De federale regering, de deelstaatregeringen en de sociale partners werken tegen het einde van het jaar samen een relancestrategie uit.
De federale regering, de deelstaatregeringen en de sociale partners gaan tegen het einde van het jaar samen een relancestrategie uitwerken. Dat heeft premier Elio Di Rupo (PS) gezegd na het onderhoud tussen de regering en de sociale partners. De federale regering gaat tegen 21 juli zelf al een eerste reeks maatregelen nemen.
Lange tijd was er sprake van een relanceplan dat tegen de nationale feestdag, 21 juli, het leven zou zien. Maar van één groot plan is er nu geen sprake meer. Na een volgens alle deelnemers “constructieve vergadering” is “strategie” nu het nieuwe woord.
“Het relanceplan wordt een strategie. Het is duidelijk dat er een volgehouden inspanning nodig zal zijn”, zei ACV-topman Marc Leemans na afloop. Premier Di Rupo zegt dat er op verschillende domeinen zal worden gewerkt: koopkracht, prijsbeheersing, extra jobs, ondersteuning van kmo’s, toegang van ondernemers tot financiering, onderzoek en innovatie. Veel geld zal dat allemaal niet mogen kosten.
‘Marges zijn klein’
“Het is duidelijk dat de marges klein zijn. Iedereen moet creatief zijn en dan denk ik dat er heel wat beweegruimte is”, zei de premier na afloop. De eerste maatregelen neemt de regering al voor 21 juli. Daarna is het wachten tot september tot er nieuwe economische cijfers zijn om te welke structurele maatregelen genomen kunnen worden. Ook de sociale partners zullen over de strategie blijven overleggen.
Water diep tussen sociale partners
Voor de vergadering bleek dat het water tussen de sociale partners op een aantal punten diep blijft. De werkgevers vinden dat er over aanpassingen aan de index gepraat moet kunnen worden. De vakbonden wijzen dat resoluut af. Ook de piste van Unizo-topman Karel Van Eetvelt om de 38 urenweek op de trekken naar de 40-uren week, valt bij de vakbonden niet in de smaak. “Gratis scheren bestaat niet”, zei ABVV-topman Rudi De Leeuw.
Woensdag praat de federale regeringstop met de gewestregeringen. Ook die kunnen immers relancemaatregelen nemen en krijgen bovendien na de staatshervorming nog bijkomende economische bevoegdheden. (Belga/SD)
