Specialisten over nota De Wever

Knack vroeg vier specialisten naar hun mening over de belangrijkste hoofdstukken uit de compromistekst van Bart De Wever.

BRUSSEL EN B-H-V

Wat staat er in de nota van Bart De Wever? – Kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde wordt gesplitst. – Inwoners van de zes faciliteitengemeenten rond Brussel kunnen bij federale en Europese verkiezingen op Brusselse lijsten blijven stemmen. – Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest krijgt 100 miljoen extra in 2011. Dat basisbedrag wordt tot 2013 elk jaar met 100 miljoen euro vermeerderd. Vanaf dan krijgt Brussel er jaarlijks structureel 300 miljoen bij. – Als de Brusselse regering een akkoord sluit over interne bestuurlijke hervormingen dat op de goedkeuring van de federale regering kan rekenen, kan daar jaarlijks nog eens 50 miljoen euro bovenop komen. – De overgedragen kinderbijslag wordt toevertrouwd aan de Brusselse Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

Pascal Delwit, politicoloog van de Université Libre de Bruxelles (ULB): ‘De voorstellen in verband met Brussel-Halle-Vilvoorde uit de nota van Bart De Wever zijn niet zo heel problematisch. De Franstaligen waren al een eind opgeschoven in de richting van een zuivere splitsing, zij het met compensaties voor de inwoners van de faciliteitengemeenten en een regeling voor de niet-benoemde burgemeesters. Wél problematisch is De Wevers antwoord op de enige echt grote Franstalige onderhandelvraag: de herfinanciering van Brussel. Het bedrag dat De Wever suggereert is substantieel kleiner dan wat preformateur Elio Di Rupo in zijn eerste, en zelfs in zijn tweede, aangepaste voorstel op tafel heeft gelegd. Dat is moeilijk te verteren voor de Franstaligen, temeer daar zowel Vlamingen als Franstaligen hun voordeel doen met de herfinanciering van het tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor het overige is de nota-De Wever de perfecte negatie van Brussel als volwaardig gewest. Vlaamse en Franstalige gemeenschapsministers zouden vetorecht krijgen in de Brusselse Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor het beleid inzake de kinderbijslag. In de logica van De Wever kunnen de Brusselaars ook fluiten naar de mogelijkheid om bij gewestverkiezingen echt tweetalige lijsten in te dienen of om de taalwetgeving te versoepelen.’

Philippe Moureaux, Brussels PS-kopstuk: ‘Brussel bestaat sinds 1988 als autonoom gewest. In dat gewest zijn er garanties voor de vertegenwoordiging van Franstaligen en Nederlandstaligen in de Brusselse gewestregering. De nota van Bart De Wever stelt dat evenwicht fundamenteel ter discussie. Bovendien is zijn voorstel met betrekking tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de kinderbijslag een doorzichtige poging om Brussel van buitenaf door Vlamingen en Franstaligen te laten besturen. En op het vlak van justitie wordt Brussel behandeld als een rijksgebied dat onder federale voogdij is geplaatst.’

FINANCIERINGSWET

Wat staat er in de nota van Bart De Wever? – 45 procent van de totale opbrengst van de personenbelasting gaat naar de gewesten. – Zo zou Vlaanderen 60 procent van zijn inkomsten zelf verwerven, ofwel zo’n 10 miljard. – De vennootschapsbelasting blijft federaal.

Professor Theo Peeters, medeauteur van het Leuvense alternatief voor de financieringswet: ‘Wat in de nota van Bart De Wever staat over de herziening van de bijzondere financieringswet sluit in belangrijke mate aan bij de modellen die de afgelopen twee jaar in academische kringen in het noorden en het zuiden van het land werden voorgesteld. Die modellen zijn trouwens vaak zeer gelijklopend, zowel qua beoogde objectieven als qua concrete uitwerking.

De nota van Bart De Wever bevat toch enkele opvallende verschilpunten met het Leuvense alternatieve model. Zo blijft in de nota de vennootschapsbelasting federaal. Daarmee wordt een belangrijk beleidsinstrument voor economische activering, dat subsidies kan vervangen door fiscale stimuli, onthouden aan de gewesten. En het solidariteitsmechanisme blijft in de nota verticaal: het gaat nog steeds van de federale schatkist naar de gewesten. Dat betekent dat de last bij de armlastige federale schatkist blijft. In ons Leuvense model pleiten we daarom voor een horizontale solidariteit tussen de gewesten onderling, zodat de rijkere regio direct aan de armere betaalt. Op die twee punten sluit de nota van De Wever dan ook aan bij het alternatief dat aan de universiteit van Namen werd uitgewerkt.

Het voorstel van De Wever is ook redelijk in overeenstemming met de twaalf principes die tijdens de preformatie werd afgesproken over de herziening van de financieringswet. Maar voor sommigen zal de herfinanciering van de federale overheid met het oog op de kosten van de vergrijzing ongetwijfeld een discussiepunt blijven.

De Franstalige afwijzing, en vooral die van de PS, steunt op een fundamenteel verschillende uitgangspremisse. Zij wensen de bestaande regeling te behouden, dus met de federale schatkist als belangrijkste derde betaler van de eigen uitgaven. En daarbovenop kan er dan gepraat worden over wat bijsturingen in de marge voor fiscale autonomie en financiële responsabilisering. Voor de Vlamingen gaat over een regeling in de plaats van het bestaande. Nochtans is de door Bart De Wever voorgestelde herziening minder revolutionair dan sommigen laten uitschijnen. Het volstaat daarvoor de cijfermatige vergelijking te maken tussen de bestaande financiering en de herziene voorstellen. Wel worden de verantwoordelijkheden van iedereen beter afgebakend en transparanter gemaakt. In de toekomst zou de belastingbetaler ook zijn bijdrage aan de financiering van zijn gewest en gemeenschap op zijn belastingbrief zien verschijnen naast de federale en de gemeentelijke overheid. Het kan meer en beter verantwoord bestuur alleen maar stimuleren.’

GEZONDHEIDSZORG

Wat staat er in de nota van Bart De Wever?

De ziekteverzekering wordt niet gesplitst. – De gemeenschappen worden volledig bevoegd voor preventie (vaccinaties, screening van aandoeningen, tandhygiëne op school enzovoort). – Mensen met een handicap wenden zich nog tot één overheid (bij de gemeenschappen), ook voor hun hulpmiddelen. – De gemeenschappen worden verantwoordelijk voor de programmatie, de erkenningsnormen en de prijscontrole van rust- en verzorgingstehuizen, rustoorden, centra voor kort- en langverblijf van ouderen. – De budgetten voor thuisverzorging, palliatieve zorg, huisartsenkringen en het drugsbeleid gaan naar de gemeenschappen. – De gemeenschappen worden bevoegd voor de bouw, de renovatie en het groot onderhoud van ziekenhuizen. – De gemeenschappen krijgen vertegenwoordigers in het RIZIV, de Hoge Gezondheidsraad, E-Health en het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg.


Peter Degadt (Zorgnet Vlaanderen): ‘Voor preventie, gehandicapten en ouderenzorg trekt Bart De Wever de logica van vorige staatshervormingen door. En in de ziekenhuissector wordt de huidige ingewikkelde financiering (40 procent federaal, 60 procent gemeenschappen) helder gemaakt. Op het vlak van de eerstelijnszorg en de vertegenwoordiging van de gemeenschappen in federale instellingen zijn de stappen veeleer beperkt.

In totaal wordt 3,8 miljard euro overgedragen. Dat is niet niks in verhouding tot het budget van de ziekteverzekering (22 miljard) en van de gezondheidszorg in haar geheel (30 miljard). Het is dus zeker een stap vooruit. Toch is het ook een compromis op verkeerde vlakken. Door de vergrijzing moet de gezondheidszorg in de komende twintig jaar een grote omslag maken naar zorg op maat van bejaarden. Om dat zo kostenefficiënt mogelijk te doen, moeten diverse deelsectoren – eerstelijnszorg, revalidatie, ziekenhuizen, residentiële zorg enzovoort – veel meer op elkaar inspelen. Dat zou kunnen als die sectorale bevoegdheden integraal worden overgedragen. Tegelijk kan de solidariteit worden gehandhaafd door de financiering en het bepalen van tarieven en remgelden op het federale niveau te laten. Maar zover reikt het voorstel van De Wever niet.

Daarom moeten we ook opletten met de kostenstijging in de ouderenzorg, want de vergrijzing slaat in Vlaanderen meer toe dan in Wallonië en Brussel. In Vlaanderen groeien die kosten met 6 procent per jaar, en zijn er 30.000 nieuwe opvangplaatsen nodig. Als dan alleen de huidige federale budgetten voor ouderenzorg worden overgedragen en de gemeenschappen geen vat krijgen op andere delen van de gezondheidszorg, is het de vraag waar het extra geld zal worden gehaald. Hetzelfde geldt voor de eerstelijnszorg. Ook daar is meer samenwerking nodig tussen huisartsen, thuisverpleegkundigen, gezins- en bejaardenhelpsters enzovoort. Maar de ene groep wordt nu betaald door de federale overheid, en de andere door de gemeenschappen. Hoelang kunnen we ons dergelijke grote en dure inefficiënties in het systeem nog veroorloven?’

JUSTITIE

Wat staat er in de nota van Bart De Wever?
– De gemeenschappen mogen de organisatie en de werking van rechtbanken van eerste en tweede aanleg regelen. – De gemeenschappen kunnen eigen administratieve rechtscolleges oprichten. – De gemeenschappen spelen een grotere rol in het vervolgingsbeleid en het jeugdsanctierecht.

Justitiespecialist Hugo Vandenberghe (CD&V): ‘Op het vlak van justitie vind ik het voorstel heel positief. Met uitzondering van het gerechtelijke arrondissement Brussel, dat een federale bevoegdheid blijft, worden alle rechtbanken en hoven op gemeenschapsniveau gebracht. Dat idee stond in 2007 trouwens al in het kartelprogramma van CD&V en N-VA. Het is een logische en noodzakelijke stap, omdat de opvattingen over justitie aan beide kanten van de taalgrens vaak erg ver uit elkaar liggen. Zo is men het bijvoorbeeld niet eens over de organisatie in kleine of grote arrondissementen. En ook het dossier van de werklastmeting zit nog altijd in een impasse. Op basis van objectieve werklastmetingen wordt bepaald waar welke middelen worden ingezet. Dat is toch de bedoeling. Alleen raakt men het op federaal niveau niet eens over de criteria van die metingen. Het probleem is natuurlijk dat elke tegenstelling tussen Franstaligen en Vlamingen telkens weer op de spits wordt gedreven, want dat zorgt voor blokkeringen. Als justitie wordt gedefederaliseerd, zoals Bart De Wever in zijn voorstel schrijft, zouden we eindelijk vooruitgang kunnen boeken. Dan zouden de redelijke termijnen voor de behandeling van een dossier ook strenger kunnen worden bewaakt.

Wat ik ook een zeer goede zaak vind, is dat de gemeenschappen administratieve rechtscolleges mogen organiseren. Dat zou de Raad van State, die met een grote achterstand kampt, enorm ontlasten. Wie een beslissing van de overheid wil betwisten, kan dan immers terecht bij die nieuwe rechtscolleges, die bijvoorbeeld per provincie georganiseerd kunnen worden. De Raad van State wordt zo een cassatierechtbank voor betwistingen van daden van de overheid.

Voorts ben ik natuurlijk zeer tevreden dat Bart De Wever mijn voorstel voor de splitsing van het gerechtelijke arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde overneemt. Ik snap niet goed dat daar aan Franstalige kant zo afwijzend op wordt gereageerd, want al tijdens de onderhandelingen onder leiding van Jean-Luc Dehaene in april van dit jaar stonden we op dat vlak dicht bij een oplossing. Laurette Onkelinckx (PS), die toen onze belangrijkste gesprekspartner was, ging ermee akkoord dat de Brusselse rechtbank moest worden opgesplitst in een Nederlandstalige en een Franstalige rechtbank. Er waren maar een paar kleinere punten meer die uitgeklaard moesten worden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content