Peter Casteels

‘Sinds ik Spotify heb, heb ik al meer nieuwe muziek beluisterd dan in de rest van mijn leven’

Noem een site of een app, en iemand zal u wel vertellen wat er mis mee is.

Ik mag Amazon en Bol.com niet al te enthousiast aanraden. Die sites betalen hun medewerkers slecht, laten hen daar ook nog eens veel te hard voor werken, en van die algoritmes komt helemaal niks goeds. Maar Spotify? Mag ik u Spotify aanbevelen? Die app die – weliswaar op een heel aantal betreurenswaardige uitzonderingen na – alle muziek ter wereld verzamelt, en voor enkele euro’s per maand zomaar ter beschikking stelt. Voor iemand als ik, die nog nooit in zijn leven een album of een film illegaal heeft gedownload, ging er een wereld open.

Sinds ik Spotify heb, heb ik al meer nieuwe muziek beluisterd dan in de rest van mijn leven. (Toegegeven, de laatste dagen luister ik als ik over straat loop alleen nog maar naar het openingsnummer van Michael Kiwanuka uit Big Little Lies, terwijl ik even bezorgd naar de wereld kijk als Nicole Kidman naar haar psychologe.) Hoe de muziekindustrie precies voordeel haalt uit Spotify, heb ik nooit helemaal begrepen. Maar ik hoef me geen zorgen te maken over de toekomst van zulke bedrijven, en ze lijken tegenwoordig toch heel tevreden met de horden hipsters waar ze weer vinyl aan kunnen verkopen.

Sinds ik Spotify heb, heb ik al meer nieuwe muziek beluisterd dan in de rest van mijn leven.

Edoh, mensen, ook Spotify is des duivels. ‘Spotify, vloek of zegen? Onze redacteur verliest zijn levensvreugde’, kopte De Standaard vorige donderdag vooraan. De redacteur betrof Tom Heremans, die sinds twee weken Spotify gebruikte, en daar wel echt niet goed van was. De overdaad bezorgde hem een hol gevoel, de groene shuffle-knop was veel te groot, en hij verlangde eigenlijk vooral terug naar de tijd toen hij nog jong was en elke maand één plaat kon kopen. Eén plaat! Héérlijke jaren! ‘Na een week Spotify was ik een emotioneel wrak. Een leeg vat. Ik overdrijf nauwelijks’, schreef hij.

Een columnist die heeft moeten krabben om aan een onderwerp te raken, herken ik ondertussen van op grote afstand. En Tom Heremans is helaas geen columnist: hij schreeuwde zijn woede uit over twee krantenpagina’s. In het cultuurkatern, weliswaar, want dat is de enige plek waar zulke meningen serieus worden genomen. Dat is ook de plek waar geschreven wordt dat Netflix ons leven overneemt, enkel en alleen omdat de volgende aflevering van een serie automatisch start, en wij dus blijkbaar niet anders kunnen dan het hele weekend voor de televisie blijven liggen.

Dat is ook het katern waarin er nog altijd over sociale media wordt geschreven alsof het kwalijke aandoeningen zijn. Terwijl, een aandoening lijkt me toch echt meer iets voor journalisten die meer dan duizend woorden opeisen om, godbetert, een online muziekbibliotheek af te kraken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content