‘Schandalig hoe media en parket met dood van Steve Stevaert omsprongen’ (Strafpleiter Walter Van Steenbrugge)

Walter Van Steenbrugge © BELGA

‘Ons pro deosysteem is het slechtst denkbare’, zegt strafpleiter Walter Van Steenbrugge. ‘Het zorgt ervoor dat onvermogenden niet terecht kunnen bij ervaren advocaten.’ Daarom pleit hij voor een systeem waarbij de staat advocaten betaalt om voor de minder vermogenden te werken.

Lees hier de integrale versie van De Zondag

De ‘beau gosse’ onder de strafpleiters, zo wordt Walter Van Steenbrugge al eens genoemd. De 51-jarige Oost-Vlaming ziet het als een compliment. De voorbije jaren maakte Van Steenbrugge vooral naam als kruisvaarder tegen de Kerk. In de zaak-Aquino kreeg hij de wind van voren. “De mensen zouden nochtans dankjewel moeten zeggen.”

Zijn vakantie heeft hij zoals elk jaar in Nice doorgebracht, aan de Azurenkust, waar vooral sport en literatuur zijn tijdverdrijven zijn. “Dat zijn voor mij de ideale uitlaatkleppen. Om lichaam en geest even rust te gunnen. Om even alle miserie te vergeten. Al kan ik het werk niet helemaal loslaten. Twee keer per dag bel ik het kantoor. Of er geen onoverkomelijke problemen zijn. Mocht ik dat niet doen, dan zou ik me onrustig voelen.”

Sven Mary noemt jou de ‘beau gosse’ onder de advocaten. Charmeert je dat?

Walter Van Steenbrugge:(glimlacht) ‘Ik tracht mijn lichaam in conditie te houden. Ik zal niet verhullen dat ik geniet van schoonheid. Een mooi kostuum, een mooie vrouw, een mooi gebouw, zelfs een mooi boeket bloemen. Ik kan daar echt blij van worden. Net als van mooie literatuur. Ik heb tijdens mijn vakantie ‘Voetballers’ van Hugo Camps gelezen. Pure kunst hoe die man schrijft. Als je ouder wordt, zoek je meer die ware schoonheid op. Het modale wil je dan niet meer.’

Camps was snoeihard voor Steve Stevaert na zijn dood. Vond je dat ook kunst?

Steve Stevaert
Steve Stevaert© Belga

Van Steenbrugge: ‘Toch wel. Het was gedurfd, oké. Maar ik vond het meesterlijk mooi in zijn negativiteit. Over de doden niets dan goeds, vind ik een onzinnige leuze. (feller) Maar hoe de media en het Brussels parket omsprongen met zijn dood, vond ik absoluut niet kunnen. Schandalig zelfs. De procedure tegen Stevaert zat nog in de onderzoeksfase, de verdachte moest dus de garantie van geheimhouding krijgen. (zucht) Maar journalisten zien er vandaag geen graten in om alles wat in die fase zit op straat te gooien, en liefst met veel drek bij.’

Is literatuur voor jou een belangrijke inspiratiebron?

Van Steenbrugge:(knikt) ‘En zeker jonge, Vlaamse auteurs, zoals Dimitri Verhulst. Ik heb net ‘Kaddisj voor een kut’ uit. Prachtig. Dat sluit nauw aan bij mijn diepe bezorgdheid om kwetsbare jongeren. Ik probeer veel te lezen. Weet je, het kan raar klinken, maar ik doe het liefst gruwelijke zaken, want in die kun je diep graven in de mens op zoek naar de echte oorzaken van crimineel gedrag. Boeken leren ons vaak waarom mensen tot de meest gruwelijke dingen in staat zijn.’

Kamagurka is een goede vriend van jou. Is ook hij een inspiratiebron?

Van Steenbrugge: ‘Absoluut. Kama is één van de meest speciale mensen die ik ken. We noemen elkaar fratello (broer, red.). Hij doet wat een advocaat professioneel ook hoort te doen: alles van twee kanten bekijken. Hij is echt geniaal. Als er geen avontuur is, geen verrassing, dan is er geen leven. Ik probeer elke sleur te vermijden. Kamagurka verpersoonlijkt die levensstijl.’

Nog even Sven Mary. Hij noemt jou een uitstekend pleiter met een perfecte kennis van het recht, maar ook iemand die moeilijk doordringbaar en wantrouwig is.

Ik geloof in een maakbare samenleving. Maar vandaag krijgen sommige mensen niet eens meer een eerste kans

Van Steenbrugge: ‘Dat eerste zie ik als een compliment. Als een collega zoiets zegt, doet dat plezier. De dag dat ik ga pleiten zonder mijn dossier uitstekend te kennen, moet ik ermee ophouden. En dat wantrouwige, mja. (denkt na) Dat zal ook wel kloppen. Ik zie een strafpleiter als een frontsoldaat. En die is best op zijn hoede voor wie tegenover hem staat. Mensen kunnen hard zijn voor elkaar. Als je soms ziet hoe respectloos een advocaat praat over bijvoorbeeld een verkeersslachtoffer . (zwijgt even) In zo’n genadeloze wereld word je wantrouwig. Het omgekeerde zou naïef zijn.’

“Homo homini lupus est, de mens is een wolf voor de ander”, zei Thomas Hobbes.

Van Steenbrugge: ‘De mens kán een wolf worden, maar ik vind het een stap te ver te zeggen dat hij fundamenteel zo is. Ik blijf geloven in het positieve van de mens. Ik heb me deze zomer opgewonden over een interview met gerechtspsychiater Hans Hellebuyck die twee vechtende meisjes van een jaar of vijftien verloren achtte voor de samenleving. (fel) Dát weiger ik te geloven. Ik weiger te geloven dat mensen, en vergeef me het lelijke woord, niet te recupereren zouden zijn, bijvoorbeeld door juiste omkadering, therapie of zelfs neurologische verfijningen. Ik geloof in een maakbare samenleving. Maar vandaag krijgen sommige mensen niet eens meer een eerste kans. Denk aan jongeren met psychische problemen. Het is zo ver gekomen dat we hen geen bed meer geven. Kijk, ik ben er nu 51, ik heb me voorgenomen de tijd die mij rest harder te strijden voor die uitgespuwden.’

Als zij jou kunnen betalen. Is dat niet de grote onrechtvaardigheid? Lang niet iedereen kan een Walter Van Steenbrugge als advocaat inhuren.

Van Steenbrugge:(knikt) ‘Ons pro deosysteem is het slechtst denkbare. Het zorgt ervoor dat onvermogenden niet terecht kunnen bij ervaren advocaten. Ik pleit daarom voor een systeem waarbij de staat goede advocaten betaalt om voor de minder vermogenden te werken. Dat zou voor de grootste vorm van gelijkheid zorgen.’

Welke goed betaalde advocaat laat zijn praktijk schieten voor een ambtenarenloon?

Advocaat Walter Van Steenbrugge
Advocaat Walter Van Steenbrugge© Belga

Van Steenbrugge: ‘Ik zou dat onmiddellijk doen. Op voorwaarde dat ik mijn volledig team kan meenemen. Dat zou op lange termijn ook lonend blijken voor de staat. Je zou een groter gevoel van rechtvaardigheid creëren. Je zou ook betere processen krijgen. Ik vind het erg dat ik soms cliënten moet weigeren om financiële redenen.’

De beruchte zaak-Aquino, waar je één van de verdachten verdedigt, heb je wel aangenomen. Doe je dat voor het geld?

Van Steenbrugge:(stellig) ‘Neen. Die man, geen Aquino trouwens, is hier net als elke andere cliënt zijn verhaal komen doen. Ik wist toen niet hoe groot die zaak zou worden. Toen ik zijn strafdossier inhoudelijk doornam, stelde ik snel vast dat dat vervalst was. Die man werd erop gelegd door Justitie. Dat kan niet. Tot de laatste dag dat ik advocaat ben, zal ik niet tolereren dat in een rechtsstaat cruciale documenten vervalst worden. (cynisch) Nu, de publieke opinie weet blijkbaar zonder dossierinzage dat alle verdachten in deze zaak grote criminelen zijn.’

Jij en je collega’s vragen vrijlating van de verdachten om procedurefouten. Dat is wat de man in de straat tegen de borst stoot.

Van Steenbrugge: ‘Als een procedureregel overtreden wordt, dan moet de sanctie onverbiddelijk hard zijn en vrijlating het gevolg, ook als er schuldbewijzen zouden zijn. Je kan nooit toelaten dat de meest beschermende rechtsregels geschonden worden, zoals het verzamelen van bewijzen op plekken waar je niet mag komen. Dat is fundamenteel.’

Hoe verklaar je het grote spanningsveld tussen advocaten en publieke opinie als het over procedurefouten gaat?

Van Steenbrugge: ‘Dat heeft deels te maken met de manier waarop wij hierover communiceren. Sommige advocaten doen dat bijzonder hautain en arrogant. Sommigen flirten zozeer met hun cliënt dat ze er op de duur op lijken. Zij geven het beeld ‘one of them’ te zijn. (zucht) Dan krijg je dat spanningsveld. Wij moeten de boodschap beter duiden. Als ik de tijd krijg om mensen te overtuigen van wat wij in de zaak-Aquino bepleiten, dan lukt mij dat. (windt zich op) Als wij tolereren dat de politie een dossier vervalst, waar eindigt dat dan? Misschien ben jij morgen aan de beurt. In plaats van de advocaten aan te vallen, zouden de mensen dankjewel moeten zeggen. Al mag dit zeker niet pretentieus klinken. Maar wat wij daar bepleiten, is de bescherming van ieders basisrechten en dus van ongelooflijk belang voor de hele samenleving. (De Zondag/Paul Cobbaert)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content