Vlaamse sportclubs richten zich meer op competitieve jongeren dan op de gemiddelde sportende Vlaming. Dat blijkt uit een studie van de KU Leuven.
Uit de studie ‘Sportclubs in Beeld, waarover Het Nieuwsblad zaterdag bericht, blijkt dat amper één op de drie Vlaamse sportclubs een gezond leven promoot. Amper vier procent doet er specifieke acties rond. “Clubs gaan daarmee voorbij aan een van hun maatschappelijke taken”, aldus prof. Jeroen Scheerder, die het onderzoek – waarbij 580 clubs werden doorgelicht – coördineerde.
Volgens professor Scheerder richten clubs zich vooral op jonge mensen die aan competitie doen, waardoor ze een groot deel van hun publiek missen. De professor merkt op dat er heel wat belastinggeld naar de clubs vloeit. Dan mag er ook een maatschappelijke return zijn, vindt hij: ‘Volksgezondheid is daar een deel van’.
De meeste sportende Vlamingen blijken op sportief vlak overigens niet bepaald competitief ingesteld. “De meeste mensen doen aan sport voor het plezier, voor een goede gezondheid en voor het sociale aspect”, aldus Scheerder.
Dat hebben de sportclubs in Vlaanderen dan toch niet zo begrepen, want de clubs focussen zich in de eerste plaats op talentrijke jongeren van 12 tot 18 jaar. Dat zou de ‘ generatie sportende senioren’ afschrikken om lid te worden van een sportclub.
Hoe dan ook, uit het onderzoek blijkt dat de clubs zich wel degelijk bewust zijn van hun maatschappelijke functie, maar dat er bij hun leden eenvoudigweg geen vraag is naar een ‘gezond leven‘. Dus is het ook geen prioriteit, luidt het. (BO)
