Sleutel verlaging kinderarmoede ligt bij beleid

(Belga) Het beleid kan een belangrijke impact hebben op de levensomstandigheden van kinderen. Dat blijkt uit Report Card 10 van Unicef, de kinderorganisatie van de Verenigde Naties. In dat rapport vergelijkt Unicef de cijfers van kinderarmoede in verschillende geïndustrialiseerde landen met elkaar. België bevindt zich halverwege, zowel voor de kinddeprivatie-index als de cijfers van de relatieve armoede.

“Veel te veel kinderen moeten het stellen zonder noodzakelijke basisvoorzieningen”, zegt Alexander Gordon, directeur van het Unicef-onderzoeksbureau. “Die kinderen wonen vaak in landen die wel de middelen hebben om die te verschaffen. De cijfers waarop we ons gebaseerd hebben dateren van voor de economische crisis, en daaruit blijkt dat sommige landen het dankzij de bestaande systemen van sociale zekerheid goed deden. Het risico bestaat dat we de gevolgen van slechte beslissingen in de huidige crisis pas veel later zullen zien.” In België beschikt negen procent van de kinderen over onvoldoende basisvoorzieningen, meer dan in Denemarken of Zweden, hoewel die landen een gelijkaardig niveau van economische ontwikkeling en inkomen per capita hebben. “Sommige landen beschermen hun kwetsbaarste kinderen beter dan andere”, aldus Unicef. Een kind beschikt over onvoldoende basisvoorzieningen als het toegang heeft tot minder dan twee items uit een lijst van 14 basisvoorzieningen, zoals een rustige plek voor huiswerk of drie maaltijden per dag. Een tweede maatstaf bekeek het percentage kinderen dat over minder dan 50 procent van het mediaaninkomen beschikt. Tien procent van de Belgische kinderen valt onder de armoededrempel, terwijl dat in Nederland 6 procent is. Unicef bepaalde in het onderzoek die drempel op 50 procent van het mediaaninkomen. Voor België betekent dat op jaarbasis 9.600 euro. (KAV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content