Sarah Smeyers en Renate Hufkens (N-VA)

‘Roken moet niet op nog meer plaatsen verboden worden’

Sarah Smeyers en Renate Hufkens (N-VA) zetelen voor N-VA in de Kamer

‘Een verbod op roken in de privésfeer bij wet vastleggen is geen evidente zaak’, schrijven Renate Hufkens en Sarah Smeyers van N-VA naar aanleiding van de vijfde verjaardag van het rookverbod op café. ‘Er is nog ruimte voor verbetering, maar het gunstige effect van het rookverbod moet zijn hoogtepunt nog bereiken.’

De afgelopen weken verschenen een aantal vrij sombere artikelen naar aanleiding van de vijfde verjaardag van het rookverbod op café. De cijfers liegen niet: heel wat cafébazen en stamgasten lappen het rookverbod aan hun laars – eventueel wachten ze braaf tot een gat in de nacht om er met gesloten deuren eentje op te steken aan de toog. De regelmatige en talrijke controles tonen aan dat niet iedereen de wetgeving au sérieux neemt. Boetes worden vaak niet betaald en parketten seponeren nogal wat pv’s wegens ‘niet prioritair’.

Vooral Brussel is een probleem, zowel aan de toog als bij het parket, dat vier op de vijf overtredingen verticaal klasseert. Volgens de wetenschap blijft het verwachte effect – met name minder hartaanvallen en vroeggeboortes – uit, zeker als je vergelijkt met eerdere wetten die roken verbieden op de werkvloer, in openbare ruimtes of restaurants.

‘Roken moet niet op nog meer plaatsen verboden worden’

Dat zijn de feiten. Maar wij besluiten daar niet uit dat het rookverbod dode letter blijft. Er is natuurlijk nog groeimarge, maar het rookverbod werkt wel degelijk. De overtredingen lijken talrijk, toch komen de controleurs in zeven op de tien gevallen in een rookvrij café binnen. Het is geen vergoelijking voor de overtreders, maar vóór het rookverbod rookte men per definitie in èlk café. Het was cultuur, het was traditie. De wet die roken in cafés verbiedt, vraagt een radicale gedragswijziging van de verstokte of zelfs occasionele roker.

De hardleerse cafés zullen moeten inbinden, zoveel is duidelijk. Meer controleurs – en die komen er – zullen daaraan werken. We merken gelukkig steeds minder ongenoegen of protest. Een recent dorps- of stadsgezicht: hoopjes rokers op de stoep voor het café. Of ze daarmee een frisse neus halen, dat betwijfelen we, maar het goede nieuws is: we raken ook van hardnekkige gewoontes af.

Want meer nog dan een zoveelste verbod is niet (meer) binnen roken een nieuwe cultuur aan het worden. Het neemt zijn tijd, maar vandaag iemand zien roken op de trein, het zou een raar zicht zijn. Een zwangere vrouw met een brandende sigaret tussen de vingers is zelfs al veel langer ongewoon en choquerend.

‘Hoe kunnen we roken in de wagen of de woonkamer controleren of sanctioneren?’

Wij geloven in de kracht van de huidige wetgeving, niet alleen omdat veel plaatsen voortaan rookvrij zijn, maar zeker ook omdat er een kentering is ingezet. Rokers worden gewoon aan de rookplek-schaarste en men is er zich steeds meer van bewust dat roken schaadt. De wet inspireert: pretparken overwegen om roken in wachtrijen aan de attracties en de speeltuinen te verbieden. Nog geen algemeen rookverbod daar, maar er zit beweging in.

Op de vraag of we de wetgeving nog moeten uitbreiden – rookverbod op nog méér plaatsen – neigen wij evenwel neen te antwoorden. Omdat we de dunne grens met het privéleven naderen. Een verbod op roken in de privésfeer bij wet vastleggen is geen evidente zaak. Los van het particuliere karakter van roken in een wagen of in de woonkamer, is de vraag ook hoe we (systematisch) kunnen controleren en sanctioneren. Vinden wij roken in een auto met kinderen op de achterbank dan ok? Neen, absoluut niet.

Laat dit duidelijk zijn: roken ìs ongezond. Accurater geformuleerd: tabak bedreigt levens. Daarom is de huidige wetgeving zinvol: ze beschermt wie voorheen in het openbaar passief moest meeroken èn ze brengt een mentaliteitswijziging teweeg bij de actieve rokers. We zijn ervan overtuigd dat het gunstige effect van het rookverbod zijn hoogtepunt nog zal bereiken. Dat de resterende toogrokers het – kwaadschiks als het moet – zullen afleren. En dat rokende ouders in pretparken en auto’s overstag gaan voor de nieuwe cultuur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content