Gilles Pittoors

Schuldencrisis Griekenland: ‘Er valt niets te winnen in een wedstrijd ‘om ter meest democratisch”

Gilles Pittoors Gilles Pittoors is is onderzoeker aan de faculteit politieke wetenschappen aan de UGent.

‘Het probleem van de Griekse schuldencrisis zit bij het Europese karakter van deze crisis en het gebrek aan democratische legitimiteit op het Europees niveau’, schrijft Gilles Pittoors (K.U. Leuven). ‘Willen we verder met de Europese Unie, dan moet er dus werkt gemaakt worden van het uitbouwen van een werkelijke Europese democratie’.’

Griekenland is een astronomisch bedrag schuldig aan buitenlandse mogendheden, maar een deal over schuldaflossing lijkt verder weg dan ooit. Steeds vaker wordt er gespeculeerd over een Griekse uitstap uit de eurozone. Terwijl Athene positief is over de onderhandelingen, blijft Berlijn sceptisch. Ook het IMF is pessimistisch over de Griekse hervormingen. De twee kampen schoppen de bal telkens heen en weer. Het probleem is in feite dat niemand hier het laatste woord heeft en de knoop kan doorhakken.

Althans niet op een democratische manier. De Griekse minister van Binnenlandse Zaken Nikos Voutsis riep onlangs om nieuwe Griekse verkiezingen, omdat deze een zeer sterk mandaat zouden geven voor verdere onderhandelingen. Maar lost dit echt iets op?

‘Schuldencrisis Griekenland: ‘Er valt niets te winnen in een wedstrijd ‘om ter meest democratisch”

Het idee van nieuwe verkiezingen ligt in lijn met de kritiek op het ondemocratisch karakter van het ‘diktat’ van de Trojka (lees: Duitsland). Het is immers niet meer dan correct dat de Grieken zelf beslissen waar hun regering wel of geen geld aan uitgeeft. Toch?

Meer nog, het is fundamenteel ondemocratisch dat een buitenlandse mogendheid van schuldeisers het budgettaire beleid van Griekenland bepaalt, wanneer deze tegen de wensen van de bevolking ingaat. Aan de andere kant kan ook gezegd worden dat de Grieken helemaal niet over hun eigen geld beslissen, maar over dat van de Duitse (en andere) belastingbetalers. Volgens deze logica is het juist aan de Duitse (en andere) burgers om te beslissen of en hoe en onder welke voorwaarden hùn regering hùn geld wel of niet moet terugeisen/kwijtschelden.

Kortom, er valt niets te winnen bij een wedstrijd ‘om ter democratisch’. Zowel de schuldeisers als de schuldenaars kunnen de legitimiteit van hun democratische soevereine beslissing beargumenteren. Het probleem zit echter bij het Europese karakter van deze crisis en het gebrek aan democratische legitimiteit op het EU niveau. De Grieken kunnen niet eenzijdig beslissen over Duits belastinggeld, net zoals de Duitsers niet eenzijdig kunnen beslissen over de Griekse samenleving. Deze beslissing valt alleen gezamenlijk op Europees niveau te nemen. Wanneer deze twee soevereine democratieën echter lijnrecht tegenover elkaar staan, komen intergouvernementele onderhandelingen muurvast te zitten.

Besloten onderhandelingen en persoonlijke telefoontjes

Besloten onderhandelingen op het hoogste niveau en persoonlijke telefoontjes tussen Merkel en Tsipras doen bovendien weinig goeds aan het democratisch karakter van deze beslissing – in zoverre dat deze ‘gezamenlijk’ is. Het gaat trouwens niet alleen om Griekenland en Duitsland. Ook België, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en zelfs landen als Spanje en Italië hebben sterke belangen bij een goede afloop van deze onderhandelingen. Beslissingen over belastinggeld zijn dus enkel legitiem als zij genomen worden door alle burgers die daar toe bijdragen.

Willen we de Griekse crisis werkelijk democratisch oplossen, dan moet deze dus genomen worden door het Europese volk als geheel en niet afzonderlijk door de Griekse dan wel Duitse democratie. En daar wringt nu net het schoentje.

Los van de discussie of zo’n ‘Europees volk’ al dan niet bestaat – als het om geld draait zijn we immers allemaal hetzelfde – zijn er momenteel ook helemaal geen Europese instellingen die deze stem zouden kunnen vertalen. Het Europees Parlement, de enige directe democratische instelling van de EU, wordt door de lidstaten volledig buiten spel gezet wanneer het gaat om de euro en de Griekse crisis. De eurocrisis heeft een publiek debat over Europa doen ontstaan, maar de bevolking heeft met groeiende frustratie gemerkt dat haar stem – al dan niet via het Europees Parlement – zelden gehoord en makkelijk afgedaan wordt. De èchte crisis ligt niet in de Griekse financiën, maar ligt bij het gebrek aan democratische legitimiteit van de beslissingen die genomen worden door een handjevol staats- en regeringsleiders.

Gezamenlijk strategisch beleid

De klok terugdraaien en deze zaken allemaal terug nationaal regelen, m.a.w. de euro afschaffen, zou alleszins het democratisch karakter herstellen. Dit brengt echter ook dermate negatieve economische en (geo-)politieke gevolgen met zich mee dat dit geen constructieve oplossing is. Integendeel, de euro afschaffen versterkt alleen nog verder de illusie dat een Duitse beslissing enkel gevolgen heeft voor Duitsers. Hetzelfde geldt uiteraard voor Frankrijk of het Verenigd Koninkrijk of eender welk ander land van de EU.

Het ontneemt ons de mogelijkheid om een gezamenlijk strategisch beleid te voeren waarbij zowel de lasten als de winsten door iedereen worden gedragen. Willen we verder met de Unie, dan moet er dus werkt gemaakt worden van het uitbouwen van een werkelijke Europese democratie, met een soeverein parlement en een Europese regering die democratische verantwoording dient af te leggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content