Katia Segers (SP.A)

Rijbewijs voor het internet: ‘Goed idee, maar wie bewaakt de veiligheid van de wegen?’

Katia Segers (SP.A) Vlaams Parlementslid voor SP.A en Hoofddocent communicatiewetenschappen aan de VUB

Naar aanleiding van Safer Internet Day vraagt Katia Segers (SP.A) aandacht voor de ongenaakbaarheid van internetgiganten als Google en Facebook. ‘Waarom verwachten we verantwoordelijkheid van gebruikers, de overheid en het onderwijs, maar nauwelijks van de industrie zelf?’

Vandaag is het voor de dertiende keer Europese ‘Safer Internet Day’, een dag waarmee de Europese Commissie jongeren bewust wil maken van de risico’s van het internet en ze vooral weerbaar wil maken wanneer ze surfen. Ze moeten ‘mediawijs’, digitaal vaardig worden. Deze doelstelling is broodnodig. We leven vandaag niet meer met, maar in (digitale) media. Hoe meer mensen digitaal ‘empowered’ door het leven gaan, hoe beter. Maar waarom leggen we de verantwoordelijkheid wel bij de gebruikers, de overheid, het onderwijs én nauwelijks bij de industrie zelf?

Wanneer de ‘Safer Internet Dag’ 13 jaar geleden werd gelanceerd, waren academici nogal kritisch. De Europese Commissie zou focussen op de gevaren van het internet en te weinig oog hebben voor de kansen die het biedt, zoals zelfexpressie, creativiteit, connectiviteit,… Die kritiek was en is deels terecht. De razendsnel voortschrijdende digitalisering en de opkomst van nieuwe toepassingen mag ons niet laten verlammen, noch laten leiden door een ‘moral panic’. Wat het internet betekent in ons leven, is een verhaal van risico’s én kansen. Een eenzijdige focus op risico’s, riskeert dat we kansen missen.

Rijbewijs voor het internet: ‘Goed idee, maar wie bewaakt de veiligheid van de wegen?’

Als we afgaan op de media, dan lijkt het internet inderdaad een gevaarlijke plek. Er gaat haast geen dag voorbij of de media berichten over de gevaren. Zo ontnam in december vorig jaar een meisje zich van het leven omdat ze online gepest werd. De Koppen-reportages over meisjes die afspreken met vreemde mannen die ze via facebook leerden kennen (‘grooming’) of over vriendschapsfraude, waarbij volwassenen geld wordt afgetroggeld door een zogezegde FB-vriend, deden veel stof opwaaien. Vorige week verscheen een boek over de gevolgen van sexting ‘Francien, laat je tieten nog eens zien’, met het relaas van een meisje dat gepest werd nadat ze haar blote borsten via de webcam toonde aan haar vriendje, maar niet wist dat al zijn vrienden mee rond het scherm verzameld stonden.

Maar ook als we niet het slachtoffer zijn van de gevolgen van verwoestend cyberpesten, ook als we niet onze borsten tonen, afspreken met mannen die we nooit eerder ontmoetten, …. lopen we dagelijks risico’s online. Het zijn risico’s waar we ons niet van bewust zijn, waar we misschien niet van wakker liggen, maar die niettemin onze vrijheid en integriteit aantasten.

Het internet, en meer bepaald sociale media maken ons vooreerst tot koopwaar. Op het internet geven we, zonder dat we het weten, onze gegevens gratis weg. Immers, voor alle diensten, app’s, sociale netwerksites die we online gebruiken en gratis zijn, zijn wij het product. Elke muisklik, elke pagina die we bezoeken, wordt verzameld en verkocht. Alleen, we weten niet aan wie we worden verkocht, noch hoeveel we waard zijn. Onze privacy is hiermee een relatief begrip geworden. Inzage in wat we waard zijn, beslissingsmacht over wat Facebook en Google doen met onze gegevens die hen miljarden opleveren, is het minste dat wij mogen vragen.

‘Waar we dachten dat het internet de wereld aan ons zou openen, blijkt het onze wereld net te verengen.’

Ten tweede koloniseren sociale netwerksites en app’s onze leefwereld op alle terreinen, of het nu over ons sociale contacten online gaat of over onze medische toestand. Onze leefwereld wordt meer en meer het resultaat van de logaritmen die internetgiganten als Google op ons loslaten: in de tijdlijn van onze FB zien we enkel nog de posts van gelijkgestemden, onze gezondheid leggen we in handen van gezondheidsapp’s, datingsites presenteren ons enkel de partners waarvan de algoritmen bepalen dat deze het meest op ons lijken, als we online muziek, kleding, reizen… bestellen, suggereren deze sites ons nog meer van hetzelfde, nooit andere dingen. De kans dat we online botsen op het onverwachte, een ontdekking doen, wordt steeds onwaarschijnlijker. Waar we dachten dat het internet de wereld aan ons zou openen, blijkt het onze wereld net te verengen.

Wat vermogen we tegen de internetreuzen? Momenteel weinig, potentieel veel, is het antwoord. Op Europees niveau zijn er zeker al stappen gezet. Europa heeft geïnvesteerd in onderzoek en werk gemaakt van sensibilisering. Zo heeft elk Europees land zijn aanspreekpunt voor veilig internet; voor België is dat Child Focus. Bovendien doet Europa schuchtere pogingen om regelgevend op te treden.

In eigen land zien we dat vooral op Vlaams niveau wordt ingezet op het stimuleren van mediawijsheid. In het secundair onderwijs is mediawijsheid opgenomen in de lijst van de vakoverschrijdende eindtermen. In het lager onderwijs moet daar dringend werk van gemaakt worden. Het kenniscentrum Mediawijs.be heeft op korte tijd sterk werk verricht om met een 100-tal organisaties mediawijsheid op de agenda te krijgen én in praktijk uit te werken onder alle belanghebbenden (onderwijs, middenveld, ouders, de openbare omroep, …). Op federaal niveau werd onlangs door het Centrum voor Cybersecurity het idee gelanceerd van een figuurlijk ‘internetrijbewijs’ voor individuen maar ook voor bedrijven die online verkoop willen uitbouwen. Dit concept is zeker de moeite is om te exploreren. Immers: je neemt pas plaats achter het stuur en gaat de weg op wanneer je een auto kan besturen, de verkeersregels kent en het verkeer kan inschatten.

David tegen Goliath

Al deze initiatieven zijn bijzonder waardevol en noodzakelijk. Echter, één partij blijft tot op heden onder de radar. Dat is de industrie zelf, de internetbedrijven als Facebook en Google. Wanneer die optreden, is het vaak reactief en miniem. Zo treedt FB op tegen seksueel getinte boodschappen, en ook ‘hate speech’ kan gerapporteerd worden. Maar het blijft oorverdovend stil als het gaat over de privacy van haar gebruikers. Inzicht geven in wat dit bedrijf precies doet met onze gegevens, hoe ze die verhandelt, welke algoritmen op onze gegevens losgelaten worden… Dat vertikken ze. Her en der worden al rechtszaken en class actions gestart én gewonnen. Denk maar aan het proces dat onze kleine David – de Belgische Privacy-commissie – won tegen Goliath Facebook omdat het zelfs gegevens van niet-Facebookgebruikers verzamelt en verkoopt.

Deze losse initiatieven vermogen alsnog niet dat Facebook en Google zich gewonnen geven. Ze blijven ongenaakbaar. En dat is problematisch. Want we kunnen dan maximaal inzetten op het halen van een internetrijbewijs zodat iedereen veilig de digitale snelweg op kan, als niemand instaat voor de veiligheid van de wegen zelf, riskeren we toch nog uit de bocht te vliegen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content