‘Schandalen als deze zijn funest ‘

Maarten Van Craen: 'In veel westerse landen drijft de politie weg van de gemeenschapsgerichte benadering.' © Nicolas Maeterlinck/BelgaImage

Criminoloog Maarten Van Craen pleit ervoor de politieopleiding uit te breiden.

Maarten Van Craen (KU Leuven): In westerse democratieën hecht de burger vooral waarde aan de manier waarop de politie optreedt. Maar in België zijn er de voorbije jaren te veel zaken geweest waarin de politie allesbehalve fijngevoelig te werk ging, en er zijn ook verschillende vormen van corruptie aan het licht gekomen. Schandalen als dat rond de Antwerpse Roversbende zijn funest voor het vertrouwen in de politie.

Hebben de Belgen überhaupt nog veel vertrouwen in de politie?

Van Craen: Het algemene vertrouwen ligt behoorlijk hoog, zeker als je vergelijkt met hoe de politiek, het gerecht of journalisten scoren. Maar het vertrouwen van etnisch-culturele minderheden in de politie ligt vaak lager. Dat verschijnsel zien we ook bij zwarten en latino’s in de Verenigde Staten.

Hoe kun je dat vertrouwen herstellen?

Van Craen: Dat ligt moeilijk. Wanneer hebben politieagenten contact met mensen van vreemde afkomst? Meestal alleen als die een overtreding hebben begaan. Door zulke negatieve ervaringen gaan agenten negatieve opvattingen en houdingen tegenover hele bevolkingsgroepen ontwikkelen, en gaan ze zich daar ook naar gedragen. Gevolg: het vertrouwen van die groepen in de politie wordt nog meer ondermijnd. Die vicieuze cirkel doorbreken, is moeilijk. Vandaag doet de politie daar nog te weinig voor. Vooral de manier van leidinggeven kan, denk ik, een belangrijke rol spelen.

Hoe moeten politie- commissarissen de leiding op zich nemen?

Van Craen: Om te beginnen: door het goede voorbeeld te geven, en respectvol met hun mensen te communiceren. Het helpt ook als ze hun beleid verantwoorden, zodat agenten weten waarom ze hun taken zus of zo moeten uitoefenen. En ze moeten agenten inspraak geven over de werkwijze op het terrein. Politiemensen die zulk leiderschap ervaren, zijn niet alleen vaker tevreden over hun leiding- gevende, ze passen zijn omgangsvormen ook zelf toe op straat.

Voorts is het belangrijk dat een politiekorps kan bogen op een goede sociale mix. In te veel landen is de politie nog altijd een blankemannenorganisatie, waar vrouwen en allochtonen moeilijk aan de bak komen. Dat vergroot de kloof met de burger. Nu de politie – door de terreurdreiging – meer focust op efficiëntie en de harde aanpak, wordt dat er niet beter op: in veel westerse landen drijft ze weg van de gemeenschapsgerichte benadering, waarin goede contacten met de burger belangrijk zijn.

Zijn politieagenten wel voldoende opgeleid voor hun taak?

Van Craen: De opleiding tot politie-inspecteur duurt twaalf maanden, met aansluitend zes maanden stage. Ter vergelijking: de opleiding tot maatschappelijk assistent duurt drie jaar! Terwijl de job van agenten minstens even gecompliceerd is. Als je ziet wat er allemaal van hen verwacht wordt, kun je alleen maar concluderen: we moeten de politieopleiding uitbreiden.

Tekst JEROEN ZUALLAERT

‘In te veel landen is de politie nog altijd een blankemannen-organisatie.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content