Sterktes en zwaktes van Vlaamse economie in kaart gebracht

(Belga) Vlaanderen is een exportgerichte en welvarende regio. Het dankt zijn welvaart vooral aan een hoge arbeidsproductiviteit en komt goed uit een benchmark met zes kleine welvarende landen. Maar Vlaanderen is geen topregio voor innovatie, kampt met stijgende loonkosten en verliest marktaandeel in opkomende handelsblokken. Dat blijkt uit de studie “De Vlaamse open economie” die werd uitgevoerd door de Studiedienst van de Vlaamse regering.

De studie bevestigt dat Vlaanderen een welvarende regio is. Zo lag het bbp per inwoner in 2011 in Vlaanderen 16 procent hoger dan gemiddeld in de EU27. De hoge welvaartsgraad heeft Vlaanderen vooral te danken aan de hoge arbeidsproductiviteit. Met een werkzaamheidsgraad van 71,8 procent (2011) scoort Vlaanderen ook beter dan gemiddeld in de EU15, al scoren onze buurlanden wel beter (met uitzondering van Frankrijk). De lage werkzaamheidsgraad bij ouderen en allochtonen blijft ook een pijnpunt. De studie toetste de Vlaamse economie aan een aantal andere welvarende economieën in de Europese Unie (Nederland, Ierland, Oostenrijk, Zweden, Finland en Denemarken). “Vlaanderen kan die vergelijking zeker doorstaan”, luidt het. Maar de Vlaamse economie kent ook een aantal zwakheden. Zo is Vlaanderen “geen topregio voor innovatie”. Daarnaast is de Vlaamse export te zeer georiënteerd op de “trager groeiende markt van de EU15” en is ze “niet gespecialiseerd in goederencategorieën die in de lift zitten”. Wat ook zorgen baart, is het feit dat Vlaanderen marktaandeel verliest in opkomende exportmarkten. Zo daalde het marktaandeel in de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) tussen 2002 en 2010 met 37 procent. (ANA)