François De Smet

Soedanese identificatiemissie: ‘Er waren andere en betere keuzes mogelijk’

François De Smet François De Smedt is directeur van het Federaal Migratiecentrum Myria. 

Begin deze maand voerde politieagenten acties tegen het verblijf van een honderdtal migranten in Brussel. Die werden vervolgens in gesloten detentiecentra ondergebracht in afwachting van de omstreden Soedanese identificatiemissie. ‘Welke prioriteiten stelt deze regering zich eigenlijk?’, vraagt Francois De Smet, directeur van het Federaal Migratiecentrum Myria, zich af.

De polemiek rond de aanhoudingen van Soedanezen rond het Noordstation en het Maximiliaanpark zwelt aan, te meer omdat ze in gesloten centra worden ondergebracht in afwachting van hun eventuele uitzetting. Om de asielzoekers, die van een overtocht naar het Verenigd Koninkrijk droomden, terug te sturen naar het land van herkomst, is het nodig ze te identificeren. Daartoe heeft onze regering het initiatief genomen om te onderhandelen met vertegenwoordigers van Soedan, een van de ergste dictaturen ter wereld.

Juiste en voldoende informatie

Los van de emotie, veroorzaakt door foute woordkeuzes en karikaturale nazivergelijkingen, gaat er te weinig aandacht naar de essentie van de zaak. Het werkelijke doel van de Belgische autoriteiten bestaat er niet zonder meer in de Soedanezen uit te wijzen. Het is een middel om de oprichting van een ‘jungle van Calais’ redux in de straten en parken van Brussel te voorkomen.

Transitmigratie stelt inderdaad een moeilijke uitdaging: we spreken hier over migranten die talloze gevaren hebben doorstaan sinds hun vertrek uit het herkomstland en die geen enkele intentie hebben om asiel aan te vragen in België. Ze zijn gefixeerd op het Verenigd Koninkrijk, en koesteren veel wantrouwen tegenover welke vertegenwoordiger van gezag dan ook. Zij vrezen ook – en vaak terecht – dat als zij asiel aanvragen, ze naar Italië of een ander Europees land waar ze geïdentificeerd zijn in het kader van de Dublin-verordening, kunnen worden teruggestuurd.

Soedanese identificatiemissie: ‘Er waren andere en betere keuzes mogelijk’

Franu0026#xE7;ois De Smedt, directeur Myria

Om die reden is het van enorm belang om te weten of de asielzoekers de juiste en voldoende informatie hebben gekregen. Het is cruciaal dat we niet enkel nagaan of ze nu asiel willen aanvragen of niet, maar dat we hen nauwgezet de gevolgen duidelijk maken van de keuze die ze zullen moeten maken. We moeten hen duidelijk maken dat het in hun eigen belang is om niet meer naar het Verenigd Koninkrijk te willen gaan. En dat ten gunste van een asielaanvraag in een ander Europees land.

Welke prioriteiten stelt de regering?

De gemaakte keuze van de autoriteiten doet daarentegen vragen rijzen over de gehanteerde waardenschaal. In april vertelde de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) in een interview met La Libre Belgique dat hij niet met Soedan wilde onderhandelen over de terugkeer van migranten. De huidige bocht kan alleen gezien worden in het licht van de wil van de regering erger te voorkomen, namelijk dat er spontaan worden opgericht die tijdelijke migrantenkampen als noodoplossing dienen.

De regering vindt het tafereel van migranten in onze straten blijkbaar erger dan onderhandelen met een land dat geleid wordt door een persoon die door het Internationaal Strafhof vervolgd wordt. Het is zonder meer een kwestie van grondrechten. De ingenomen positie van Francken baart zorgen omdat ze uitgaat van een imperatief van visuele ‘properheid’, van ‘hygiëne’ die belangrijker geacht wordt dan fundamentele principes, zoals het beginsel van non-refoulement of de absolute weigering te onderhandelen met dictaturen.

Als onderhandelen met een regime zoals dat van Soedan niet langer een brug te ver is, wat is er weldra wel nog een?

Franu0026#xE7;ois De Smet, directeur Myria

Het parlement en de oppositie zijn dan ook in hun recht om deze gekozen koers in vraag te stellen. De verwijdering van migranten naar een land waar zij een onmenselijke en vernederende behandeling dreigen te ondergaan, is a priori niet verenigbaar met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Geduld, diplomatie en informatie

Het is allemaal zo ver kunnen komen omdat het migratiebeleid in België en andere landen van de Europese Unie de afgelopen drie jaar de agenda bepaalt: irreguliere migranten of transitmigranten ten alle koste afraden naar hier te komen of te blijven. Het beeld van de Soedanezen in een gesloten centrum en die van de Soedanese delegatie die zijn onderdanen komt identificeren, heeft geen ander doel dan deze boodschap volmondig uit te dragen: ‘Kom niet naar Brussel, jullie migranten die van het Verenigd Koninkrijk dromen. We deinzen er niet voor terug om jullie allemaal te arresteren.’ Het is het Alfa en Omega van ons migratiebeleid en doet ons een gevaarlijke grens overschrijden. Als onderhandelen met een regime zoals dat van Soedan niet langer een brug te ver is, wat is er weldra wel nog een?

Er waren andere keuzes mogelijk dan alle Soedanezen die geen asiel aanvragen naar een gesloten centrum over te brengen om ze uiteindelijk naar Soedan terug te sturen. Men had hen ook in een tijdelijke oriëntatiestructuur kunnen opnemen. Met andere woorden, het is hoog tijd om te investeren in een dialoog met deze mensen om hen te overtuigen het Verenigd Koninkrijk op te geven, en hun kans te wagen via een asielprocedure.

Daarbij kunnen we met deze migranten samenwerken om de smokkelaarsnetwerken die hen naar hier brachten te ontmantelen. Zulke acties vergen geduld, diplomatie en informatie, maar passen minder in een discours van macht, gezag en opkuisen, dat momenteel aan de publieke opinie wordt voorgeschoteld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content