“Scheidingswetgeving is nog altijd onrechtvaardig”

© Corbis

Scheiden is altijd zuur. Maar vrouwen die voor de echtscheiding niet voltijds werkten, stevenen op jaren van armoede, betoogt advocate Liliane Versluys. ‘In de wetgeving zitten structurele fouten die een grove onrechtvaardigheid in stand houden.’

Scheiden is altijd zuur. Maar vrouwen die voor de echtscheiding niet voltijds werkten, stevenen op jaren van armoede, betoogt advocate Liliane Versluys. ‘In de wetgeving zitten structurele fouten die een grove onrechtvaardigheid in stand houden.’

In België scheiden er jaarlijks zo’n 30.000 gehuwden uit de echt. In twee op de drie gevallen zijn er kinderen bij betrokken. Als partners uit elkaar gaan, heeft dat ook te maken met ouderschap, sociale netwerken, huisvesting, carrière, gezondheid. ‘En daarbij zijn het in de meeste gevallen de vrouwen die de verliezers zijn’, betoogt de feministische advocate Liliane Versluys. ‘In de huidige scheidingswetgeving zitten nog structurele fouten die een grove onrechtvaardigheid in stand houden.’

U denkt daarbij aan de pensioenregeling, waarbij zelfstandigen en werknemers in het ene kamp zitten, en ambtenaren in het andere? Versluys: Precies. Is je ex-man een zelfstandige of een werknemer, dan heb je als gescheiden vrouw automatisch recht op een pensioen als je de pensioenleeftijd bereikt. Dat is gelijk aan de helft van het gezinspensioen dat berekend is op het verdiende inkomen tijdens het aantal jaren huwelijk. De schuldfactor speelt hierin niet mee. Je hebt daar recht op.

Een pensioen als alleenstaande is 60 procent van het vroeger verdiende loon plus de indexering; het gezinspensioen kun je met tweeën krijgen, dat bedraagt 75 procent van het loon plus indexering. Na de echtscheiding heeft de vrouw recht op de helft of 37,5 procent van het gezinspensioen. Dat wil zeggen: de helft van wat opgespaard is aan pensioenrechten tijdens het aantal jaren dat ze getrouwd waren. Maar de man heeft recht op 60 procent, want hij behoudt zijn recht op pensioen als alleenstaande, omdat hij in het systeem van de werknemers zit. Hertrouwt hij later met een vrouw zonder inkomen, dan kan hij weer een gezinspensioen krijgen op basis van zijn vroegere werk. Dus: de ex-vrouw heeft recht op 37,5 procent van het gezinspensioen, terwijl de hertrouwde man weer 75 procent krijgt. Als de vrouw ook hertrouwt, verliest ze haar recht op een pensioen na echtscheiding.

Personen die naar de 60 gaan en scheiden, moeten nog ongeveer vijf jaar overbruggen. Dan zijn ze zeker van dat minimuminkomen. Dat is een houvast die voor vrouwen van het grootste belang is. Hier en daar speelt dat natuurlijk ook voor een man.

Wat als het onderhoudsgeld niet wordt betaald? Versluys: Het Vrouwenoverlegcomité heeft jaren gestreden om een dienst Onderhoudsuitkeringen te installeren bij de dienst Kinderbijslag. Die bestaat sinds een tiental jaar, maar die werkt niet. De dienst is nu ondergebracht bij het ministerie van Financiën, dat is de Dienst voor Alimentatievorderingen (DAVO). Wie daar aanklopt, moet een berg papieren invullen en aan zo veel voorwaarden voldoen dat hij of zij het dikwijls opgeeft. Ik begrijp dat de burger niet het zorgenkind is van de ambtenaren van Financiën – hun taak is te zorgen voor de staatskas. Zij zijn toch geen hulpverleners?

Wat ook blijkt: de ene wees is de andere niet.

Versluys: Als een ouder sterft, heeft het kind recht op een wezenbijslag zolang de overblijvende ouder geen nieuw gezin vormt. De wezenbijslag bedraagt 300 euro per maand extra, boven op de kinderbijslag. Stel: een echtpaar scheidt, de man komt de kinderen nooit halen, kijkt er niet naar om, hij betaalt een kleine som onderhoudsgeld, bijvoorbeeld 150 euro. Krijgt die vrouw dan een bijpassing tot het bedrag van de wezenbijslag? Nee. Er wordt dus een verschil gemaakt tussen weduwen en de echtgescheiden vrouwen met een onwillige vader.

Hoe kan de situatie worden verbeterd?

Versluys: De politici moeten eigenlijk maar drie dingen doen: de pensioenen gelijk maken, de wezenbijslag invoeren, en de DAVO in de sociale sector onderbrengen.

Is deze financiële problematiek geen pleidooi om een stevig huwelijks- of samenlevingscontract op te maken?

Versluys: Het zou mooi zijn als een koppel dat wil trouwen of samenwonen eerst en drietal gesprekken heeft met een notaris, en zeker voor je aan kinderen begint. Telkens als er in de situatie iets fundamenteels verandert, zou de notaris het contract moeten aanpassen. Zo word je verplicht om na te denken en de pro’s en contra’s af te wegen.

Karin Strobbe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content