“Rebellen in Homs krijgen steun Britse en Qatarese troepen”

(Belga) Britse en Qatarese speciale troepen zijn als “tactische adviseurs” aanwezig in de Syrische stad Homs, het bolwerk van de gewapende opstand tegen het regime van Bashar al-Assad. Dat meldt de Israëlische nieuwssite Debka. Zij nemen vooralsnog niet direct deel aan de gevechten, aldus de site. Debka bestempelt het Brits-Qatarese contingent als “de eerste buitenlandse voet tussen de (Syrische) deur”. De militaire buitenlandse aanwezigheid was, nog steeds volgens de site, hoofdthema van het gesprek dat Assad dinsdag in Damascus had met de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov.

De aanwezigheid van buitenlandse troepen op Syrisch grondgebied is, bij gebrek aan een R2P-resolutie (responsibility to protect) van de Verenigde Naties, een schending van de soevereiniteit van een staat. Ook de financiële en/of logistieke steun aan gewapende groepen – waarvan de VS, Saoedi-Arabië, Qatar en Navo-landen als Groot-Brittannië en Frankrijk worden verdacht – is eveneens een overtreding van de internationale wetgeving. Qatar, een van de landen die ijveren voor een regimewisssel in Syrië ten voordele van een soennitisch regime, organiseert sinds donderdag bijeenkomsten in Doha van de vooral uit Syriërs van de diaspora samengestelde oppositiecoalitie Syrische Nationale Raad (CNS). De CNS omvat liberalen, nationalisten en, vooral, leden van de door Qatar gesponsorde Moslimbroederschap. In tegenstelling tot de binnenlandse oppositie (verenigd in het Nationaal Coördinatiecomité voor Democratische Verandering, NCC) ijvert de CNS wél voor een buitenlandse interventie. Die kan door het Russische en Chinese veto in de Veiligheidsraad niet onder VN-vlag, wel eventueel in de vorm van een interventie van de “vrienden van Syrië” (VS, GB, Frankrijk en de Golfmonarchieën), een geüpdatete versie van de “coalition of the willing”. (KAV)