Schrijfster Heleen Debruyne: ‘Er zijn niet echt perioden dat ik er helemaal tussenuit ga’

Heleen Debruyne is schrijfster en journaliste. Ze werkt momenteel aan een nieuwe roman. Maar hoe viert Debruyne vakantie? Om deze vijftien vragen te beantwoorden, had ze 10 minuten en 12 seconden nodig.

Hoeveel dagen vakantie neemt u?

Ik werk drie vijfde voor Klara, en verder werk ik als freelancer voor mezelf. Er zijn dus niet echt perioden dat ik er helemaal tussenuit ga. Als ik al een week vrijaf neem, is dat meestal om te schrijven.

Wat zijn uw vakantieplannen dit jaar?

Ik ben nu op persreis in Indonesië, en binnenkort neem ik de tijd om mijn roman af te werken.

Volgt u het nieuws als u op vakantie bent?

Dat hangt er wat van af hoe goed de wifi werkt. Ik heb absoluut geen afkickverschijnselen als ik het enkele dagen zonder nieuwsberichten moet stellen. Dat gaat prima.

Wat is uw mooiste vakantieherinnering?

Tijdens mijn vakanties doe ik nooit echt spectaculaire dingen zoals bergbeklimmen. Ik herinner me wel een roadtrip in Slovenië met vriendinnen. Het weer was zo mooi en de plek waar we zaten zo afgelegen dat we besloten om naakt te gaan zwemmen in een meer. Toen kwam er plots een groep scouts voorbij op een boot. We zijn dan maar onder water gedoken, maar helaas was ook het water heel helder. (lacht)

Wat is uw slechtste vakantieherinnering?

Een week met mijn ouders in Zwitserland. Mijn moeder haatte dat land, en heeft de hele week ziek in onze chalet gelegen. Ik moest elke dag een bergwandeling met mijn vader maken. En dat terwijl ik ook een hekel heb aan de Alpen.

Wat is het beste boek dat u op vakantie hebt gelezen?

Ik herinner me enkel van Freedom van Jonathan Franzen dat ik dat boek op vakantie heb gelezen. Maar dat was ook erg goed: het verhaal is enorm ambitieus en gaat alle kanten uit, maar Franzen weet daar toch mee weg te komen.

Welke boeken neemt u dit jaar mee?

Ik heb nu de essays van John Berger over kunst mee, en Het voyeursmotel van Gay Talese. Het idee dat de gasten in dat motel worden begluurd, spreekt mij erg aan.

Wat is het mooiste museum dat u tijdens de vakantie al bezocht?

Het Prado in Madrid. De schilderijen van Francisco Goya die daar in de kelder liggen, zijn mij altijd bijgebleven. Als je daar voor staat, zijn ze zo duister en griezelig. Elke reproductie mist dat effect.

Hebt u ooit iets in het buitenland gedaan dat u nooit in België zou doen?

Liften. Al de rest doe ik zonder gêne ook in eigen land.

Denkt u soms nog terug aan een vakantielief?

Ik heb vorig jaar in Iran een man ontmoet, en daar denk ik nog altijd af en toe aan terug. (lacht)

Overweegt u in de zomer weleens om uw leven helemaal om te gooien?

Nooit. Mijn leven dendert voorbij. Ik sta daar niet bij stil.

Bent u ooit alleen op vakantie geweest?

Ik heb eens een zomer door Europa gereisd met zo’n goedkoop jongerenticket voor de trein. En af en toe ga ik alleen naar Parijs.

Denkt u veel aan uw werk tijdens uw vakantie?

Niet aan mijn werk bij Klara, nee. Maar wel aan mijn schrijven.

Bent u bij petanque een tireur of een pointeur?

Ik ben veel te onhandig om petanque te spelen, en ik heb geen goed dieptezicht. Ik zal wel aan de kant zitten met een fles wijn.

Bent u gelukkiger tijdens de vakantie dan gedurende het jaar?

Niet per se. Ik ben soms zelfs ongelukkiger. Ik ging enkele jaren geleden een vriend bezoeken in Tanzania. Hij zat daar in een stoffig dorp aan het einde van een lange zandweg, en ik kon mij alleen maar afvragen wat ik daar in hemelsnaam zat te doen. Als ik zag hoe de mensen naar mij keken, vroegen die zich dat trouwens ook af. (lacht)

‘We gingen naakt zwemmen in een meer. Toen kwam er plots een groep scouts voorbij op een boot.’