‘Samenleving moet inspanning doen om slachtoffers terreur te begrijpen’

© Reuters

Aan het Nationale Monument ter herdenking van terreurslachtoffers is dinsdagvoormiddag een kleine ceremonie gehouden. Dat gebeurde naar aanleiding van de eerste International Day of Remembrance and Tribute to the Victims of Terrorism (internationale dag voor de herdenking van en hulde aan slachtoffers van terrorisme) die door de Verenigde Naties is uitgeroepen.

‘Sinds het jaar 2000 zijn in Europa meer dan 20.000 mensen overleden of gewond geraakt bij terreurdaden’, zei Philippe Vansteenkiste, directeur van de vzw V-Europe, de Belgische vereniging van slachtoffers van terreurdaden. ‘Dat betekent dat er jaarlijks zo’n 1.180 gezinnen geraakt worden door terrrorisme. Het is voor al die families, maar ook voor de ‘first responders’, zij die plotseling gruwelijke oorlogsomstandigheden hebben moeten zien en meemaken, dat we vandaag hier zijn om ons respect te betuigen.’

Die mensen hebben een breuk meegemaakt van het sociaal contract en zijn van de ene dag op de andere in een ander leven getuimeld, aldus Vansteenkiste. ‘Ze leven als vreemden in een wereld die gisteren nog de hunne was en willen niets liever dan opnieuw deel uitmaken van onze samenleving. Daarvoor moet die samenleving wel de inspanning doen om te begrijpen wat die slachtoffers doormaken. Pas als we begrijpen met welke problemen zij geconfronteerd worden, kunnen we hen de nodige hulp bieden en voor hen de deur naar onze samenleving openen.’

De slachtoffers van terreurdaden mogen niet vergeten worden en moeten hetzelfde eerbetoon krijgen als soldaten die in een oorlog gesneuveld zijn, vindt kolonel Serge Stroobants, expert contraterreur van de Koninklijke Militaire School. ‘Vergeten zou de dood van 32 mensen hier in Brussel en duizenden wereldwijd zinloos maken’, zei de kolonel. ‘De herinnering maakt hun lijden en hun offer tastbaar en laat ons nadenken over het concept van terrorisme en, in bredere zin, veiligheid. Het laat ons inschatten hoe kwetsbaar onze maatschappij soms wel is en hoe, na de aanslagen, veiligheid opnieuw een politiek thema geworden is. Het laat ons ook toe om na te denken over onze maatschappij en onze relatie tot anderen, mensen met een andere herkomst, een andere cultuur, een andere godsdienst. Het laat ons toe om ook over deze moeilijke maar uiterst belangrijke thema’s te spreken en oplossingen te vinden om een betere samenleving tot stand te laten komen, een meer inclusieve en tolerante samenleving.’ ‘

De vergelijking met soldaten die op het veld van eer gesneuveld zijn, is valabel’, zei Stroobants. ‘De slagvelden heten vandaag niet meer Waterloo of Ieper maar Zaventem, Maalbeek, Parijs, Nice of Bamako. Maar waar het gevecht van de soldaat eindigt op het slagveld, begint daar pas het gevecht van de slachtoffers, voor erkenning, tegen de vergetelheid, tegen de routine. Een gevecht voor een nieuw leven, dat nooit meer hetzelfde zal zijn.

Onder meer Brussels minister Céline Frémault (cdH) en de kamerleden Georges Dallemagne (cdH), Patrick Dewael (Open VLD) en Meryame Kitir (sp.a), leden van van de Parlementaire Onderzoekscommissie naar de terreuraanslagen van 22 maart 2016, waren aanwezig.’

Lees ook: Verdriet na de aanslagen in Brussel: toen en nu

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content