel al een kleine tachtig hybride bussen rondrijden in Vlaanderen. Bij hun lancering ging de maatschappij nog uit van totale kosten en baten die mekaar min of meer opheffen, maar de brandstofkosten zijn zo sterk gestegen dat hybride bussen intussen ook economisch steeds aantrekkelijker worden. Voorwaarde is wel dat ook de externe kosten van de uitstoot in de berekeningen worden opgenomen. Crevits haalde in de commissie Mobiliteit het voorbeeld aan van een “dieselhybride twaalfmeterbus”. Die bespaart gemiddeld een kwart op brandstof, jaarlijks goed voor 6.525 liter en 17,2 ton minder CO2. De meerkost van zo’n bus is vandaag nog 106.000 euro, maar gezien de levensduur van de bussen wordt dat wel degelijk terugverdiend, aldus de minister. Toch zijn hybride bussen niet overal een optie, verduidelijkte een medewerker nog aan Belga. Hybride voertuigen renderen immers vooral bij veelvuldig starten en stoppen zoals in het stadsverkeer, terwijl ze minder het verschil kunnen maken op lange trajecten. (KAV)