Het bureau voor integriteit van de stad Antwerpen vindt dat het stadspersoneel de voorbije tien jaar vriendelijker is geworden, en minder openstaat voor geschenken en voorkeursbehandelingen.
Dat blijkt uit het jaarverslag dat door de Antwerpse gemeenteraad werd goedgekeurd.
Het bureau voor integriteit van de stad Antwerpen werd in het voorjaar van 2004 opgericht in de nasleep van de Visa-affaire (verwijzend naar de gelijknamige betaalkaart). Vier topambtenaren, bleek toen, hadden geld van stadsdiensten voor privédoeleinden gebruikt.
Het bureau voor integriteit moest een onafhankelijk orgaan worden dat losstaat van de stedelijke administratie en ook deels is samengesteld uit externe leden. Het bureau stelt gedragscodes op, levert advies en behandelt klachten. In 2014 werden 44 dossiers behandeld, 14 minder dan een jaar eerder.Van de 44 dossiers waren er 23 vragen om advies, 15 klachten of meldingen en 6 informatieve vragen. De meeste indieners waren medewerkers van de stad, maar ook enkele burgers en mandatarissen schakelden het bureau in. Een veel voorkomende vraag was welke nevenactiviteiten of bijberoepen gecombineerd kunnen worden met het werken voor de stad en onder welke voorwaarden.
Draaideur
Het bureau voor integriteit vindt dat er de voorbije tien jaar veel vooruitgang werd geboekt, onder meer inzake vriendelijkheid van het loketpersoneel, het aan banden leggen van het aannemen van geschenken door stadsmedewerkers en het vermijden van voorkeursbehandelingen voor bepaalde leveranciers of contractanten. Het bureau zou wel nog willen dat de stad naar Vlaams en federaal voorbeeld afspraken kan maken rond zogenaamde draaideurconstructies, waarbij personeelsleden die de stad verlaten bepaalde voorkennis gebruiken bij hun nieuwe (private) werkgever. Het bureau vraagt ook een communicatiecampagne om zijn meldingsprocedure meer bekend te maken.
(Belga/RR)
