Regionalisering ontwikkelingssamenwerking is slecht idee

© Reporters

De regionalisering van de Belgische ontwikkelingssamenwerking zou een slecht idee zijn, schrijven Ewout Stoefs en Quentin Martens, twee beleidsmedewerkers van de federale dienst Ontwikkelingssamenwerking.

Indien het tot een grote staatshervorming komt, dan kun je er welhaast gif op innemen dat ook de federale ontwikkelingssamenwerking bij de over te hevelen sectoren zit, aldus Ewout Stoefs en Quentin Martens.

Het Lambermontakkoord uit 2001 bevatte al een juridische grond voor de regionalisering van ontwikkelingssamenwerking. Destijds werd alleen het ontwikkelingsbeleid voor de sectoren waarvoor de gewesten zelf bevoegd zijn, zoals onderwijs, naar de gewesten overgedragen. ‘Nu hebben sommige Vlaamse onderhandelaars het hele departement in het vizier,’ zegt Ewout Stoefs.

Samen met zijn Franstalige collega Quentin Martens waarschuwt hij in een tweetalige opiniebijdrage voor wat ze een staaltje van ideologische verblinding noemen. De regionalisering van de Belgische ontwikkelingssamenwerking, een punt uit het N-VA-programma, zal het ontwikkelingsbeleid namelijk niet effectiever maken, betogen Stoefs en Martens, en lijkt economisch ook niet de beste keus.

‘De Belgische ontwikkelingssamenwerking heeft nu al te lijden onder grote versnippering en daarmee gepaard gaand verlies aan efficiëntie,’ zegt Ewout Stoefs aan de telefoon. ‘Internationaal is er juist een trend naar schaalvergroting, naar het harmoniseren en beter coördineren van ontwikkelingshulp, ook op Europees niveau.’

Het opsplitsen van het Belgische beleid voor ontwikkelingssamenwerking in drie stukken zou diametraal ingaan tegen deze tendens naar schaalvergroting. ‘En hoe meer spelers op de markt, hoe hoger de administratieve kosten en de personeelskosten en hoe minder er overblijft voor de projecten zelf.’
Bovendien functioneert de federale dienst ontwikkelingssamenwerking, na een grote hervorming eind jaren 1990, nu meer dan behoorlijk. ‘Dat blijkt uit een recent OESO-rapport,’ aldus Stoefs, ‘waarin de Belgische ontwikkelingssamenwerking goede punten krijgt.’

Maar het is begrijpelijk dat nationalistische partijen azen op ontwikkelingssamenwerking, aldus Stoefs. ‘Het gaat per slot van rekening over een pot van bijna 1,5 miljard euro.’ Daarover kunnen beschikken, is ‘de ideale manier om vrienden te kopen in het buitenland en het imago van Vlaanderen te verbeteren.’

‘Wij doen een oproep tot redelijkheid’ besluit Stoefs, ‘en vragen om zorgvuldig de gevolgen van bepaalde regionaliseringen in aanmerking te nemen.’ Wat ontwikkelingssamenwerking betreft, zou het volgens de twee beleidsmedewerkers van goed bestuur getuigen om er af te blijven. Stoefs en Martens schrijven hun opiniestuk in eigen naam. (HRE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content