Spoormaatschappijen moeten reizigers ook vergoeden bij vertragingen door overmacht

(Belga) Spoorwegmaatschappijen moeten hun treinreizigers vergoeden bij vertragingen, ook wanneer die te wijten zijn aan overmacht. Dat stelt advocaat-generaal N. Jääskinen in zijn conclusie voor het Europese Hof van Justitie.

Volgens een Europese verordening moeten spoorwegondernemingen hun reizigers vergoeden bij vertragingen, minstens 25 procent bij vertragingen van één tot twee uur en minstens 50 procent bij vertragingen van twee uur of meer. De Oostenrijkse spoorwegmaatschapppij ÖBB werd door de Oostenrijkse toezichthouder op de vingers getikt omdat ze geen vergoedingen wilde uitkeren bij vertragingen door overmacht. De spoorondernemening stapte naar het Oostenrijkse gerecht en die legde de vraag vervolgens voor aan het Europese Hof van Justitie. In zijn conclusie stelt advocaat-generaal N. Jääskinen dat spoorwegondernemingen hun reizigers ook een compensatie moeten geven wanneer de vertraging veroorzaakt is door overmacht. De Europese verordening voorziet geen vrijstelling van het recht op een vergoeding wanneer de vertraging veroorzaakt is door overmacht zoals slechte weersomstandigheden of door schade aan spoorwegvoorzieningen. Het advies van de advocaat-generaal is nog geen uitspraak van het Hof van Justitie. De advocaten-generaal moeten helpen om oplossingen aan te reiken in juridische geschillen. Het Hof zelf begint pas vandaag met de beraadslagingen over het arrest. De finale uitspraak volgt dus later. (MVL)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content