Dries Goedertier en Gunther Blauwens

Staking SNCF: ‘Nieuwe zonnekoning Macron heeft het licht nog niet gezien’

Dries Goedertier en Gunther Blauwens Adviseur studiedienst en nationaal secretaris van ACOD Spoor

‘De Franse regering wil een toestand van algemene kwetsbaarheid op de Franse arbeidsmarkt tot stand brengen’, schrijven Gunther Blauwens en Dries Goedertier van ACOD aan de vooravond van een tweede reeks actiedagen van de Franse spoorbonden.

In zijn streven naar een sterkere positie van Frankrijk binnen de EU heeft president Emmanuel Macron gezworen om het Franse sociaal contract grondig door elkaar te schudden. De afbouw van werknemersrechten is in het liberale Europa van vandaag immers een voorwaarde om mee de lijnen van de Europese politiek te mogen uitzetten. Als junior partner van Duitsland weliswaar. Enkele maanden na een grondige vertimmering van de arbeidswetgeving is Macron uit op een nieuwe scalp. Met een ‘diepgaande hervorming’ van de nationale spoorwegmaatschappij SNCF wil Macron ruimte scheppen voor marktwerking en tegelijkertijd de flexibiliteit van de arbeidsmarkt verder vergroten.

De vier grootste spoorvakbonden reageren met een gezamenlijke estafettestaking van 36 dagen over een periode van drie maanden. Inzet van de strijd? De toekomst van de welvaartstaat.

Denken en bewegen zoals Silicon Valley

Frankrijk kent een lange en vruchtbare traditie van publieke voorzieningen en overheidsinterventie in het sociaal-economisch leven. Zeker na de Tweede Wereldoorlog bouwde het land een sterke gemengde economie uit. Helemaal ontsnappen aan de wereldwijde tendens tot privatisering en liberalisering deed het land niet. Toch schragen overheidsbedrijven tot op vandaag nog steeds de Franse economie. Voor Macron is met name de SNCF echter een reliek uit een andere tijd. Frankrijk moet resoluut een andere weg inslaan. Het land moet ‘denken en bewegen zoals de start-ups’ van Silicon Valley . Enkel de markt en het private initiatief kunnen Frankrijk dynamiseren en klaarstomen voor de mondiale concurrentieslag.

Het mag niet verwonderen dat Macron en zijn regering grote voorstanders zijn van het zogenaamde vierde spoorwegpakket. Eind december 2019 zal de liberalisering van het Europese treinreizigersverkeer een feit zijn. De regering grijpt dit nu aan om het juridisch statuut van de SNCF grondig te wijzigen. In de toekomst zal de SNCF niet langer als overheidsbedrijf maar als société anonyme door het leven gaan. De regering beweert alle aandelen in publieke handen te houden. Toch zal de statuutwijziging het eenvoudiger maken om de SNCF te privatiseren. In het verleden ging men op dezelfde manier te werk om de posterijen en France Télécom af te scheiden van het publieke lichaam.

De zonnekoning heeft het licht nog niet gezien

De spoorwegen zijn een natuurlijk monopolie. Op dezelfde spoorlijn kunnen er géén twee bedrijven tegelijkertijd diensten verlenen. Laat dit natuurlijk monopolie over aan een private partner en je krijgt gegarandeerd hogere prijzen én een verschraling van het aanbod. Een private onderneming wil namelijk winst maken. De Franse vakbonden zien het anders. Voor hen zijn de spoorwegen een publieke en sociale voorziening. De SNCF moet iedereen in staat stellen om tegen betaalbare prijzen te reizen doorheen het land. Net deze universaliteit van de dienstverlening staat vandaag onder grote druk. Een regeringsrapport beveelt aan om de dienstverlening in dunner bevolkte regio’s af te bouwen.

Voor de Franse vakbonden is dit onaanvaardbaar. Ze wijzen op de slechte ervaringen van andere landen met de liberalisering van het treinreizigersverkeer. In het Verenigd koninkrijk bracht marktwerking hogere tarieven, een verminderde efficiëntie, meer onveiligheid en een daling van de investeringen met zich mee. De overheid moest zelfs een aantal keer inspringen om de continuïteit van de dienstverlening te garanderen. Nochtans krijgen de private uitbaters veel subsidies. Waar gaat dat geld dan naartoe? Naar de dividenden van de aandeelhouders. Het is de grote tragiek van privatiseringen. De lasten gaan naar de overheid, de lusten naar de privé.

In 2009 besloot de Britse overheid overigens om de falende East Coast Line terug in eigen beheer te nemen. De resultaten waren verbluffend. Het nieuwe overheidsbedrijf kon de beste efficiëntiecijfers voorleggen van alle uitbaters op het net terwijl ook de reizigerstevredenheid klom tot 92 %. Het bedrijf betaalde zelfs 1 miljard pond subsidies terug aan de Britse overheid. Helaas staat er géén maat op de ideologische blindheid van de Tories. In 2015 privatiseerden ze de East Coast Line opnieuw. Macron is goed op weg om dezelfde fouten te maken. De nieuwe zonnekoning heeft het licht nog niet gezien.

De grote nivellering naar beneden

De SNCF is een smet op het blazoen van een president die van een ‘flexibelere’ arbeidsmarkt zijn absolute topprioriteit maakte. Het personeelsstatuut van de ‘cheminots’ biedt duidelijke loonbarema’s en een grotere werkzekerheid. ‘Précarité’ is echter het nieuwe ordewoord in Frankrijk. Macron maakte het voor private bedrijven veel eenvoudiger om hun werknemers te ontslaan. Carrefour en Groupe PSA (de makers van o.a. Peugeot) maakten begin dit jaar gebruik van de nieuwe arbeidswetgeving om duizenden banen te schrappen.

Macron wil met de Franse publieke sector dezelfde weg opgaan. Nieuwkomers bij de SNCF zullen daarom niet langer onder het statuut vallen. De Franse regering wil een toestand van algemene kwetsbaarheid op de Franse arbeidsmarkt tot stand brengen. Niemand mag daaraan ontsnappen. Het is de grote nivellering naar beneden die overal in Europa (en ook bij ons) doorgeduwd wordt en geen enkele werknemer ten goede komt. Tussen 1995 en 2015 is het aandeel van de lonen in het bruto binnenlands product van de EU met 1,3 % gedaald. Volgens de Nederlandse economen Storm en Naastepad lag de groei daardoor 0,35 % lager.

Hoge standaarden voor personeel en reizigers

De minimumlonen, de ontslagbescherming, de uitkeringen, het sociaal overleg en de publieke tewerkstelling. Alles moet op de schop. De aanpassing van het juridisch statuut van de SNCF en de aanval op het personeelsstatuut is een heuse tweetrapsraket. Het is een voorbereiding op de liberalisering van het Franse spoor. Nederland toont goed aan welke schade die liberalisering op sociaal vlak kan aanrichten. De nationale spoorwegmaatschappij NS ervaart oneerlijke concurrentie van spoorwegmaatschappijen die 10 tot 16 % lagere arbeidsvoorwaarden hanteren. Waaronder niet alleen grote commerciële groepen maar ook buitenlandse staatsbedrijven. In het Verenigd Koninkrijk zien we duidelijk hoe absurd dit kan zijn. De Britse vakbonden richten zich tot de Duitse transportminister om tot overleg te komen rond sociale conflicten bij private spooroperatoren die in handen zijn van Deutsche Bahn. Straks ook in België?

Deze voorbeelden tonen aan dat marktwerking ook overheidsbedrijven meesleurt in een commerciële logica die haaks staat op een ethiek van publieke dienstbaarheid. Daarom is de Nederlandse vakbond FNV Spoor gekant tegen de liberalisering. Het wil dat de spoorwegen een publieke voorziening blijven zodat de NS zijn standaarden hoog kan houden voor het personeel én de reizigers. De Europese transportvakbonden waaronder ook ACOD Spoor zeggen neen tegen sociale dumping à la Ryanair in de sector. Goede loon- en arbeidsvoorwaarden en een goede dienstverlening gaan hand in hand samen. Reizigers en personeelsleden zijn in deze elkaars bondgenoten. Of aanvaarden we een samenleving waar personeelsleden door slechte loonvoorwaarden mee het ticket van de consument betalen?

Het spoor is een gezamenlijke verantwoordelijkheid

De Britse historicus Tony Judt heeft ooit heel helder gesteld dat de spoorwegen een gezamenlijke verantwoordelijkheid zijn. In zijn ogen is het spoor een collectief project met praktische voordelen voor zowel het individu als de maatschappij. Liberalisering staat daar haaks op. Het herleidt de burger tot een consument die alleen maar naar zichzelf moet kijken. Het herleidt alles dat van maatschappelijke waarde is tot koopwaar.

Bovenal legt het de beslissingsmacht over onze economie in handen van een kapitaalkrachtige elite. Schaf de openbare diensten af en er is minder en minder waarover wij als burgers nog gezamenlijk beslissingen kunnen nemen. De markt zal het wel oplossen zeker? Liberalisering komt zo neer op de verschraling van onze democratie. Het is in dat verband veelzeggend dat Macron zijn hervormingen per volmacht wil doorduwen. Hij probeert het maatschappelijk debat monddood te maken.

De Macrons van deze wereld verkijken zich echter op één ding. Werknemers, gebruikers en burgers willen de publieke en sociale voorzieningen niet aan hun lot overlaten. Ze zijn tenslotte van ons allen. De Fransen zijn sterk doordrongen van die eenvoudige wijsheid. De spoorwegwerknemers staan niet alleen. Leerkrachten, verpleegkundigen, ambtenaren maar evenzeer metaalarbeiders, winkelbedienden in precaire statuten en studenten kwamen de afgelopen maanden al in beweging. Macron mag zich dus verwachten aan felle tegenstand.

Gunther Blauwens is nationaal secretaris van ACOD Spoor en bestuurder bij de European Transport Workers’ Federation.

Dries Goedertier is adviseur studiedienst ACOD.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content