Slechts 1 Belg op de 20 is bereid om tot 67 jaar te werken

© BELGA

Slechts één op de twintig Belgen is bereid om in de toekomst tot de pensioenleeftijd van 67 jaar te werken. De bereidheid om langer te werken hangt samen met de vraag om meer loon en flexibele werkomstandigheden.

Slechts één op de twintig Belgen is bereid om in de toekomst tot de pensioenleeftijd van 67 jaar te werken. Dat blijkt uit een studie die trendonderzoeksbureau Trendhuis bij 4.000 Belgen uitvoerde in opdracht van het Europees Sociaal Fonds-Agentschap Vlaanderen. De Belgen willen wel langer werken maar enkel indien ze van meer loon en flexibele werkomstandigheden kunnen genieten.

Langgeschoolden willen opvallend langer werken dan kortgeschoolden. Twee derde ziet een job tot zijn 60ste zitten, bij de kortgeschoolden is dit minder dan de helft. Een kwart van de langgeschoolden ziet een job tot 65 of ouder wel zitten, bij de kortgeschoolden is dit slechts 14 procent. “Langgeschoolden achten hun job nu eenmaal langer haalbaar – zowel fysiek als mentaal – dan kortgeschoolden”, klinkt de uitleg. “Het zijn immers vooral nog steeds zij met een diploma die de beste, en dus meest draagbare, jobs uitoefenen.”

Mannen zijn optimistischer dan vrouwen

Van de 20-50-jarigen wil meer dan de helft gerust tot zijn/haar zestigste werken, of soms langer. Slechts 2 op de 10 vijftigplussers vindt zijn job zowel fysiek als mentaal haalbaar. Maar het aantal 20-50-jarigen dat zijn job mentaal haalbaar vindt om tot zijn 65ste te doen, is slechts 30 procent. “Het psychologische aspect kan dus zeker een struikelblok zijn”, luidt het.

Opvallend: mannen zijn optimistischer dan vrouwen: bijna 1 op de 4 wil tot 65 jaar werken tegenover slechts 1 op de 7 vrouwen. Bovendien wil 7 procent van de mannen tot zijn 67ste aan de slag, bij de vrouwen is dit amper 2 procent. “Vrouwen werken dan wel vaker dan 50 jaar geleden, het lijkt toch alsof de mannen langer aan de slag willen, of kunnen, blijven”, aldus Nathalie Bekx van Trendhuis.

Verschillen tussen de generaties

Als de arbeidsmarkt onderverdeeld wordt per leeftijd, merken we ook duidelijke verschillen tussen de drie werkende generaties. De 20-35-jarigen zijn een publiek vol verwachtingen waarvan zeven op de tien zegt dat de werkgever hen een job laat doen die ze graag doen. Acht op de tien doet zijn job graag maar anderzijds is werken voor hen slechts een van de vele levens. “Zij nemen immers veel engagementen aan in het leven: reizen, vrienden, familie, hobby’s, … daardoor willen ze zich niet ten volle smijten in de job, zo weten we uit vroeger onderzoek”, aldus Bekx.

Bij de 36-50-jarigen werd er meer stress gemeten dan vijf jaar geleden: 60 procent heeft meer werkstress dan vijf jaar geleden, maar drie vierde zegt dat de werkgever hen laat doen wat ze goed kunnen. Opmerkelijk: ongeveer de helft zou kinderopvang door de werkgever appreciëren.

Vijftigplussers voelen zich dan weer weinig gewaardeerd op de arbeidsmarkt. “Ze verwachten veel aanzien en waardering voor hun vele ervaring, maar anderzijds worden ze geconfronteerd met weinig jobkansen. Ze voelen zich onverdiend de clowns van de arbeidsmarkt”, zegt Bekx. Toch is twee derde nog gemotiveerd om langer te werken mits een job op maat van talenten, minder werkuren en meer vakantie.

Geld als drijfveer

Voor drie vierde van de Belgen is geld reden nummer één om te gaan werken, maar werken moet wel leuk zijn: drie vierde doet zijn job omdat hij ze graag doet, en haast evenveel Belgen omdat ze er betekenis uit halen.

Bijna zeven op de tien Belgen zeggen dat ze een job hebben die aansluit bij hun talenten. Ruim drie vierde geeft aan dat hun werkgever hen werk laat doen dat ze goed kunnen. Dat is een vooruitgang sinds vorig jaar. Toen lag dit cijfer nog maar op 60 procent. Ook geeft twee op de drie aan een job te mogen doen die ze graag doen. Een stijging met 5 procentpunten sinds vorig jaar.

“Talentmanagement is tevens een van de sleutels naar langer werken. Zes op de tien zou langer werken als ze een job hebben 100 procent op maat van hun talenten”, luidt het.

Het “nieuwe” werken, zonder vaste werkplek of werkuren, is populair: meer dan drie op de vier Belgen willen graag de eigen werkuren kiezen. Een van de zaken die benadrukt worden, is “werkbaar werk”: “Het hoeft niet moeilijk te zijn: een goede brok zingeving en waardering, mensen laten doen wat ze écht kunnen en willen doen, minder financiële zorgen, keuzevrijheid en flexibiliteit en een werkplek waar ze zich thuis kunnen voelen”, klinkt het nog. (Belga/JH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content