“Slechts helft innovatieve geneesmiddelen terugbetaald door ziekteverzekering”

(Belga) Voor slechts vijf op tien innovatieve geneesmiddelen geeft het RIZIV een positief gevolg aan de aanvraag tot terugbetaling. Dat blijkt uit een studie aan de Gentse Universiteit.

Een student geneeskunde onderzocht 105 aanvragen voor terugbetaling. Uit de analyse blijkt dat slechts twee doorslaggevende factoren de beslissing positief beïnvloeden: wanneer het geneesmiddel in kwestie een netto besparing oplevert voor het RIZIV (5 keer meer kans) of wanneer het gaat over een geneesmiddel tegen een levensbedreigende ziekte (12 keer meer kans). “Slechts een beperkt aantal geneesmiddelen leidt tot een netto besparing en er zijn bovendien veel geneesmiddelen die niet voor levensbedreigende ziekten bestemd zijn”, aldus professor Lieven Annemans (UGent/VUB). “Ook voor die ziekten rekenen patiënten uiteraard op een vergoeding van nieuwe geneesmiddelen. Anderzijds is het ook normaal dat niet elk nieuw geneesmiddel een terugbetaling verdient. Sommige zijn te duur voor wat ze waard zijn en zijn bijgevolg een slechte besteding van overheidsgeld.” Volgens de wet moet het RIZIV rekening houden met de impact van een geneesmiddel op het budget en met de sociale en therapeutische noodzaak, maar ook met de kosten-batenverhouding van het geneesmiddel. “Geneesmiddelen met een goede kosten-batenverhouding moeten idealiter meer kans maken op een terugbetaling en geneesmiddelen met een slechte kosten-batenverhouding minder. En net die logica wordt in onze studie onvoldoende gevonden”, aldus professor Annemans. Vaak wordt een geneesmiddel met een gunstige kosten-batenverhouding toch geweigerd omdat men puur op korte termijn naar het budget van de geneesmiddelen kijkt. De studie besluit dat er veel meer transparantie nodig is omtrent het hoe en waarom van de adviezen. Professor Annemans roept ook de industrie op een realistische prijs te vragen. (Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content