Dit is niet het soort rechtszaken waarvoor het snelrecht in het leven werd geroepen, zegt vrederechter in ruste en justitiewatcher Jan Nolf.
Het geweld in de West-Vlaamse grensstreek lijkt helemaal terug. Afgelopen weekend pleegden Noord-Franse gangsters twee drieste overvallen met zware geweren. Open VLD-Kamerlid uit de regio Sabien Lahaye-Battheu ziet een deel van de oplossing in de snelrechtkamers die haar partijgenote en minister van Justitie Annemie Turtelboom in de steigers heeft staan. Een oplossing die er geen is, aldus vrederechter in ruste en justitiewatcher Jan Nolf.
Jan Nolf: Ik begrijp heel goed de verontwaardiging over deze zware criminaliteit, maar dit is niet het soort rechtszaken waarvoor het snelrecht in het leven werd geroepen. De snelrechtbanken zijn bedoeld voor onbetwistbare zaken binnen de kleine criminaliteit, zoals burenruzies of straatvandalisme. Doorgaans moet er bij zware overvallen geoordeeld worden over mededaderschap, medeplichtigheid of heling. Dat zijn geen eenvoudige processen, zelfs niet als de daders bekentenissen zouden hebben afgelegd.
De daders worden bijna nooit gevat.
Nolf: Vandaar dat het voorstel compleet naast de kwestie is. De zware grenscriminaliteit is in de eerste plaats een probleem van de West-Vlaamse politiezones en hun Franse collega’s. Zij zullen hun prioriteiten anders moeten stellen als ze dit willen oplossen. Want zonder dader kun je moeilijk een proces voeren. En als de daders van dit soort misdaden wel gevat worden, dan belanden ze sowieso in voorhechtenis en krijgen ze prioriteit voor de correctionele rechtbank. De snelheid van justitie is hier dus niet het probleem. (HC)
