RTBF-directeur: ‘De RTBF zaait geen haat tussen de gemeenschappen’

‘Neen, de RTBF zaait geen haat tussen de gemeenschappen’, verdedigt Jean-Pierre Jacqmin, directeur informatie bij de Franstalige publieke omroep, zich.

Jean-Pierre Jacqmin, directeur informatie bij de Franstalige publieke omroep, noemt de conclusies van professor emiritus Magda Michielsens van de Universiteit Antwerpen dat de RTBF zich bezondigt aan haatzaaierij tussen de gemeenschappen “ongegrond”.

Magda Michielsens nam de uitzendingen van het programma ‘Mise au point’, het politieke debat van de RTBF, onder de loep tijdens de lange politieke crisis tussen 2010 en 2011. Voor haar is die politieke afspraak op zondag een tekenend voorbeeld van de werking van een haatcampagne: “Ik was echt geschrokken. Het beeld van de Vlamingen dat daar wordt opgehangen is schokkend”, zei ze over haar onderzoek in een interview met Knack.

Voor Michielens zijn er verschillende elementen tijdens de uitzendingen die niet helemaal koosjer zijn. De toonzetting van het programma, de keuze van de gasten, de beeldregie, de sms’jes en e-mails van de kijkers die onderaan in beeld verschijnen – en meer iets weghebben van een ‘scheldforum’ – de houding van de presentatoren. Het lijkt allemaal erop gericht te zijn een zo groot mogelijke polarisering teweeg te brengen: elke kans om ‘wij, Franstaligen’ tegenover ‘zij, de vijandige Vlamingen’ te zetten, wordt ook gegrepen.

“Herhaling is een enorm strijdwapen in een haatcampagne”, legt Michielsens uit. De NV-A wordt telkens weer beschreven als een gevaarlijke partij die alle onderhandelingen dwarsboomt. Altijd opnieuw wordt het beeld opgehangen van een vijandig Vlaanderen. Nooit eens dissidente stemmen, zucht Michielsens. Voor haar is het duidelijk: de RTBF verspreidt haat.

Jacqmin: ‘Ongegrond en onrechtvaardig’

“Dat zijn ongegronde conclusies”, zo verdedigde Jean-Pierre Jacqmin zich. Hij zegt onaangenaam verrast te zijn door de studie. “We hebben altijd de deontologische regels van de journalistiek ter harte genomen. Als er zich ook maar een schending had voorgedaan, hadden we zelf al klachten gekregen en waren we vervolgd geweest door instanties als de Raad van Beroepsethiek. En dat is niet het geval.”

Om in het voordeel van de Franstalige publieke omroep te pleiten, haalt Jean-Pierre Jacqmin aan dat er veel samengewerkt wordt tussen de verschillende RTBF-redacties en bepaalde Vlamingen en Vlaamse media. “We nodigen vaak Vlaamse politici of specialisten uit, we werken ook via de radio met Vlaamse columnisten en komieken en we hebben een regelmatige samenwerking met de VRT.”

Jacqmin: ‘In de naam van de vrijheid van meningsuiting leggen we geen klacht neer’

Desondanks weigert Jean-Pierre Jacqmin om het journalistieke werk van de RTBF in vraag te stellen. “In een land als België riskeer je als journalist om je anders uit te drukken naar gelang de gemeenschap waar je vandaan komt. We zijn ons daar bewust van, maar dat is een fenomeen dat zich voordoet als weerskanten van de taalgrens. We hebben de kwestie al besproken met ons collega’s van de VRT”.

Nochtans wil de RTBF geen klacht neerleggen tegen de auteur van het onderzoek. “In de naam van de vrijheid van meningsuiting is het niet onze eerste reflex om een klacht neer te leggen”, concludeerde Jacqmin. (Le Vif/MVB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content