Standhouden is belangrijk voor SP.A

De verkiezingen van 14 oktober komen eraan. Hoe liggen de kaarten voor de SP.A?

1. Waar draait het voor de SP.A om?

In 2006 had de SP.A een van de beste lokale verkiezingsuitslagen uit zijn bestaan. De meeste centrumsteden hebben ofwel socialistische burgemeesters of socialisten in de meerderheid, maar het gaat verder dan dat. De SP.A zit in ruim 130 Vlaamse steden en gemeenten in de meerderheid en levert 35 burgemeesters. Dat globale beeld willen ze behouden.

2. Is dat ook zo? Hoe staat de SP.A ervoor, in de laatste rechte lijn voor 14 oktober?

Moeilijk om zeggen, omdat de SP.A geen nationale campagne voert: geen accolade zoals CD&V, geen nationaal boegbeeld zoals N-VA, zelfs geen nationale slogan. Ze wedden maximaal op het beleid van de lokale mandatarissen. De nationale peilingen zijn natuurlijk redelijk pover – zij het niet zo uitzichtloos slecht als bij Open Vld- maar op het SP.A-hoofdkwartier aan de Grasmarkt belijdt men het geloof in het verschil tussen nationale peilingen en gemeenteraadsverkiezingen.

3. Welke interessante nieuwe kandidaten schuift men naar voor? Zijn er politici die na 14 oktober nationaal bekendheid zullen krijgen? Of zal voor sommigen 14 oktober het begin van het einde inluiden?

Hier lijdt de SP.A wat aan de wet van de remmende voorsprong: een partij die in zo veel steden de burgemeester of een belangrijke schepen levert, heeft al snel de neiging om met de bestaande bestuurders naar de kiezer te gaan. Dus is het weerom Daniël Termont in Gent, weerom Louis Tobback in Leuven, weerom Patrick Janssens in Antwerpen, Caroline Gennez in Mechelen, Hilde Claes in Hasselt, Peter Vanvelthoven in Lommel.

Als er vernieuwing in de lijstvorming zit, is die dus niet bij de belangrijke lijsttrekkers te zoeken, maar elders: in kleinere gemeenten, wat lager op de lijsten. In Antwerpen schuift de SP.A Yasmine Kerbach naar voor, de vrouwelijke allochtone kabinetschef van Elio Di Rupo. Op die lijst staat ook ex-profvoetballer Paul Beloy, een man met een uitgesproken mening en veel ervaring in het managen van een multiculturele gemeenschap. Voetbalclub Beerschot moest hem niet meer hebben, de SP.A neemt Beloy graag mee.

4. Waar hoopt de partij te scoren, waar vreest men verlies? In welke regio’s, steden, gemeenten, eventueel districten is het belangrijk dat de macht bestendigd wordt?

Net als in 2006 draait het in de eerste plaats om Antwerpen. Vorige keer sloeg Patrick Janssens daar de aanval van Filip De Winter af, nu krijgt hij Bart De Wever tegenover zich. Dat is nog een zwaarder kaliber, politiek gezien dan. In de peilingen staat Janssens op verlies: dat wordt dus een zware dobber voor hem en zijn partij.

De SP.A is ook elders in opspraak geraakt: bijvoorbeeld in Hasselt (de Hazodi-affaire) en Oostende (het boek over Johan Vande Lanotte). In die twee steden had de SP.A zo’n overmacht, dat ze zich (bijzonder) zwaar verlies kan veroorloven en toch nog standhouden. Neem Hasselt. Burgemeester Hilde Claes vertrekt daar van meer dan 48 procent van de stemmen. Zelfs als één op drie inwoners van Hasselt die vorige keer op haar lijst (een kartel met de groenen) stemden, die nu de rug toe keren, houdt ze nog dik dertig procent over. En in Gent heeft Daniël Termont zijn positie gebetonneerd door een kartel met Groen te sluiten.

5. Het mogelijk landelijke effect van deze lokale verkiezingen?

Als Patrick Janssens zwaar verliest in Antwerpen, zal dat een ongetwijfeld gezien wordt als een nieuwe belangrijke stap in de structurele verschuiving van de politieke macht in Vlaanderen. Als hij min of meer gelijke tred houdt met Bart De Wever, kan de schade voor de SP.A beperkt blijven. Dan hangt veel van de coalitievorming af. Over winst wordt zelfs in SP.A -kringen weinig hardop gesproken.

Voor de SP.A is ‘standhouden’ belangrijk. Hun politieke discours van de laatste jaren is in grote mate ingekleurd door de ervaringen vanuit het lokale (stedelijke) niveau. Die trend begon onder het voorzitterschap (en tegelijk burgemeesterschap) van Louis Tobback en is eigenlijk nooit meer echt veranderd. Op Bruno Tobback na gingen alle latere SP.A-voorzitters prat op hun stedelijk engagement, van Patrick Janssens tot Steve Stevaert over Johan Vande Lanotte en Caroline Gennez. Zwaar verlies op 14 oktober zou de SP.A in een identiteitscrisis storten. Maar zelf houden ze daarmee geen rekening. De Vlaamse socialisten hopen deze klip zonder veel kleurscheuren te omzeilen, in de wetenschap dat in 2014 een nog beslissender confrontatie volgt.

Nog dit. In meer dan één op drie Vlaamse gemeenten komen groenen en socialisten in kartel op. Op het terrein lijkt er dus een sluipende ‘hergroepering’ ter linkerzijde plaats te vinden. Wellicht is dat een automatische reflex, na een periode van wel extreme versnippering – vandaag zijn er al acht partijen met min of meer landelijke ambities: VB, N-VA, CD&V, Open VLD, SP.A, Groen, LDD en PVDA+. Een beetje herverkaveling kan geen kwaad: niet aan de rechterzijde van het politieke spectrum, en linksom evenmin. (WP)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content